fruitsnacks nextgen

Fruitsnacks valt Duitsland binnen

Fruitsnacks, de onderneming van de familie Paesmans, is gestart met leveringen van vers fruit aan bedrijven in Duitsland. Een grote stap in het groeiproces. Daarnaast investeert Fruitsnacks in Nieuwerkerken in een nieuwe productieruimte en kantoren. "Door de Covid-crisis beseffen mensen nog meer het belang van een gezonde werkomgeving, wat opportuniteiten biedt voor ons bedrijf", aldus Karel Paesmans.

Fruitsnacks startte in 2006 met het leveren van fruit aan bedrijven in België. Fruitteler Karel Paesmans kwam op het idee nadat hij het succes van fruit op het werk ontdekte in Scandinavië. “Onze appels van eigen teelt uit het mooie Haspengouw tot bij de consument brengen: dat was mijn grote wens.” De rest is geschiedenis. Ondertussen is Fruitsnacks een vaste waarde geworden voor duizenden bedrijven in het hele land, die volgens een abonnementsformule op vastgelegde tijdstippen een mand met vers fruit ontvangen.

En nu wacht de doorbraak in het buitenland. De leveringen aan bedrijven in de regio’s Noordrijn-Westfalen en Rijnland-Palts zijn zopas opgestart. Medezaakvoerder Roel Paesmans: “We merken dat ook Duitse bedrijven klaar zijn om hun medewerkers te ondersteunen met het aannemen van een gezondere levensstijl. Fruit op het werk is niet gewoon een gezond tussendoortje, het zorgt ook voor meer focus en motivatie bij de medewerkers. De coronacrisis heeft aangetoond dat gezonde medewerkers essentieel zijn en heel wat bedrijven starten daarom met een gezondheidsprogramma, waarbij fruit op het werk een vaste plaats krijgt.” Voor het avontuur in Duitsland werkt Fruitsnacks samen met een lokale teler, die het succesvolle concept mee in de markt zal zetten.

6 miljoen
Intussen wordt ook in de thuishaven Nieuwerkerken verder geïnvesteerd om de groei te faciliteren. Paesmans legt maar liefst 6 miljoen op tafel voor de bouw van een nieuwe productieruimte om de fruitmanden samen te stellen. Er komen eveneens nieuwe kantoren. “We wapenen ons voor de toekomst, en die ziet er veelbelovend uit”, klinkt het tot slot.