Joris Philips startte zijn carrière bij de VDAB in 2007. “De organisatie sprak me aan omdat ik toen al hun werk maatschappelijk relevant vond”, zo blikt hij terug. “Mensen aan een job helpen: zo maak je een wezenlijk verschil in hun leven. Dat maakt het boeiend en geeft voldoening.” Aan die doelstelling kunnen meewerken was voor Philips belangrijker dan de taakinhoud op zich. “Ik had geschiedenis en internationale betrekkingen gestudeerd, maar kreeg mijn kans in de IT-afdeling van de Centrale Diensten in Brussel. Een nieuwe wereld, maar ik heb me volledig ‘gesmeten’ om met innovatieve projecten de dienstverlening van VDAB te kunnen verbeteren.” Dat lukte prima, en na vele jaren in diverse functies, verhuisde de Vlaams-Brabander naar het kabinet van Hilde Crevits, die onder meer de bevoegdheid Onderwijs had. “Eén van mijn taken was de afstemming van het beleid met de werking van de VDAB, en zo ben ik de arbeidsmarkt van heel dichtbij blijven volgen. Vanuit die positie kreeg ik de bevestiging dat de VDAB op het terrein wel degelijk een belangrijke impact heeft als regulator. Vandaar dat ik niet heb getwijfeld toen ik na 5,5 jaar op het kabinet, de vacature voor directeur bij VDAB Limburg onder ogen kreeg. Een opportuniteit die op het juiste moment mijn pad kruiste. Ik had meteen het gevoel dat ik hier iets kon verwezenlijken.”
Voorgerecht
Het voorgerecht dat chef Marc van Mardaga had klaargemaakt: geschroeide kabeljauw met tomaat en furikake. De bijhorende wijn: La Casina, Garda Colli Mantovani. Top!
Flexibel en gedreven
Bij VDAB Limburg trof Joris Philips een dynamische organisatie aan. “De diensten zijn hier in Limburg doorheen de jaren mooi uitgebouwd, met tal van vernieuwende initiatieven. Denk maar aan de T2-campus in Genk, waar VDAB een belangrijke rol in speelt. Maar ook de flexibiliteit en de gedrevenheid van de medewerkers is een positieve vaststelling. Het is essentieel om plannen te kunnen verwezenlijken met collega’s die op dezelfde golflengte zitten en samen de doelstellingen willen realiseren.”
Connecteren om doelgroepen te bereiken
En die doelstellingen: die zijn er genoeg. “De arbeidsmarkt staat momenteel in rep en roer, met het tekort aan mensen als belangrijkste uitdaging. Bedrijven smeken ons om nieuwe werknemers aan te leveren, liefst met de juiste scholingsgraad. Maar gezien de huidige omstandigheden is dat heel moeilijk. Er waren nog nooit zoveel mensen aan het werk… En dus verandert onze opdracht regelmatig in functie van de actuele noden die moeten ingevuld worden. Eén van de prioriteiten vandaag is bijvoorbeeld om de arbeidsongeschikten opnieuw klaar te stomen voor een job. Maar de regelgeving daaromtrent is niet aangepast. We weten zelfs vaak niet wie die arbeidsongeschikten zijn en waar we ze moeten vinden. Zo’n drempels overwinnen is veel moeilijker dan het voor de buitenwereld soms lijkt.”
Philips en zijn team doen nochtans hun uiterste best. “Om tot het beste resultaat te komen, moeten we samenwerkingsverbanden opzetten met alle andere actoren in de provincie”, vindt de directeur. “Elkaar versterken, connecteren… Zoals met het provinciebestuur, de POM, LRM, de gemeenten, de werkgeversorganisaties en de bedrijven zelf: om er maar enkele te noemen. Vandaag hebben we al 83 concrete partnerships, en er volgen er nog. Zo willen we tegen 2024 met alle Limburgse gemeentebesturen een samenwerking afsluiten om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te kunnen integreren. De OCMW’s kunnen dan zorgen voor de toeleiding van deze doelgroep.”
Hoofdgerecht
Het hoofdgerecht dat tijdens ons interview werd geserveerd: een châteaubriand bordelaise met goud-uitjes, oesterzwam en spitskool. De sommelier koos als wijn voor een D de Dauzac, Château Dauzac Grand Cru Classé, Bordeaux, Frankrijk.
