dirk vander mierde (Foto: Sven Dillen)

Den buro van de CEO: Dirk Vander Mierde (Datwyler)

Bij één bedrijf op het Alkense industrieterrein De Kolmen hangt er al een hele tijd hoogspanning in de lucht. Daar bevindt zich immers het productie- en kenniscentrum van de farmadivisie van de beursgenoteerde Zwitserse groep Datwyler. “Waarvan ik als Leffe-brouwmeester 10 jaar geleden nog nooit had gehoord”, lacht Dirk Vander Mierde, de CEO van het Alkense bedrijf, dat voor de bestrijding van de coronacrisis momenteel in overdrive werkt.

Bij Datwyler, het vroegere Helvoet Pharma, worden kritische componenten voor injectiespuiten gemaakt. Het gaat om de rubberen dichtingen van de flacons. Jaarlijks verlaten 5 miljard stuks de fabriek in Alken. Door corona wordt de productie nu opgeschaald, wat maakt dat er ondertussen al zo’n 50 extra mensen werden aangeworven. Sinds 1970 groeide de site uit tot een werkplek voor 800 medewerkers. Eén daarvan is Dirk Vander Mierde, de CEO die ons graag een inkijk gaf in zijn dagelijkse werkomgeving.

Het bureau van de CEO bevindt zich in een administratief gebouw. Bij het binnenkomen denk je eerder aan een vergaderzaal of – oneerbiedig gesteld – een hob-unit in luxe-uitvoering… Het deert Vander Mierde niet. Hij houdt van frisse kleuren, groene wanden en oranje stoelen. (Beslist) “Waarom zou een directeur meer moeten krijgen? Hij heeft al een hoger loon, een extra bonus, enzovoort. Extra’s zorgen alleen maar voor nijd en scheppen nog meer afstand. Dus ook geen aparte secretaresse zoals dat vroeger was, ondanks het kantoortje hiernaast.”

“In de bovenste schuif liggen mijn borrelnootjes”

Plantengroen? Nergens te bespeuren, alleen een groene, doorlopende strook onderaan de muren. “Ik heb geen discipline om planten te verzorgen”, geeft de topman ootmoedig toe. “Het Bonzai-boompje dat ik tijdens een zomervakantie verwaarloosde, heeft snel de geest gegeven.” Kunst ontbreekt eveneens, behalve dan de kunstige trofee ‘Limburgse Exportprijs 2016’. “Een museumbezoek ik wel eens graag doen, maar daarom hoeft kunst hier op kantoor nog niet. Daarenboven is het zaak om zo gefocust mogelijk te werken. Een bureau dient daar nu eenmaal voor. Daarom heb ik niet meer ruimte nodig: zonder drankkoelkast, (wijzend) en ja, die lage kast daar, met enkele producten erop, mag ook weg. Zo heb ik geen plaats om rommel weg te stoppen, zeker nu we omzeggens helemaal digitaal werken. Alleen een rustig hoekje met zetel mag gerust. En mijn ladeblok, (schalks) want daar zitten in de bovenste schuif mijn borrelnootjes. Of een stukje chocolade voor wat energie. Mijn zwakke plekken, en dus ver weg van mijn bureau.”

Zelfs geen wandklok, hoewel het bedrijf Zwitsers is… (Beslist) “Zo’n opzichtige klok is zelfs ‘not done’. Respect voor elkaar en integriteit zijn bij ons basiswaarden en daar horen geen dure horloges, wandklokken en zo bij. Ik wil gewoon down to earth blijven.”

Heel opvallend zijn de grote, witte plexi-wanden: “Ik schets heel graag, reeds als kind. Ook bij mijn dochtertje zit dat in het DNA. Kijk, iedereen heeft een bepaalde manier om gedachten te ordenen. En als hier iemand binnenkomt, kan hij of zij er op verder tekenen. Dat vormt een proces om iets tot leven te brengen, een idee, stap voor stap naar een oplossing. Terwijl het voor een buitenstaander misschien wel wat chaotisch lijkt met al die formules en kleuren. Er zijn hier heel veel ingenieurs, gericht op het systematische, maar ook mensen met een andere vorming. Die samenbrengen met hun eigen kijk, zorgt voor oplossingen. Dit grote digitale scherm aan de andere wand, dat ook als blackboard fungeert, vergemakkelijkt dat nog.”

