Chevron Phillips Chemical (CPC) is al vele jaren een gevestigde waarde in Limburg. (lees eerder artikel hier). De unieke joint-venture van Amerikaanse origine groeit sterk en gaat nu in beide vestigingen (de enige productieplants van de multinational in Europa) grote investeringen doen. Eind april werd in Tessenderlo de eerste spadesteek gegeven voor de bouw van een HDS-unit, waarmee zwavelhoudend afval wordt omgezet in nieuwe grondstof. Kostprijs: 28 miljoen euro. En nu wordt aangekondigd dat ook in Beringen nieuwe installaties worden gebouwd, in totaal voor maar liefst 130 miljoen euro.
De fabriek in Beringen werd in 2011 overgenomen van Neste Oil. Er worden PAO’s of synthetische smeermiddelen gemaakt. Het zijn biodegradeerbare producten, die door de grote bestendigheid tegen koude en warme temperaturen, worden gebruikt in industriële en automotive toepassingen, zoals motoren, remmen of versnellingen. Omdat de olieprijzen de pan uitswingen, en de grote concerns niet meer investeren in raffinaderijen, stijgt de vraag naar synthetische oplossingen exponentieel. Vandaar dat de upgrade van CPC Beringen noodzakelijk is.
De Amerikanen pakken de zaak meteen serieus aan. Met de investering van 130 miljoen wordt de PAO-productie verdubbeld. In 2024 moeten de nieuwe installaties al operationeel zijn. De keuze voor Beringen is logisch, aldus de internationale bedrijfstop: “Onze fabriek in Beringen heeft een lange geschiedenis van veilige, betrouwbare productie van PAO’s en van uitstekende dienstverlening aan onze klanten. Door de bouw van een nieuwe afdeling, dicht bij onze bestaande infrastructuur, kunnen we de sterke lokale expertise en de centrale ligging van België benutten om wereldwijd aan de behoeften van onze klanten te voldoen”, aldus Mitch Eichelberger, Executive Vice President van de verantwoordelijke afdeling bij Chevron Phillips Chemical. De eerste schop gaat dus weldra in de grond…
