robert Jackmaer

Het Laatste Woord van Robert ‘Bèr’ Jackmaer: “De jonge generatie? Ze doen het allemaal heel goed!”

Naar aanleiding van Allerzielen brengen we deze week 10 portretten van Limburgse ondernemers die de afgelopen maanden van ons zijn heengegaan. Het waren stuk voor stuk sterke persoonlijkheden die een grote leemte nalaten bij familie, klanten, werknemers, leveranciers en vele vrienden. Aflevering 9: Robert 'Bèr' Jackmaer, cafébaas van Het Brouwershuis in Houthalen-Helchteren.

Robert Jackmaer had in 1973 een zot plan. Er was wat weinig ambiance en feestgedruis in het centrum van Zonhoven. “Als we nu eens een carnavalstoet zouden beginnen?” Het idee van de uitbater van jeugdcafé Cambrinus en zijn klanten werd prompt een groot succes. Na drie jaar stond het hele dorp op zijn kop dankzij een stoet van 42 wagens. En dat voor iemand die eigenlijk eerst kerkelijke ambities had…

Robert werd geboren in Munsterbilzen in een gezin van twee jongens en twee meisjes. Op zijn twaalfde werd hij al naar Vaalbeek gestuurd, om hem voor te bereiden op een kerkelijke opleiding. “Misschien uitzonderlijk, maar papa ging in die tijd graag naar de mis”, vertelt zoon Wim Jackmaer. “Hij was onder de indruk van die Latijnse gezangen en gebeden. Iets wat je vandaag nog zelden hoort in eucharistievieringen. Hij is heel zijn leven van die gezangen blijven houden. Maar een kerkelijke opleiding? Dat idee heeft hij toch maar opgeborgen.

Bakker en cafébaas
“Hij was ook een zoetekauw. En zo ontstond het volgende plan: een opleiding als bakkersjongen. Hij heeft dat effectief tot zijn achttiende gedaan. Maar bakker worden, betekende een serieuze investering. Je moest al heel wat geld hebben om ovens, apparatuur en natuurlijk een eigen zaak te kopen. Dat geld was er simpelweg niet. En dus is het de horeca geworden. Daarin begon hij samen met Mia, zijn geliefde die hij tijdens het uitgaan gevonden had. Het werd in eerste instantie The Kilt in Zonhoven. Meteen een groot succes, want het zat er vaak stampvol.” Maar in The Kilt waren Robert en Mia ‘slechts’ gerant. Omdat het zo goed ging, besloot het koppel om een eigen café te beginnen. Dat was veel interessanter dan elke maand de opbrengst te moeten afgeven. Zo zou de legendarische Cambrinus in de Dorpsstraat in Zonhoven-centrum het levenslicht zien. Het werd het jeugdcafé van een straffe generatie.

Stoet door de straat

“Maar papa en mama wilden niet alleen in het café voor ambiance zorgen”, lacht zoon Wim. “Kon er geen feest in het hele dorp gehouden worden? Zonhoven had toen nog geen carnavalstoet, andere gemeenten wél. Cafébezoeker Fons Saenen kreeg in 1973 een zotte hoed opgezet als eerste ‘Prins Carnaval’. Op een paar dagen tijd werd alles geregeld met de gemeente. Tot grote verbazing van de inwoners trok er vervolgens onaangekondigd een stoet van enkele wagens door het dorp. Mensen kwamen verrast buiten kijken. Het carnaval in Zonhoven was geboren.” Twee jaar na de eerste editie werd cafébaas Robert zelf verkozen tot officiële Prins Carnaval.

Geleidelijk aan werd het feest ernstiger genomen. Er kwam een officiële Raad van Elf. Twee jaar na de eerste editie werd cafébaas Robert zelf verkozen tot officiële Prins Carnaval. “Papa heeft dan alles uit de kast gehaald. Het moest en zou een geslaagd feest worden. Plots waren het niet meer enkele wagens die door de straten trokken, papa had 42 groepen bij elkaar gekregen. Het Kerkplein stond propvol enthousiaste mensen. Het gekke plan van enkele jaren geleden was een groots volksfeest geworden. De prins kreeg de tranen in de ogen toen hij dat zag.”