Iedereen kan hier binnen, er is geen afstand zodat de contacten tussen baas en werknemers heel nauw zijn. “Toen ik hier voor het eerst kwam, was het een donker lokaal. Ik wou een helder, maar geen groot bureau met dure zetels ofzo. Kortom, een heel toegankelijke werkplek, met mijn bureau als meeting room.”
(lees verder onder de foto)

Mountainbike-oplossingen
“Zittend leven is een aanslag op je gezondheid.” benadrukt Dirk. “We blijven medewerkers stimuleren om te sporten. We voeren een actief wellbeing-beleid, met sport als onderdeel. Zo gaven we werknemers van de nachtploegen slaaptherapie, en kregen ze de optie om een speciale lichtbril aan te kopen via ons. Ik probeer een voorbeeld te zijn, zeker omdat ik mensen ertoe verplicht. Zelf heb ik eens een loopband achter mijn bureaustoel gezet. Maar dat gaat niet, concentreren als je aan het stappen bent. Wel deed ik al gesprekken in een bos. Rustig wandelen is minder confronterend omdat je de ander niet altijd direct aankijkt. Je connecteert wel, omdat je dezelfde activiteit doet en het rustgevend is voor elkeen.”

Om inspiratie op te doen en te reflecteren, mountainbiket de CEO 2 uur lang in een bos. “Ben je relaxed, dan komen de ideeën”, zegt de CEO. “Een notitieblokje ligt steeds op mijn nachtkast. Soms valt me iets te binnen tijdens het koken thuis. Of door op de werkvloer rond te lopen, zodat tussen de smalltalk en professionele talk, ideeën opborrelen. Waarbij de aanbrenger van het idee erkenning verdient. Ik kan niet verdragen dat iemand anders het kaapt.”

“Als het moet, kom ik ook ’s nachts naar de fabriek”

Vander Mierde probeert in deze coronatijden te schipperen tussen werken op site en telewerken. “Ik tracht zeker één of twee dagen te komen. Mensen willen leiderschap zien. Mijn bureau thuis is eigenlijk de kinderspeelkamer die ik inpikte. Maar in het weekend komen? Neen, ik probeer op tijd naar huis te gaan door op zo kort mogelijke tijd zoveel mogelijk te doen. Zakelijk uit eten gaan lukt door corona ook niet meer. Maar indien nodig, kom ik ’s nachts naar het werk. We draaien immers 7 op 7, volcontinu. Ik ben er heel fier op dat we zijn blijven werken in coronatijden. Slechts 7 tot maximum 10% van de mensen was niet aan de slag. Je zag immers de angst exponentieel stijgen. Je moet dan op de vloer staan tussen je mensen, met je eigen angst, maar tegelijk zoveel mogelijk voorzorgsmaatregelen nemen om veilig te kunnen werken.”

Bij ons vertrek valt nog een torentje van 4 gekleurde jumbo-legoblokken op. “Die draag ik al 10 jaar met me mee. Ze geven voorkeuren voor een bepaalde ingesteldheid weer:

1. De rode: hou het kort en ik wil actie;
2. De gele: ik hou van interactie en betrek me bij je ideeën;
3. De groene: ik hou van harmonie en toon me je zorg;
4. De blauwe: geef me details en feiten.

De basis is een theorie uit 1929 van Carl-Gustav Jung. Het dient om een oud systeem in een nieuw te klikken, goed naar elkaar te luisteren en te begrijpen hoe we kunnen implementeren. Op school leer je immers niet hoe met mensen te connecteren. Ik pikte het gaandeweg mee en probeer het nu nog steeds door te geven.” Goed leiderschap houdt de tent draaiende, ook in heftige coronatijden!