Cijfermatig is alle vertrouwen dat het voorbije jaar langzaam werd herwonnen, helemaal afgevlakt. Het aantal ondernemers dat positief is over de toekomst, is gezakt tot ongeveer de helft van alle deelnemers aan de bevraging. Het is vooral over de winstgevendheid dat de Limburgse bedrijven zich zorgen maken. De sterk toegenomen kosten, en de hoge facturen die nog in het verschiet liggen, drukken samen met de vrees voor de economische gevolgen van de oorlog in Oekraïne, op het sentiment. Vooral de stijgende energieprijzen baren zorgen. Zowat 80% van alle Limburgse ondernemers geeft aan dat zij hier in hoge tot zeer hoge mate door geraakt worden. Ook op vlak van prijzen van grondstoffen en materiaal wordt de impact breed ondervonden (66% zware impact, bouw: 91%), gevolgd door de impact op vlak van logistiek en transport (49%, bij productiebedrijven: 59%) en de aanlevering van materiaal & producten (40%, bouw: 66%).
Het maakt dat bedrijven alvast voor het komende kwartaal de vinger op de pauzeknop lijken klaar te houden, althans voor wat investeringen betreft. De aanwervingsijver lijkt vooralsnog grotendeels te blijven aanhouden.
Ruben Lemmens, gedelegeerd bestuurder van VKW Limburg, analyseert: “Nog meer dan tijdens de coronapandemie leven onze bedrijven vandaag in de grootste onzekerheid. De kostenstijgingen vliegen ondernemers langs alle kanten rond de oren en ze proberen dat met hun kenmerkende veerkracht aan te pakken. Maar het is een troebel zicht midden in de storm. De recentste hausse van de energieprijzen door de oorlog in Oekraïne doet de inflatoire krachten op grondstoffen en materialen, die al volop speelden door de door de pandemie verstoorde productie- en logistieke ketens, helemaal loos gaan. Wat zich nu afspeelt in onze bedrijven, bedreigt simpelweg onze welvaart. Maar daar lijken weinigen van wakker te liggen. Het gaat vooral over de stroomrekening, de prijs van een tankbeurt of van een brood en de overheid die die pijnscheuten moet verzachten. Terwijl uiteindelijk niemand in Europa zo goed tegen prijsschokken beschermd is als wij Belgen. ‘Dankzij’ de automatische loonindexering waarvoor we… de rekening netjes bij de bedrijven droppen.
De gevreesde loon-prijsspiraal, waar ons land uiterst gevoelig voor is door ons vasthouden aan die automatische (loon)indexering draait al. Getuige de kerninflatie (zonder energie), die intussen ook al is opgelopen tot 3%. We mogen de ernst hiervan niet onderschatten! Het breekpunt van onze concurrentiekracht is heel dichtbij. Als we niet snel ingrijpen zal het erg moeilijk zijn om onze economie uit deze inflatoire kettingreactie te halen zonder een diepe recessie. Het is niet de eerste keer dat we dit meemaken. Telkens waren door een onderschatting van de loonontsporing achteraf veel pijnlijkere ingrepen nodig. Hopelijk leren we dit keer wel van de geschiedenis en komt er snel overleg om het concurrentievermogen van onze bedrijven en de welvaart van iedereen veilig te stellen. Een strikte toepassing van de loonnormwet zal daarbij niet volstaan. Als de automatische indexering blijft, zullen er minstens voldoende vertragingsmechanismen moeten worden ingebouwd en is een beperking tot een bepaald loonniveau onvermijdelijk om de loonprijsspiraal tegen te gaan.”
Bart Lodewyckx, gedelegeerd bestuurder van Unizo Limburg, vult aan: “De POL-cijfers tonen aan dat de ondernemers in woelig water zitten. De onzekerheid door de oorlog, de stijgende energie- en grondstofprijzen en de hoge loonindexatie en indexatieverwachtingen wegen als lood. Na twee jaar onzekerheid en beperkingen op het ondernemerschap door corona, moeten nu heel wat KMO’s blijven vechten om onder de huidige omstandigheden het hoofd boven water te houden. Via de automatische indexatie van brutolonen betalen ondernemingen bovendien twee keer het gelag voor de gestegen energieprijzen. Met een explosie van de inflatie van 2,86% in september 2021 naar maar liefst 8,31% in maart 2022, is een loon-prijsspiraal wel het laatste wat we nu kunnen gebruiken. Door de stijgende loonkosten staat de concurrentiekracht van onze ondernemingen ten opzichte van de ons omringende landen onder druk. De door het CRB geraamde loonkostenhandicap van 1,2% voor dit jaar is door de hogere inflatie al achterhaald en zal waarschijnlijk nog oplopen tot 2%. Cruciaal is dan ook dat de loonwet correct wordt toegepast, zodat deze loonkostenhandicap automatisch in rekening wordt gebracht bij de berekening van de maximaal beschikbare loonmarge voor 2023-2024. De stijging van de lonen komt niet als manna uit de hemel vallen, het zijn de werkgevers die het moeten verdienen en betalen.”