Op een lezing voor Limburgse boekhouders, accountants en fiscalisten woensdagavond in Hasselt, heeft staatssecretaris van Fraudebestrijding John Crombez gezegd dat, in afwachting van een nieuwe anti-fraudewet einde maart, de professionele adviseurs zelf maar moeten uitzoeken waar ze de grens leggen van al dan niet geoorloofde vennootschapsconstructies.
Zoals bekend ligt de regelgeving over de toepassing van managementvennootschappen, patrimoniumvennootschappen of andere constructies onder vuur omdat ze een gelegaliseerde vorm van belastingontwijking zouden mogelijk maken. In het nieuwe regeerakkoord werd dan ook opgenomen dat het oneigenlijke gebruik van vennootschapsstructuren door een nieuwe wet zal aangepakt worden. Einde maart wordt verwacht dat het nieuwe artikel 344 van het Wetboek Inkomsten Belasting (WIB) hierover uitsluitsel zal bieden.
De LVAB (Limburgse Vereniging van Accountants, Boekhouders en Belastingconsulenten) had samen met de PHL (Provinciale Hogeschool Limburg) woensdag staatssecretaris voor Fraudebestrijding John Crombez (sp.a) uitgenodigd om te vragen wat de bedrijven op dat vlak zoal te wachten staat en hoe de professionals intussen hun klanten hierover moeten adviseren. Crombez liet echter niet in zijn kaarten kijken, en verwees naar het parlement, waar de ontwerpteksten nog moeten besproken en mogelijk bijgestuurd worden. Hij zei wel dat de ongeoorloofde praktijken hiermee uit de wereld zullen geholpen worden.
Over de tussenperiode bleef Crombez vaag. “Professionele adviseurs moeten zelf maar uitzoeken waar ze momenteel de grens leggen tussen wat mag en niet mag. De ene zal zijn klanten aanraden meer risico’s te nemen, terwijl de andere het voorzichtiger aanpakt.”
Johan Decoster (foto), voorzitter van het organiserende LVAB, bleef dan ook wat op zijn honger zitten. “In het niemandsland waarin we momenteel vertoeven zullen we ‘onze plan’ moeten trekken. En dan hopen dat onze adviezen in de lijn zitten van wat er einde maart uit de bus komt.”