Vader Bruno kwam als Italiaans migrant in 1957 naar België om in de Limburgse mijnen te werken. Veel luxe was er niet voor het gezin met 7 kinderen. “Ik herinner me dat we thuis een grote gietijzeren kolenstoof hadden, die diende om te verwarmen, om op te koken en zelfs om het water van het bad op te warmen”, vertelt Giuliano. “Het toilet was buiten. Echt geen pretje in de winter… We hadden niets te kort, maar merkten wel het grote contrast met de mooie auto’s en gebouwen die op tv te zien waren. De wereld van de glamour en glitter, daar keken we naar op. Zo is wel het besef gegroeid dat je hard moet werken om je dromen waar te maken. De wil om je kinderen een andere, minder zorgeloze toekomst te geven, vindt daar zijn basis. De vroegere situatie thuis is doorheen de tijd steeds een referentiepunt en reality check geweest. Als je weet van waar je komt, ga je niet snel zweven of gekke dingen doen. Met de voeten op de grond blijven, dat is zeker een overblijfsel van mijn jeugd. Nog iets dat ik van thuis heb meegekregen, is het respect voor de werkgever. Ziekte, dat kende de generatie van mijn ouders niet. Ze waren dankbaar voor de mogelijkheid om hun gezin te kunnen onderhouden. Die tijden zijn wel wat veranderd, moet ik zeggen.”
Hapjes
Chef Marc van Mardaga begon met enkele hapjes, zoals deze bonbon met frisse toets.
Of Giuliano voorbestemd was om ondernemer te worden? “Ja. Eigenlijk wel. Op school heb ik nooit goed kunnen luisteren, en toen ik voor een baas ging werken (18 maanden bij LAG in Bree), had ik daar nog soms moeite mee. Daarom was ik gedoemd om mijn eigen baas te worden. Toch heeft het nog even geduurd eer het zover was. Ook al omdat ik als Italiaan moeilijk werk vond. Alleen in de mijn kon ik aan de slag, maar dat mocht niet van mijn pa. Daarom ben ik Belg geworden. Toen ik 23 was kreeg ik dan de kans om een eigen zaak te starten. Mijn schoonouders (de familie Pagnotta, gekend van de Fiat en Alfa Romeo-garage in Maasmechelen) hadden een klein Esso-tankstation. Ze kregen de vraag van Esso of ze iemand kenden voor de uitbating van een ander tankstation, in Genk. Zo kwam ik in beeld. Maar, omdat het toen de gewoonte was dat je als koppel een franchise begon, heb ik mijn broer gevraagd om mee te doen. Zo is in 1988 Esso Bruno ontstaan.”
Giuliano werkte hard. “Zo’n 16 tot 17 uur per dag, zonder personeel. Want ik deed alles zelf.” En de zaak draaide goed. “Maar ik vond het al snel saai”, zegt hij. “Bougies, ruitenwissers,… dat zijn niet echt sexy producten. Ik ging dan ook op zoek naar nieuwigheden. Een idee dat ik had opgepikt in Italië was om koffie en broodjes te gaan verkopen in het tankstation. Dat bestond hier nog niet. Toen mijn lokale bakker zijn oude koeltoog aanbood, heb ik niet getwijfeld. Een laagje rode verf erop, en klaar: daarmee was Bruno Foodcorner geboren. Afin, de voorloper ervan, want in de jaren daarna heb ik alleen maar geïnvesteerd in meer, beter en mooier. Alles wat binnenkwam, ging terug in de zaak. Jarenlang heb ik me het minimale loon uitgekeerd: in het begin 500 euro per maand, na 3 jaar werd dat 750. Een harde leerschool, dat was het wel. Terwijl mijn vrienden tijd en geld hadden om op stap te gaan, moest ik altijd passen. Maar het gedacht dat mijn tijd nog wel zou komen, hielp me vooruit.” Profetisch…
Voorgerecht
Een prachtig voorgerecht, dat ook als hoofdschotel kan besteld worden: koolvis | aardpeer | citroen.