“Veel speedbootjes, geen tanker”
De VDAB-directeur neemt de gelegenheid te baat om de relevantie van zijn organisatie te onderstrepen. “Zeker in tijden van een woelige arbeidsmarkt duikt er al eens kritiek op: waar is de VDAB eigenlijk mee bezig, en wat krijgt de maatschappij terug voor de kostprijs van 950 miljoen? Wel, als we heel eerlijk de kosten-batenanalyse maken, en dus niet op basis van anekdotes gaan oordelen, valt de balans vast en zeker in ons voordeel uit. De VDAB staat 57 keer vermeld in het regeerakkoord, wat een veelvoud van opdrachten met zich meebrengt. En als je dan de input vergelijkt met de output, dan krijgt de Vlaming daar bijzonder veel voor terug. Zopas hadden we hier nog een delegatie van Taiwan over de vloer, die onze werking, maar vooral de T2-campus in Genk, kwam inspecteren. Die mensen konden hun ogen niet geloven, en waren enorm onder de indruk van onze slagkracht, flexibiliteit en resultaten. De Nederlanders die hier pas op bezoek waren, zeiden hetzelfde. Ik denk dus dat we gerust wat fierder mogen zijn over onze realisaties. We zeggen nog te weinig waar we mee bezig zijn en wat we goed doen. Neem nu de aangekondigde herstructurering bij NedCar, waar veel Limburgers werken. De VDAB is dan georganiseerd als een vloot van kleine speedbootjes, die op heel korte termijn een wereld van verschil kan maken voor de getroffen werknemers. Een ‘civil servant’ die kort op de bal speelt. Dat in groot contrast met de logge olietanker waar we al eens verkeerdelijk voor aanzien worden.”
Géén generatiekloof
Joris Philips heeft in dit debat een boodschap voor de werkgevers: “Wees mild voor de instroom van nieuwe werknemers die zich bij jullie aandienen”, zegt hij. “Ze hebben nu eenmaal een andere kijk op hoe ze willen vooruitgaan in het leven. Maar dat is daarom niet minder goed. Ik geloof niet in grote generatiekloven, waarbij wordt geponeerd dat ‘het vroeger beter was’. Nee, jongeren doen nog altijd evenveel hun best dan 20 of 30 jaar geleden. Ze staan gewoon anders in het leven, met soms andere prioriteiten. Maar da’s OK. Het zijn werkgevers die daar doorheen kunnen kijken, die kansen blijven bieden en investeren in hun werknemers, die uiteindelijk het minste last hebben van de krapte op de arbeidsmarkt.”
Dessert
Als toetje: aardbeien met vlierbloesem en amandel. Lekker! De dessertwijn was Adelpracht van Drostdy-hof, Zuid-Afrika.
Experimenteren: why not?
Eén jaar na zijn aantreden bij VDAB Limburg merkt de directeur dat de strategie werkt. “Door het beleid te verbinden met de dagelijkse praktijk, kunnen we een wezenlijk verschil maken”, vindt Joris Philips. “We hebben, samen met onze partners, genoeg voelsprieten in het werkveld om te merken waar de actuele noden zich situeren. We hebben als VDAB voldoende vrijheid om daar maatgerichte antwoorden op te bieden. Daarbij moeten we soms wat experimenteren en durven uitpakken met nieuwe formules. Denk bijvoorbeeld aan onze mobiele opleidingen, waarbij we speciaal voor inactieven, maatgerichte opleidingen aanbieden, vlak aan hun deur. Zo’n dingen: dat werkt.”
Taxi Joris
Het minste dat je kunt zeggen is dat Joris Philips vol enthousiasme aan zijn tweede jaar is begonnen, en met veel positivisme naar de toekomst kijkt. Ondertussen maakt hij ook na de werkuren nog wat tijd om aan zijn dagelijkse portie geluk te werken. “Mijn hobby’s zijn de ouderraad, lezen (vooral over geschiedenis, want dat heeft hij gestudeerd) en lopen. Ik heb al een paar marathons achter de rug en hou mijn conditie graag op peil. Al is dat niet eenvoudig, want de job slorpt natuurlijk wel veel tijd op, én ook de hobby’s van de kinderen hebben hun plaats in mijn agenda. Toch is het niet alleen tijdens de werkuren dat ik van Limburg heb leren genieten. De bossen die jullie hier hebben: héérlijk om tot rust te komen en het hoofd vrij te maken… Ja, ik zit hier zéker op mijn plaats!”