Brouwershuis
“Sindsdien heeft papa nooit nog een carnavalsstoet gemist in Zonhoven. Elk jaar wou hij er weer bij zijn. En toeval of niet: zo ongeveer negen maanden na de grote stoet van 1975 werd ik geboren”, knipoogt zoon Wim. “Mama en papa hadden duidelijk nagenoten van het feest. Maar ze besloten ook dat ze niet langer uitbaters konden blijven van een jeugdcafé. Nu ik er als zoon bijgekomen was, kon ik toch niet opgroeien in het kabaal? Daarom besloten ze een taverne te beginnen. Papa zag een villa leegstaan langs de drukke Grote Baan in Houthalen. Die villa (vandaag is Pizza Hut er gevestigd, nvdr.) was eigenlijk bedoeld voor de directeur van een brouwersdepot van Cristal Alken dat daar net achter lag. Maar de man wou er niet in wonen. Papa heeft dan onderhandeld om er een horecazaak van te maken. Dat is het ‘Brouwershuis’ geworden.”

Het werd opnieuw een succes, maar met een ander cliënteel. “We lagen pal tegenover het gemeentehuis van Houthalen-Helchteren. Ook veel bedrijven lagen in de buurt. Onvoorstelbaar veel politieke beslissingen zijn eigenlijk na de gemeenteraad bij onze tapkraan genomen. Zelfs coalities na de verkiezingen werden in onze zaak boven het doopvont gehouden. TV Limburg had in de beginjaren zijn studio’s ook in Houthalen. ’s Middags kwamen sommige journalisten bij ons iets eten of drinken. En zo wisten wij en de klanten wat er ’s avonds op het nieuws zou komen. Magisch was ook als de redactie van Het Belang van Limburg nog kwam afgezakt. Dan konden we al de krant van ’s anderendaags zien. Ze hadden immers de eerste drukproeven al bij. Ik vond het als kind heel straf als we al het nieuws van morgen konden weten.”

Als jonge knaap laveerde zoon Wim met gigantische plateaus mee door de zaak. Maar de horecamicrobe heeft hij niet doorgekregen. “Mama en papa vonden ook plots een overnemer. Papa was daar heel kritisch in. Hij was trots op wat hij had opgebouwd. Hij stond zes en een halve dagen per week paraat aan de toog. Die laatste halve dag was om even bij de collega’s inspiratie op te doen of gewoon om de boekhouding rond te krijgen. Hij was heel jong gestart met werken en dus was hij blij dat hij op 57 de geschikte overnemer vond voor zijn levenswerk.”

Nooit losgelaten
Maar carnaval los laten? Dat nooit. Robert bleef naar élke carnavalsstoet in Zonhoven gaan. “Hij heeft nog mee geprobeerd om ook Houthalen gek te krijgen voor carnaval, maar daar leek het minder aan te slaan. Eén van de laatste stoeten in Zonhoven hebben ze hem op een wagen willen zetten, maar dat bleek vanuit gezondheidsoogpunt een beetje riskant. Vanaf de kant zwaaide hij toch weer enthousiast mee. Of hij tips had voor de jonge generatie ‘Zonneridders’? “Neen. Ze doen het eigenlijk allemaal heel goed,” zei hij in een interview in één van de laatste lokale carnavalskrantjes. “Ik ben ontzettend fier op hen allemaal.”

Na een valpartij in 2024 moest Robert voor het eerst in zijn leven de stoet in Zonhoven missen, omdat het niet anders kon. Maar de carnavalisten kwamen hem wel een bezoekje brengen in het woonzorgcentrum waar hij intussen verbleef. Dat deed hem deugd. Afgelopen zomer is hij dan plots overleden. Tijdens zijn afscheidsplechtigheid waren veel Latijnse teksten en muziek te horen. Zijn liefde daarvoor heeft hij altijd behouden. Hoeveel feestjes Robert ook georganiseerd heeft en hoe groots de carnavalsoptocht ook geworden is sinds die eerste stoet. Die bewondering voor het Latijn, die inspirerende teksten en de religie bleven er toch ook inzitten. Mensen samenbrengen voor een groot feest en voor zoveel vreugde en plezier zorgen, is ook een prachtig werk van barmhartigheid.

Het overlijdensbericht van Robert Jackmaer vind je hier.