dils

Gascentrale door de neus geboord

Het Duitse RWE, dat recent Dils-Energie overnam, krijgt geen vergunning voor de bouw van een nieuwe elektriciteitscentrale in Rotem, Dilsen-Stokkem. De Limburgse deputatie vindt dat de gasturbine, die een investering vergt tot 750 miljoen euro, stedenbouwkundig niet past in de omgeving en dat bijkomend onderzoek nodig is naar de uitstoot van stikstof. “De huidige verkavelingsvoorschriften laten de voorziene inplanting momenteel niet toe", zegt Inge Moors (CD&V), gedeputeerde van Ruimtelijke Ordening.

De nieuwe gasgestookte elektriciteitscentrale van 920 megawatt was gepland op het industrieterrein van Rotem langs de Zuid-Willemsvaart. De vergunningsaanvraag werd eind december 2020 bij de provincie ingediend. De inplanting van een nieuwe elektriciteitscentrale en het vergunningenparcours zijn een bijzonder delicate materie. Tijdens het verplichte openbaar onderzoek werden 1.225 bezwaren ingediend met bezorgdheden over de ligging en de CO2-uitstoot. Vandaag oordeelt de Limburgse deputatie dat de inplanting van de gascentrale op die locatie niet opportuun is. “De Provinciale Omgevingsvergunningscommissie (POVC) was unaniem ongunstig. Ze oordeelt dat het niet mogelijk is om de toegestane bouwhoogte te vervijfvoudigen. ” verduidelijkt gedeputeerde Inge Moors.

Er zijn 2 grote bezwaren. “Ten eerste gelden er in het gebied bouwmogelijkheden tot maximaal 15 meter hoogte”, zegt de gedeputeerde. “RWE heeft het in de aanvraag over een bouwhoogte die varieert tussen de 35 en 55 meter. De noodzakelijke schoorsteen is zelfs tot 75 meter hoog.”

Een belangrijker probleem stelt zich met betrekking tot de stikstofuitstoot. “Via uitlaatgassen van de centrale kunnen stoffen verspreid worden die een impact hebben en schade of hinder veroorzaken: geur, verzuring, vermesting, impact op de ozon, enzovoort. Deze afvalstoffen komen vrij door aardgas te verstoken voor de productie van elektriciteit en omvatten in hoofdzaak de emissie van NOx (stikstof), ammoniak en CO2. Voor de geplande gascentrale zal men weliswaar gebruik maken van de meest recente en de meest geavanceerde gasturbinetechnologie, maar het is op dit moment niet duidelijk op welke wijze er kan aangetoond worden dat het project geen betekenisvolle aantasting veroorzaakt van onze natuurgebieden.”

De aanvrager heeft 30 dagen tijd om in beroep te gaan bij de minister.