Waar er bij de eeuwwisseling nog 30 Limburgse steden en gemeenten waren die een belasting op drijfkracht oplegden, zijn er dat vandaag nog 8. Sint-Truiden en Lummen zijn er in 2022 mee gestopt. Dat geldt ook voor Maasmechelen, maar daar werd de taks vervangen door een ander (nog duurder) belasting-systeem. In Tessenderlo en Lommel geldt er een vrijstelling voor nieuwe bedrijven in de eerste 5 jaar (daarna is het ook volle pot), terwijl deze taks in Lanaken deel uit maakt van een algemene bedrijfsbelasting. Waar de archaïsche belasting wel nog welig tiert? In Wellen, Halen, Zutendaal, Zonhoven en vooral in Heusden-Zolder, waar men nog steeds bedrijven genadeloos afstraft omdat ze motoren durven gebruiken…
In vele andere Limburgse gemeenten is de belasting op drijfkracht doorheen de jaren vervangen door een oppervlakte-taks. Nochtans geen zaligmakend alternatief. “We stellen een kwalijke tendens vast aangezien Maasmechelen nu al de negende gemeente is waar bedrijven via een oppervlaktebelasting dubbel belast worden op hun huisvesting”, zegt Ruben Grauls van VKW Limburg. “Enerzijds via de opcentiemen op de onroerende voorheffing en anderzijds nog eens op basis van de bebouwde en/of onbebouwde oppervlakte ervan. Dit principe wordt toegepast in Beringen, Bilzen, Genk, Ham, Houthalen-Helchteren, Lanaken, Maaseik en Pelt. Bizar.”
“Pyloon = pagare!”
Naast de taksen op bedrijfsoppervlakte is ook de belasting op pylonen een kwalijke trend. “Liefst 18 lokale besturen innen intussen een belasting op dragende verticale constructies, pylonen en masten. Met bedragen tussen 1.750 euro en 5.000 euro per mast richten zij zo het vizier op o.a. de telecomoperatoren. Een belastingtrend waarvan kan gevreesd worden dat die uiteindelijk zal worden doorgerekend aan de bedrijven en consumenten”, weet Grauls.
Opvallend in de studie van VKW Limburg: De Limburgse lokale besturen houden in 2022 allemaal vast aan hun tarieven van de opcentiemen op de onroerende voorheffing.
“Broeksriem aantrekken”
Ruben Lemmens, gedelegeerd bestuurder van VKW Limburg: “In 2022 zijn er opnieuw 3 Limburgse gemeenten die hun motoren- of drijfkrachtbelasting afschaffen. Dat is bijzonder positief. Toch blijven er van de aanvankelijk 30 nog altijd 8 gemeenten over die hardleers zijn. We roepen hen op om het voorbeeld van Lummen en Sint-Truiden te volgen, deze archaïsche en bovendien administratief kostelijke belasting af te schaffen en Limburg in 2023 eindelijk motorenbelastingvrij te maken! Lummen en Sint-Truiden bewijzen, in tegenstelling tot Maasmechelen, dat dit perfect kan zonder de lokale bedrijven met andere nieuwe belastingen op te zadelen. Wel verontrustend is de toename van gemeenten met extra oppervlaktebelastingen. Ze belasten bedrijven, naast de opcentiemen op de onroerende voorheffing, immers nog eens dubbel voor hun bedrijfshuisvesting. Bedrijven die lokaal zorgen voor tewerkstelling en welvaart verdienen beter dan als handige melkkoe aanzien te worden om budgettaire tekorten toe te fietsen. Gemeenten moeten zo nodig in eigen boezem kijken en zelf de broeksriem aantrekken.”
Gelukkig zijn er ook lokale besturen die bedrijven extra ademruimte geven in de vorm van stimulansen. Zo hanteren o.a. Lanaken, Genk, Maasmechelen en Heers al premies of vrijstellingen op bedrijfsbelastingen voor nieuwe bedrijven en starters in de eerste jaren. Ook milieubewuste initiatieven – zoals een energiescan of het plaatsen van zonnepaneleninstallaties – worden vanuit meerdere gemeentes fiscaal gestimuleerd.
Tot slot werd er in 2021 vanuit vele lokale besturen ook nog rekening gehouden met de coronapandemie om bepaalde sectoren een vrijstelling te geven op belastingen, als compensatie voor hun inkomstenverlies.
Ruben Grauls, coördinator ondernemingsclubs VKW Limburg: “We merken uit onze analyse alvast een goede start door geen verhogingen door te voeren in de tarieven van de gemeentebelastingen. Maar het invoeren van nieuwe belastingen en deze factuur doorschuiven naar de lokale ondernemers, is iets wat onze bedrijven na 2 woelige jaren kunnen missen als kiespijn. Bedrijven staan in voor de welvaart en werkgelegenheid in onze provincie en dienen gesteund te worden om ook de komende jaren nog te kunnen blijven ondernemen en investeren in Limburg.
We juichen het toe dat gemeentes als Sint-Truiden en Lummen de drijfkrachtbelasting schrappen, zonder daar een vervangende heffing tegenover te zetten die de bedrijven vaak nog zwaarder belast. Sommige van onze bedrijven hebben het water aan de lippen staan. Hun prioriteit is om in 2022 de reserves terug op te bouwen om hun werkgelegenheid en investeringen te verzekeren. Extra belastingen kunnen ze daarbij ten zeerste missen.