Het Limburgse provinciebestuur heeft een nieuwe milieuvergunning afgeleverd om in Kinrooi een gigantische geitenboerderij met 2.200 dieren te starten. De deputatie gaat daarmee in op een nieuwe aanvraag, die een eerder opgestarte procedure doorkruist. “Het economische belang primeert op de enkele bezwaren die tegen het bedrijf zijn ingediend,” vindt gedeputeerde van Leefmilieu, Ludwig Vandenhove (sp.a)
Nadat het gemeentebestuur van Kinrooi een eerste vergunningsaanvraag voor de exploitatie van een landbouwbedrijf met 3.200 melkgeiten had geweigerd, keurde het provinciebestuur in oktober 2014 toch de milieuvergunning voor 20 jaar goed. De 4 bezwaren, ondertekend door 11 personen, wogen volgens de bestendige deputatie niet op tegen het economische belang. Voor de productie van geitenkaas is er immers een groot tekort aan geitenmelk, en dat zou met de nieuwe boerderij moeten opgevangen worden. Producenten van geitenkaas, zoals Capra in Halen, sluiten op voorhand contracten af met de boerderijen om de toelevering van grondstoffen te kunnen verzekeren. Dat is ook in Kinrooi het geval. Ook elders in Limburg lopen nog aanvragen voor grote geitenboerderijen.
Toch trokken de tegenstanders van het Kinrooise bedrijf naar de Raad van State om de milieuvergunning aan te vechten (De bouwvergunning werd op provinciaal niveau wel geweigerd). Die procedure is nog aan de gang. De Nederlandse familie Van Summeren heeft hier echter niet op gewacht om een nieuwe aanvraag te doen, deze keer voor 1.000 geiten minder dan in de oorspronkelijke plannen. Dit gebeurde in mei 2015 en kende hetzelfde verloop als bij het eerste dossier.
Ook nu heeft de provincie dus in beroep een milieuvergunning afgeleverd om de 2.200 geiten te mogen houden. Voor de 200 opfokgeiten, die additioneel in de aanvraag stonden, is geen toestemming gegeven. Het valt nu af te wachten of ook de nieuwe machtiging voorwerp zal worden van een vernietigingsprocedure bij de Raad van State.