“Ik ben mijn carrière gestart in de eventsector”, vertelt ze. “Mijn specialisatie was de organisatie van modeshows. “Ik werkte ook voor diverse evenementkantoren en bedrijven, zoals Hörmann, waar ik de buitenlandse beurzen voor in goede banen moest leiden. Het is pas nadien dat ik met mijn toenmalige echtgenoot naar het buitenland ben verhuisd. We woonden onder meer in Iran, Riyad en Shanghai. Ik kende Shanghai dus al vrij goed toen ik me kandidaat stelde om daar, bij de vorige wereldexpo, het Belgische paviljoen te gaan leiden. Uit heel wat geïnteresseerden werd ik na een aanbesteding geselecteerd. Een leuke ervaring. Vandaar ook dat ik opnieuw veel goesting had om hetzelfde hier in Dubai te gaan doen. En zo ben ik nu dus hier terechtgekomen…”
“De komende maanden gaan we quasi dag en nacht in de weer zijn.”
Myriam Cops, directeur Belgisch paviljoen.
De coördinatie van het paviljoen is een helse klus. “Over de architectuur en de bouw wordt in Brussel beslist, maar daarna is het aan de directeur om de organisatie op punt te zetten”, vertelt Myriam Cops. “Je gaat mee op zoek naar leveranciers en stelt een goed team samen. Dat is hier in Dubai niet zo evident omdat iemand die hier geen job heeft, onverbiddelijk het land uit moet. Je vindt dus geen locals die hun job willen opgeven om 6 maanden in het paviljoen te werken en bent dus verplicht om veel personeel uit België in te schakelen. Met het uitstel door corona (De beurs werd een jaar later geopend dan voorzien, vandaar de benaming Expo 2020), is dat nog moeilijker geworden. Maar goed, we staan er nu wel met een goede mix tussen Belgische studenten, een aantal lokale arbeidskrachten, buitenlandse werknemers en Belgisch management. Een gevarieerd, maar een heel sterk en coherent team.”
De opstart van de beurs, begin oktober, verliep heel moeizaam. “Er waren nog meer strikte Covid-maatregelen van kracht dan nu, en de bezoekers uit diverse landen waren nog niet geneigd om naar Dubai te reizen. De eerste weken waren dus niet makkelijk. Maar stilaan is er verbetering gekomen en nu is het ‘vollen bak’. De komende maanden gaan we quasi dag en nacht in de weer zijn. We ontvangen veel delegaties uit België, waaronder nu bijvoorbeeld de ondernemers van Unizo Limburg. En ook de ‘gewone’ bezoekersstroom is in een versnelling gekomen. Ons paviljoen wordt inhoudelijk best gesmaakt, en zeker het restaurant is bij vaste expobezoekers gekend. De Belgische klassiekers op de kaart, bereid door onze sterrenchef Bart Thoelen (lees kader onderaan), zijn een echt succes. En ook de rooftop lounge trekt veel bezoekers die hier graag komen verpozen.”
“Regelmatige bezoekers van wereldexpo’s weten dat ze voor de beste horeca in België moeten zijn.”
Myriam Cops, directeur Belgisch paviljoen.
Als de beurs over 5 maanden sluit, wacht Myriam Cops een nieuwe opportuniteit. “Wat het zal worden weet ik nog niet. Ik zoek vooral naar projecten waarin ik mijn passie voor organiseren en het opzetten van samenwerkingsverbanden in kwijt kan. Dat mag eender waar ter wereld zijn. Ik overweeg wel om in Dubai te blijven. Het leuke is dat je hier niet met één cultuur moet samenwerken, maar met honderden andere culturen die hier wonen en werken. Dat maakt het niet altijd makkelijker, maar wel boeiend. En ik hou wel van moeilijk, moet ik zeggen.”
België lijkt dus meer een vakantieland te worden voor de Genkse. “Telkens als ik terugkom is er zoveel veranderd. De gebouwen, de mensen uit mijn jeugd,… Het is altijd even zoeken naar ankerpunten. Maar ze zijn er wel. Zo sla ik geen enkele thuismatch van KRC Genk over als ik in Limburg ben. Als ik de poort van het stadion binnenkom, krijg ik soms de tranen in de ogen. Het doet me denken aan de tijd dat ik als klein meisje met mijn vader naar de matchen ging. Voor mij voelt dat echt aan als thuiskomen. Ik ben dus nog altijd verknocht aan Genk en Limburg, maar waar mijn toekomst ligt: dat is nog een open vraag…”
Chef uit Wellen geniet wereldfaam
Het is puur toeval dat Wellenaar Bart Thoelen vorig weekend nog fungeerde in de vermaarde reeks van Het Belang van Limburg: Limburger en Wereldburger. De chef-kok is één van de sterkhouders in het Belgische paviljoen op de wereldexpo. Met een prachtig levensverhaal…
“Toen ik 12 was werkte ik al bij Traiteur Rosa in Wellen”, vertelt de goedlachse chef. “Ik wou eigenlijk slager worden en schreef me in voor de Hotelschool in Hasselt. Weekendwerk deed ik bij Benny Serdons van De Belig in Wellen, een zaak die ik nadien nog overgenomen heb. De diverse stages brachten me langs meerdere sterrrenrestaurants, en zo kreeg ik de liefde voor het culinaire niveau te pakken. Ik werkte nog een tijdje als privékok voor Willy Claes in Brussel, en kwam nadien in Frankrijk terecht. Daar wist ik een Michelin-ster te bemachtigen, maar die heb ik na 2 jaar vrijwillig ingeleverd. Ik wou een meer lokaal publiek gaan aanspreken en wou mijn horizonten verruimen. Na een kort avontuur in Spanje, kwam ik opnieuw in Limburg terecht, waar ik voor Dimitri Beckers onder meer Atelier V en Maison Mathis mee uitgetekend heb. Het is zo dat ik Werner Vanherle en Bart Canini van Creneau heb leren kennen. Zij en Yves Bas (de vroegere uitbater van Oud Corthessem die thans furore maakt in Dubai), hebben me overtuigd om naar Dubai te komen en hier mijn kennis en expertise in te zetten om lokale zaken te adviseren en te begeleiden. De opdracht als chef-kok van het Belgisch paviljoen is daar een leuke uitloper van.”
Het bevalt Bart Thoelen uitstekend in Dubai. “Ja, ik geniet van de ambiance, het mooie weer en de vele opportuniteiten die hier zijn”, zegt hij. “Misschien blijf ik wel hier… We zien wel wat mijn pad kruist. Eerst is het nog enkele maanden ‘knallen’ op de Expo.” En weg was Bart, op naar de volgende portie mosselen en stoofvlees met friet…