Maandagavond weten we wie de Jonge Limburgse ondernemer van het Jaar – de winnaar van de JCI-award – wordt. Er zijn vier kandidaten voor de award: twee mannen en twee vrouwen. Wij vroegen aan ieder van hen hoeveel kans ze zichzelf toedichten om te winnen. En of ze wedden op een man of een vrouw. Een genderstrijd.
Veronique Houben (Airdeck)
“Er zijn vier kandidaten, dus meet ik mezelf ook één kans op vier toe”, rekent Veronique Houben voor. “Ik vind het zo moeilijk om je eigen kans in te schatten, de vier kandidaten zijn moeilijk te vergelijken. Maar ik hoop wel dat een vrouw wint. Het wordt tijd dat het vrouwelijk ondernemerschap meer aandacht krijgt. Zenuwachtig ben ik niet. Ik vind het wel plezant om de andere kandidaten te leren kennen.”
Karlien De Turck (De Kaasbrik)
Ook Karlien De Turck houdt het op 25% kans voor zichzelf. Volgens dezelfde logica denkt ze dat de mannen en vrouwen evenveel kans hebben op de award. Héél diplomatisch. “Maar ik kan niet ontkennen dat het leeft. In het bedrijf is iedereen ermee bezig en vragen de mensen zich af wanneer de uitslag bekend is. Ook buiten het bedrijf word ik er steevast over aangesproken.”
Yves Gonissen (SEPS Pharma)
Yves Gonissen dicht hem en zijn farmabedrijf eveneens een kwart van de kansen toe om te winnen. Maar hij wedt wel op een man. “Logisch, want anders moet je niet willen meedoen in de strijd met zo’n award. Al gaat het zeker erom spannen. Het is al een tijd geleden dat nog een vrouw de prestigieuze award heeft gewonnen. Misschien dat dat voor hen in het voordeel speelt. Maar eerlijkheidshalve wed ik toch op een man.”
Bart Swinnen (Luminex)
Bart Swinnen is de enige die zichzelf een goede kans toedicht om te winnen. “Een percentage kan ik daar niet op plakken. Ik ben met niks begonnen, ik heb zelf moeten innoveren en risico’s nemen.” De vraag of een man of vrouw wint, vindt hij niet relevant. “Het zijn vier ijzersterke dossiers. Of dat nu een man of vrouw is die wint, zou niet mogen meespelen. Het gaat om het ondernemerschap.”