Bij Aperam in Genk is maandagmiddag het laatste spatje vloeibaar staal uit de machines gerold. Boze werknemers van onderaannemer Harsco hadden het werk neergelegd, waardoor de oven bij Aperam al om 7 uur ’s morgens werd drooggelegd. Na Tube City IMS vorige week, is het al de tweede keer op heel korte tijd dat een onderaannemer stokken in de wielen steekt bij Aperam Genk.
Het conflict bij Harsco draait om de hoge werkdruk. “De bezetting van ons ploegensysteem laat nauwelijks rustdagen toe,” zegt vakbondsman Rafaele Dal Cero (ABVV Metaal). “Het is erg moeilijk om dit tempo aan te houden. Daarom willen we dringend overleggen met onze directie.” Die directie (van Harsco) kwam maandagmorgen vliegensvlug vanuit het hoofdkantoor in Chatelet naar Genk. Daar hadden ze een onderhoud met de vakbonden die de 30 werknemers van de onderaannemer vertegenwoordigen.
“We betreuren de impact op Aperam,” aldus nog Dal Cero. “Maar we willen onze mensen hier niet laten verkommeren. We hopen snel een oplossing te vinden en dit aan onze achterban te kunnen voorleggen.”
Bij Aperam in Genk werken in totaal zo’n 1.000 mensen. Het bedrijf draait goed. In 2015 werd er nog een productierecord gehaald van 675.000 ton roestvast staal. Bij Aperam zelf is er intussen sociale vrede. In september vorig jaar werd het werk nog neergelegd als drukkingsmiddel voor de CAO-onderhandelingen. Een hogere premie leidde in november tot het afsluiten van een nieuwe CAO.