De qua omzet grootste 500 bedrijven van Limburg hebben in 2010 samen 6,4 procent meer inkomsten geboekt. Hun personeelsbestand, winst en cashflow zijn gemiddeld eveneens toegenomen. Alleen het erg trage herstel van de industriële bedrijven baart VKW Limburg, uitgever van het jaarlijkse Top 500-naslagwerk, zorgen.
De zeer uitgebreide analyse van de jaarcijfers 2010, een huzarenstukje waar VKW Limburg telkens veel tijd en energie aan besteedt, wijst uit dat de grootste Limburgse bedrijven in vergelijking met het crisisjaar 2009 een duidelijke heropleving hebben gekend. De totale omzet steeg met 6,4 procent tot 27,64 miljard, en ook het gemiddelde per top 500-bedrijf nam toe tot 56,06 miljoen euro (+6,6 procent). Ook op andere parameters presteerden deze grotere ondernemingen goed. “Winst, cashflow en rendabiliteit gingen de goede richting uit,” aldus Sophie Govaerts, die de studie uitvoerde. “Het personeelsbestand nam lichtjes toe (+0,72 procent), vooral te danken aan een toename in de handel en dienstensector. Daar steeg het aantal medewerkers met 12 procent, terwijl er in de industrie 16 procent minder mensen aan de slag waren.” Dit verklaart mogelijk ook de gestegen personeelskosten.
Sluipend verval?
De industrie baart de werkgeversorganisatie evenwel zorgen. “Het herstel van de Limburgse economie is kwetsbaar”, aldus Luc Cardinaels, voorzitter van VKW Limburg. “Waar de handel en diensten hun verlies uit 2009 bijna volledig hebben goedgemaakt, is dat voor de industrie absoluut niet het geval. Daar is het herstel erg traag en onvolledig, waardoor de competitiviteit afneemt. We hopen dat dit niet de voorbode is van een sluipende afkalving op lange termijn.”
Top 10
Er staan 46 nieuwe bedrijven in de gids, met twee vennootschappen van Scandinavian Tobacco Group (productie en verkoop) als hoogste nieuwkomers. De top 10 blijft nagenoeg ongewijzigd. Alleen Borealis verdwijnt, maar dat eerder om boekhoudkundige redenen, waarbij een flink deel van de omzet bij het moederbedrijf in Oostenrijk werd geboekt. Ander opvallend element is dat Center Parcs de hoofdzetel heeft verhuisd van Peer naar Mol, waardoor ze niet langer een Limburgs bedrijf zijn, en bijgevolg meer dan 2000 werknemers niet meer in de statistieken van de Top 500 voorkomen.