“Een belangrijke evolutie was de overname van LVB in 1998”, herinnert Giuliano zich. “Toen werden we in één klap grossist, een business die ik totaal niet kende. Daar heb ik leergeld voor betaald. Het water stond regelmatig aan de lippen, en zelfs erover… Maar opgeven en de boeken neerleggen: dat nooit. Ik werd verplicht om hard te onderhandelen, rechtstreeks met de fabrikanten. Echt niet simpel, maar het is uiteindelijk gelukt om erdoor te geraken. Deze business werd later met een mooie winst verkocht, dus eind goed, al goed. En de knowhow en ervaring kon ik vervolgens goed gebruiken bij Groep Bruno, waar we de lat telkens hoger legden voor onze shops en Foodcorners: een mooiere uitstraling, kwaliteit, meer producten en diensten… Zo werden we steeds groter en groter.”
Van de pizza’s in de Foodcorners naar de pizza’s in het eigen restaurant Giuliano: een grote stap? “Ja, toch wel. Toen ik de kans kreeg om -bijkomend aan Group Bruno- in Maasmechelen Village een restaurant te openen, begon een groot avontuur. De horeca heeft me wel altijd geboeid. Als ik op reis ben, zoek ik steeds naar leuke plaatsen, interessante formules en lekkere gerechten. Die ideeën neem ik dan mee. En zo heeft Giuliano, eerst nog onder de naam G&G, stilaan vorm gekregen. Net zoals bij eerdere projecten heb ik ook in de restaurants altijd de lat wat hoger gelegd: originele, kwalitatieve gerechten aan een eerlijke prijs, een mooie, authentieke en toch moderne inrichting, een gezellige, familiale sfeer en een team dat er 200% voor gaat: dat zijn de basisingrediënten van ons concept. En het werkt. Want na Maasmechelen volgde Hasselt, daarna Genk. De droom om Ristorante Giuliano ook buiten de grenzen van Limburg uit te bouwen, zijn we nu aan het realiseren. Gent wordt onze volgende vestiging, daarna willen we 1 tot 2 nieuwe restaurants per jaar openen, en dat in een franchiseformule. Niet te snel, rustig aan. De mensen die het voortouw nemen om de groei te realiseren, mag je niet opbranden. Ik geef graag meer verantwoordelijkheid aan medewerkers die talent hebben, zich volledig geven, loyaal zijn en ambitie tonen. Ze krijgen, in hun eigen tempo, alle kansen om zich te ontplooien. Daarom maken Ramona, Massimo en Sandro nu deel uit van de holdingstructuur boven Giuliano. Ook mijn dochter Alessandra leert stapsgewijs de kneepjes van het vak. Mijn persoonlijke taak is hen te ondersteunen. Die rol ligt me het best.”
“De splitsing van Group Bruno? Een moeilijke en stressvolle oefening. Maar het verstand heeft gezegevierd.”
Aan uitbollen denkt Giuliano op zijn 58ste nog lang niet. “Ik heb nog energie genoeg om minstens 10 jaar door te gaan. Werken geeft me nog steeds veel plezier. Nieuwe opportuniteiten zoeken en drempels overwinnen om er telkens een succes van te maken: dat is wat ik het liefste doe. Als alles volgens plan verloopt is dat fijn, maar het moet ook niet altijd even gemakkelijk zijn.”
Dat heeft Giuliano de afgelopen jaren meermaals mogen ervaren. “Er zijn wel wat issues geweest”, geeft hij toe. “De affaire met onze witte kassa die niet in orde was… Tja. Ik heb daar een fout gemaakt, mijn verantwoordelijkheid genomen en de boetes betaald. Klaar. Het is een levensles geweest. Je kunt 100 keer zeggen: ‘iedereen deed het’ en ‘horeca is niet leefbaar als alles officieel gaat’, maar dat is uiteraard geen excuus. Wij hebben de knop omgedraaid en proberen op alle mogelijke manieren om onze rendabiliteit op peil te houden, bijvoorbeeld door meer studenten in te schakelen. Maar dan nog… Zonder inspanningen van de overheid is het echt heel moeilijk. Een btw van 6% in de hele horeca, dat zou standaard moeten zijn. Zeker nu de personeels- en energiekosten zo zwaar doorwegen, begrijp ik dat veel collega’s zonder reserves er de brui aan moeten geven. En dat is zo jammer, want de kwaliteitsvolle, gevarieerde horeca is net één van de absolute troeven in Limburg. Dat mogen we écht niet verloren laten gaan.”
Hoofdgerecht
Een seizoensgerecht van het chef’s menu bij Mardaga: fazant | bospaddenstoelen | truffel | ganzenlever.
