Het volgende drama na de coronacrisis zou wel eens een oude bekende kunnen worden: de Brexit. Voka Limburg haalt het dossier opnieuw vanonder het stof: “Een verlenging van de onderhandelingen is noodzakelijk”, zegt Johann Leten. “Zonder goed handelsakkoord en voldoende voorbereidingstijd voor de Limburgse bedrijven, dreigen er 3.300 jobs in Limburg te sneuvelen.” De onrust wordt gedeeld door betrokken exporteurs als Barú en Mathieu Kerckhofs Trailers. Zij vrezen dat de kosten en extra administratie nefast zullen zijn.
“De coronacrisis eist vandaag alle aandacht en energie van onze bedrijven op”, stelt Leten. “Het is voor Limburgse ondernemingen dan ook allesbehalve evident om daar boven ook nog een harde Brexit voor te bereiden. Die staat er nochtans aan te komen op 1 januari 2021, want door de onzekere uitkomst van de onderhandelingen, blijft er grote onduidelijkheid over heffingen, productstandaarden, enzovoort.” Voka Limburg heeft berekend dat het uitblijven van een akkoord wel eens 3.300 jobs in Limburg op de helling kan zetten.
Exporteurs naar het Verenigd Koninkrijk, zien de bui al hangen. Zoals Gunther D’hondt, zaakvoerder van het chocolademerk Barú. “Voor ons is het Verenigd Koninkrijk de vierde belangrijkste afzetmarkt”, zegt hij. “Bij een harde Brexit moet je rekening houden met een aanpassingsperiode, waarin er geen gepaste documenten of controles zijn. Op korte termijn geraken goederen bijgevolg niet of nauwelijks over de grens. Voor voeding is dat nefast, omdat die producten een beperkte houdbaarheid hebben. Klanten zullen daarom geen grote bestellingen plaatsen als er onzekerheid is over de levering.” D’hondt vreest meer administratiekosten en invoerheffingen. “De Europese Unie heeft bijvoorbeeld een uniforme wetgeving voor etikettering van voedingsproducten. Bij een Brexit zal het Verenigd Koninkrijk daar wellicht van afwijken en moeten we andere verpakkingen laten produceren en in kleinere oplagen produceren. Met hogere kosten tot gevolg. Het land is op zich al een vrij kapitaalintensieve exportmarkt, waar je met heel veel verschillende partners moet werken voor je distributie. De handelsbarrières zullen dat alleen maar verergeren. Een handelsakkoord is dus een absolute must.”
“Niet mals”
Hetzelfde geluid klinkt bij Liesbeth Kerckhofs, zaakvoerder van Mathieu Kerckhofs Trailers: “Als de Brexit er komt, moeten we meer douaneformaliteiten afhandelen. Concreet moeten we dan bijna drie procent extra betalen aan invoerrechten. Het is zelfs zo omslachtig dat we op termijn één persoon nodig zullen hebben om de administratieve rompslomp af te handelen. Behalve geld, kost de administratie ons ook veel tijdverlies.” De prijsverhoging zal de invoerder overigens rechtstreeks moeten doorrekenen aan de klanten. “Want als groothandel zijn onze winstmarges erg beperkt. Daarenboven is de onduidelijkheid een streep door onze rekening. Als we een concrete datum hebben, kunnen we die prijsverhoging incalculeren. Wij werken van order tot levering namelijk met een doorlooptijd van 6 tot 18 weken. Dat wil zeggen dat we de meerkosten dus tijdig moeten verrekenen. We willen de klant geen onnodige prijsverhoging geven en zelf kunnen we die prijsverhoging niet ophoesten. Wat ons betreft moet er ten laatste op 1 juli duidelijkheid zijn. Corona was al niet mals voor onze business, maar deze Brexit-onzekerheid komt er nog eens bovenop.”