Als antwoord op ons gigantisch probleem van krapte op de arbeidsmarkt, is in de zopas afgesloten ‘arbeidsdeal’ de ambitie uitgesproken om tegen 2030 een werkzaamheidsgraad van 80% te bereiken. Dat houdt in dat ook mensen die langdurig arbeidsongeschikt zijn, te allen prijze moeten aangemoedigd worden om waar mogelijk een actieve rol in het reguliere arbeidscircuit op te nemen. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Uit een kersverse studie die door de sectorfederatie van HR-dienstverleners Federgon werd besteld bij onderzoeksbureau Idea Consult, blijkt dat het waarmaken van deze doelstelling haast onbegonnen werk is.
De cijfers van de arbeidsongeschiktheid zijn om te beginnen hallucinant. Op vier jaar tijd (2016-2020) steeg het aantal langdurig arbeidsongeschikten met maar liefst 20 procent (tot 467.884). Over een periode van 12 jaar is deze groep nagenoeg verdubbeld. In 2022 overstijgen we zeker de kaap van het half miljoen. Dit betekent 6,7% van de bevolking met beroepsleeftijd, of 1 langdurig arbeidsongeschikte per 11 werkenden. België scoort hiermee mijlenver boven het Europese gemiddelde (bijna 50%). Sinds 2016 zijn er méér mensen langdurig arbeidsongeschikt dan uitkeringsgerechtigd werkloos. Er werd in 2019 voor 6,5 miljard euro aan uitkeringen betaald aan de eerste groep, en voor 4,6 miljard aan de werklozen.
“Aan de slag gaan met wat iemand wel nog kan, is veel productiever dan hem af te rekenen op wat hij niet kan.”
HR-dienstverlener, provincie Limburg
Depressie in opmars
Waarom zijn deze mensen medisch gezien niet in staat om te werken en krijgen ze daarom een uitkering? Bijna 40% lijdt aan psychosociale stoornissen als depressie of burn-out. Nog eens 20% klaagt over rugpijn. De afgelopen 4 jaar steeg het aantal gevallen van depressie met 42% en van burn-out met 33%.
Het is tevens opvallend dat 94% van de langdurig arbeidsongeschikten werknemers of werklozen zijn. Slechts 6% zijn zelfstandigen, hoewel zij 22,6% uitmaken van alle werknemers, werklozen en zelfstandigen samen.
Gemiddeld vertoeven de langdurig arbeidsongeschikten 7,5 jaar in dit statuut. Een derde is meer dan 10 jaar niet in staat om te werken. De terugkeer naar de arbeidsmarkt is zeer beperkt. Uit bijkomende cijfers van externe preventiedienst Mensura blijkt dat van de 6.500 dossiers die zij per jaar in dit verband ontvangen, er slechts bij 39 (of 0,6%) plannen voor potentiële reactivering worden gemaakt. De overgrote meerderheid wordt definitief arbeidsongeschikt verklaard, ook al zijn ze jonger dan 45 jaar.
De kostprijs voor onze overheid is gigantisch. Elk jaar kost een langdurig arbeidsongeschikte bijna 50.000 euro. De gederfde inkomsten uit belastingen (15 miljard) en de niet-medische kost (21 miljard) zijn bijzonder hoog opgelopen.
Niks aan te doen?
Gezien er in de huidige situatie haast niemand naar de arbeidsmarkt terugvloeit, lijkt het onbegonnen werk om deze groep toch op één of andere manier te herintegreren en zo de krapte op de arbeidsmarkt een beetje te milderen. Onderzoeksbureau Idea Consult doet nochtans enkele aanbevelingen, zoals een sterker preventiebeleid, een betere monitoring van de afwezigen, de versnelde begeleiding op maat en een verhoging van de responsabilisering. Het financiële verschil tussen werken en een uitkering moet voor zowel werkgever als werknemer interessant zijn. En erg belangrijk: Er moet een mindshift komen om iemand niet te beoordelen als arbeidsongeschikt, maar wel op zijn arbeidspotentieel. Dat zeggen ook de HR-dienstverleners die wij over deze materie konden spreken.
“De focus ligt nu op wat deze mensen niet kunnen, terwijl er beslist heel wat taken zijn die ze wel nog kunnen uitvoeren”, aldus de CEO van een grote Limburgse speler. “Bijna niemand is écht 100% arbeidsongeschikt. Er gaan in ieder van hen talenten schuil die voor werkgevers een wereld van verschil kunnen maken. En voor de mensen in kwestie trouwens ook, want als ze zich ondanks hun ziekte toch nuttig kunnen maken, geeft dat niet alleen een zinvolle invulling van hun tijdsbesteding, maar ook een mentale boost door de meerwaarde die ze in de maatschappij te betekenen hebben.”
Win For Life
En ook een andere HR-dienstverlener wil vooral naar oplossingen zoeken en het probleem op een positieve manier benaderen. “Kijk, we moeten daar niet flauw over doen: de situatie vandaag is ronduit dramatisch. De moeilijk te controleren kwalen worden te pas, maar vooral te onpas gebruikt om na een conflict op het werk voor langere tijd thuis te kunnen blijven. Dat is heel vaak geval, maar er valt weinig tegen te doen. We merken dat na de coronaperiode het aantal meldingen van langdurige ziekte toeneemt. Dit is te wijten aan de verandering die optreedt tussen thuiswerk en de terugkeer naar de arbeidsplek, waar zich intussen vaak wijzigingen in samenstelling van het team, leidinggevenden of takenpakket hebben voorgedaan. Wie zich daar niet meteen in terugvindt, grijpt naar middelen als langdurige arbeidsongeschiktheid.”
“We moeten deze tendens zien te keren, en dat kan mits goede maatregelen. Ten eerste de preventie op de werkvloer, waarbij de omgang tussen mensen via coaching en opleiding kan gemonitord en geoptimaliseerd worden. Verder dienen de zieken beter opgevolgd te worden, zodat zij afhankelijk van hun persoonlijke situatie, er snel bovenop kunnen geholpen worden. Gezien het enorme inkomstenverlies voor de overheid door langdurig zieken, kunnen zij voor een peulschil investeren in deze begeleiding en zo de uitgaven drastisch terugdringen. Er is daarnaast een belangrijke inspanning nodig om de perceptie te doen keren. Aan de slag gaan met wat iemand wel nog kan, is veel productiever dan hem af te rekenen op wat hij niet kan. En tot slot moet ook ‘het systeem’ eens herbekeken worden. Het misbruik moet eruit. Iemand zomaar levenslang ziek verklaren is een Win For Life uitkeren. Artsen hebben hun verantwoordelijkheid te nemen en werknemers moeten financieel en mentaal gestimuleerd worden om het werk te willen hervatten. Gaan werken mag niet als een straf worden gezien, maar als een opportuniteit om zinvol bezig te zijn. Aan een verzuurd iemand die hele dagen thuis zit te niksen, daar is niemand bij gebaat…”