Een tweede zware dobber was de splitsing van Group Bruno, zeg maar de activiteiten van de tankstations, Foodcorners en shops. “Mijn broer Angelo heeft vele jaren de focus gehad op zijn functies in de politiek”, vertelt Giuliano. “Toen hij daar mee gestopt is, zag hij het niet echt zitten om terug fulltime de volle verantwoordelijkheid in het bedrijf op te nemen. Bovendien moesten onze twee visies, die wel eens uit mekaar lagen, met elkaar verzoend worden. Een moeilijke en stressvolle oefening. Mijn broer wou eerst zijn aandelen aan mij verkopen, maar toen duidelijk werd dat zijn zonen bereid waren om de zaak over te nemen, heb ik mijn pakket aan hun deel van de familie verkocht. Dat leek me de beste oplossing, in plaats van de stress om misschien nog jaren te discussiëren over punten en komma’s. Enerzijds gaf dat voor mij de ruimte om mij voor 100% op de uitbouw van mijn restaurants te richten, maar anderzijds voelde het ook wel aan als een kind dat ik moest achterlaten. Na tientallen jaren was er iets heel moois opgebouwd, en lagen er nog vele mooie uitdagingen op de plank. Een moeilijke keuze, die ik omwille van de familiale banden, eerder rationeel in plaats van emotioneel heb benaderd. De bladzijde is nu omgedraaid. Ik ben nog altijd een supporter van het bedrijf en wens hen alle succes toe.”
“Dat een team van jonge, gedreven medewerkers mij perfect heeft vervangen toen ik rust nodig had: chapeau!”
De grootste klap die Giuliano moest incasseren, was het verlies van zijn dochter. “Je hebt dan net op professioneel vlak een aantal zware dobbers moeten verwerken, die uiteindelijk allemaal wel goed komen. Je denkt dat je de wereld aankunt, en dan gebeurt zoiets… (stil). De eerste dagen was er nog de adrenaline om praktische zaken te regelen, en hield ik me sterk. Maar al heel gauw kwam het besef dat ik echt wel rust nodig had. Ik heb tijd moeten nemen om na te denken over alles wat mijn dochter me verteld heeft. En daar heb ik veel van geleerd. Over haar gevoelens. En dat het leven doorgaat, hoe groot het gemis ook is. Ik heb er de kracht uit geput om professioneel de draad terug op te pikken en er eens zo hard voor te gaan. Dat is wat ze wou.” Tijdens zijn periode van rust wisten de naaste medewerkers de restaurants van Giuliano recht te houden. “Ze hebben dat fantastisch gedaan en ik ben er hen heel dankbaar voor. Het is een hele geruststelling om te zien dat ze zonder mij het bedrijf kunnen runnen. Maar toch voelde ik wel aan dat ze mij ook nodig hadden en dat heeft me aangespoord om niet bij de pakken te blijven zitten. Daarom hebben we nu een managementstructuur waarin we samen, ieder vanuit zijn specialiteit en sterkte, aan de kar trekken. Een fijn gevoel, dat perspectieven opent naar de toekomst.”
Dessert
Als dessert koos de ervaren afdelingschef voor een compositie van mandarijn | speculaas | hazelnoot.
Die toekomst oogt dus bijzonder rooskleurig. “Het plan om Giuliano verder uit te rollen, is klaar. We mikken op termijn op 20 tot 30 restaurants, zowel in België als het buitenland. Giuliano (en dus niet Giuliano’s, “want wij zijn Italianen, zoals Armani of Ferrari, géén Amerikanen, zoals McDonald’s of Domino’s”) moet een begrip worden. Het team om die doelstellingen na te jagen is er: allemaal jonge, ambitieuze mensen met een grote drive. En ook voor de andere zaken in de groep, zoals hotel-restaurant Mardaga, liggen er mooie uitbreidingsplannen op tafel. Ik heb dus nog werk genoeg. Niet alleen om de expansieplannen vorm te geven, ook om gewoon bij te springen waar nodig. Aan de deur gaan staan om de gasten te verwelkomen: ik doe dat graag. Zo houd ik voeling met de business en ontstaan er opnieuw ideeën om het mooier, groter en beter te maken. Dat zit nu éénmaal in mij: zo ben ik begonnen, en zo zal ik eindigen. Dat is Giuliano op zijn best…”