Enkele decennia geleden waren er in onze provincie nog honderden mensen werkzaam in de confectie. Nu is de sector nagenoeg verdwenen. Dankzij een doorgedreven specialisatie en topklanten als Walter Van Beirendonck, Scapa, A.F. Vandevorst en Dries Van Noten, blijft het Alkense Mopan een vaste waarde. Met toekomst, want topman Omer Lesire geef dezer dagen de vlag door aan zijn dochter Sophie. Aan stoppen denkt hij echter nog lang niet. “Van uitbollen is geen sprake,” aldus Omer Lesire (64). “Ik kan mij nog altijd nuttig maken. Iemand met helikopterzicht is altijd wel handig in het bedrijf. En ik zal niet onder de voeten lopen.”
In heel wat familiale bedrijven is opvolging een probleem, niet zo bij Mopan. Dochter Sophie werkt al meer dan tien jaar in het bedrijf, kent het reilen en zeilen door en door en hield zich tot nu toe bezig met klanten en productie. Ze staat voor een zware opdracht, want in Limburg is de confectie nagenoeg verdwenen. Mopan maakte echter moeilijke, maar ook juiste keuzes. Ooit werkten er bijna 300 mensen. De meeste van de 15 mensen die momenteel nog in Alken aan de slag zijn, hebben diverse herstructureringen meegemaakt. Momenteeel realiseert het bedrijf een stabiele omzet van ruim 2,5 miljoen euro per jaar en is het volledig schuldenvrij. “De werkwijze is daarbij steeds dezelfde,” legt Omer Lesire uit. “We maken in Alken de eerste exemplaren en we stellen er de productie op punt. De productie zelf gebeurt vervolgens in fabrieken Hongarije en Tunesië.”
Grote projecten
In het verleden deed Mopan ook vaak grote projecten. de uniformen van het personeel van de hogesnelheidstrein bijvoorbeeld. Maar daar is Omer Lesire van afgestapt. “Als men op een bepaald moment de prijzen hanteert van 15 jaar geleden, min 12 procent, dan is het tijd om te stoppen.”
Een van die projecten was de bedrijfskleding van de Fyra-trein. “Ik ben een van de weinigen die echt plezier heeft beleeft aan de Fyra,” glimlacht Omer Lesire. “Wij hebben zeven jaar lang het contract gehad voor de productie van uniformen. We hebben er ruim 500 van gemaakt, altijd netjes betaald maar wat er met die uniformen gebeurd is, daar heb ik het raden naar. Van mij dus geen kwaad woord over de Fyra.”