“Mijn vader was kinesist en turnleraar, dus heb ik de ondernemersmicrobe niet met de paplepel binnengekregen. Toch moet het ergens wel in mijn bloed zitten, want ik ben er van jongs af aan mee bezig. Al tijdens mijn actieve voetbalcarrière (Somers was prof bij Standard en Winterslag) had ik meer interesse in de organisatie van de club dan in het spelletje zelf. Vandaar ook dat ik na een zware blessure het bourgondische leven verkoos boven het spartaanse regime van de profsport. Als carrièrepad heb ik toen gekozen voor mijn passies: het vastgoed en de horeca. Toen ik 22 was kocht ik al mijn eerste bouwgrond in Genk om er appartementen op te bouwen. Zonder enige ervaring, maar het lukte. Idem voor mijn eigen horecazaak Ed’s Café. Het was een droom om ooit een veredeld studentencafé te beginnen. De inspiratie had ik opgedaan in Mol, waar het uitgaansleven toen floreerde. Toen er op de Brugstraat in Bilzen een pand ter beschikking kwam, heb ik niet getwijfeld. De start van een heel mooi avontuur. Ons ambiance-café was van heinde en ver gekend. De sleutel voor het succes was de samenstelling van het team. Door het vertrouwen te geven aan bekwame, positief ingestelde, dynamische mensen kreeg de business vleugels. Dat is altijd de rode draad geweest in al mijn activiteiten. Het moet zijn dat daar mijn sterkte ligt als manager: het selecteren en motiveren van de juiste medewerkers. Als dat goed zit, verloopt de rest vanzelf. Vandaag bij Vestio is dat niet anders. Het succes draait nog steeds op de kracht van het team. Door in iedereen het beste naar boven te halen, kom je tot een win-winsituatie, waarbij zowel de werknemer als de werkgever tevreden is.” (Lees verder onder de foto)
Yin en Yang
Het was destijds gelijktijdig met zijn café, dat Ed zijn portefeuille in het vastgoed wist uit te breiden. “Ik heb het geluk dat ik met Stefan Vangronsveld een zakenpartner heb gevonden waar het geweldig goed mee klikt. We vullen elkaar heel goed aan. In de 30 jaar dat we samenwerken, hebben we nog nooit woorden gehad. De afspraken zijn simpel: als we niet allebei op dezelfde lijn zitten, dan doen we het niet. De taakverdeling is eveneens duidelijk: hij bekommert zich meer om de technische aspecten, ik hou me meer met het commerciële bezig. Dat werkt uitstekend. We worden wel eens de yin en yang van het vastgoed genoemd.”
Ed Somers heeft in die 30 jaar de sector sterk zien veranderen. “Vooral de professionalising valt me op. De ‘gelegenheidsontwikkelaars’ die hier en daar eens investeren in kleinere projecten, gaan eruit. Ook de soort van ontwikkelingen is enorm geëvolueerd. De verschuiving van het buitengebied naar de steden wordt door de nakende betonstop nog versterkt. De thema’s van vandaag zijn groen, duurzaamheid en mobiliteit. Evoluties die nog maar in een beginfase zitten. We gaan naar veel kleinere woningen in het stedelijk gebied, die ook meer zullen gehuurd worden. Want bouwen is duur, en door de vergrijzing gaan mensen alsmaar later erven… Het zijn allemaal trends waar je als moderne ontwikkelaar sterk moet op inzetten.”
De evoluties houden Ed scherp. “Als je gepassioneerd bent door je vak, is het plezant om dat allemaal van dichtbij op te volgen. Ik sta op met vastgoed en ga ermee slapen. Het voelt helemaal niet aan als werken, dus kan ik er nog lang mee doorgaan. In mijn rol is dat mogelijk. Ik moet het vooral hebben van de menselijke contacten. Van medewerkers te motiveren en andere partijen in het bouwproces te overtuigen. Netwerken is van levensbelang in onze business. Je moet gewoon overal aanwezig zijn en de opportuniteiten zien. Daarom ben ik bijvoorbeeld voorzitter van het Netwerk Vastgoed bij Voka Limburg, dat een 300-tal leden verenigt. Ik zeg altijd: ‘Een vliegende kraai vangt meer dan een zittende’. Met andere woorden: men komt je de beste deals niet brengen, je moet er zelf naar op zoek gaan en er iets van maken. Een beetje feeling en ervaring zet je al goed op weg. En uiteraard is het belangrijk om compromissen te kunnen sluiten en zo je netwerk intact te houden. De bouw is gestoeld op het onderhouden van goede relaties. Met stadsbesturen, die volgens hun visie vergunningen afleveren. Als voormalig schepen weet ik hoe ze daar redeneren, en wat ze verwachten van een goede samenwerking. Je moet daar als ontwikkelaar flexibel in meegaan. Maar ook met leveranciers werken we op lange termijn samen. Bovendien moeten we steeds meer de buurtbewoners betrekken. Het is de kunst om hun bekommernissen om te vormen tot een positief verhaal en zo tot een consensus te komen. Tot slot zijn er de klanten. Je moet hen geen huis verkopen, maar een thuis. Een buurt waarin ze oud willen worden. Die overtuigingskracht vergt menselijke feeling.”
“Je ziet, de bouw is vooral een people-business. Al moet ik eerlijk zeggen dat je het hiermee alleen niet meer redt. De overmatige administratie en reguleringen maken het extra moeilijk. Neem nu de eindeloze beroepsmogelijkheden, die nodeloos veel tijd en energie opslorpen. Een evolutie die nefast is voor ondernemers. Eens de beroepstermijn verstreken is en de goedkeuring er ligt, moet het toch gedaan zijn met verdere vertragingsmanoeuvres? Echt waar, daar kan ik me wel eens boos over maken…”
“Stoppen? Nee, daar amuseren we ons nog veel te veel voor!”
Horeca boven!
En wat boeit Ed Somers buiten de werkuren? “Uiteraard hou ik nog altijd van het bourgondische leven”, zegt hij. “Ik blijf een fanatiek supporter van de horeca. Voor lekker eten en een goed glas wijn ben ik altijd wel te vinden. Wat in corona-tijden wel een groot gemis is. Eigenlijk ben ik blij dat iedereen door de crisis is gaan beseffen hoe belangrijk de horeca voor onze samenleving is. De sector werd tot dusver altijd als minderwaardig beschouwd, en dat is totaal onterecht. We hebben in Limburg heel veel steengoede horeca-ondernemers, die alle steun verdienen. Alleen zo kunnen we de authentieke beleving in stand houden. Ik ben er zeker van dat de sector op heel veel sympathie mag rekenen eens de deuren opnieuw open mogen.”
Een andere passie die nooit zal vergaan: dat is muziek! Wie me kent weet dat ik heel graag trompet speel. Maar ook van ernaar te luisteren kan ik emotioneel worden. Muziek, dat is de kortste weg naar het hart. ”
Uitbollen?
Of hij nog niet aan uitbollen denkt? “Goh, ik ben een jonge vijftiger, met nog heel veel energie. De passie voor het vak is nog erg actueel. Ik zie ook nog tal van uitdagingen, dus de volgende 10 jaar is er geen sprake van minder te werken. Zowel Stefan als ik hebben nog veel ambitie. We zijn intussen de oudsten in het bedrijf, maar de rest van de bende houdt ons jong. Nee, aan stoppen hebben we nog niet gedacht. Daarvoor amuseren we ons nog te veel. Zolang we mensen gelukkig kunnen maken met een nieuwe thuis, blijven we zelf gelukkig. Schrijf maar op: Ed Somers gaat nog wel een tijdje mee”, besluit hij lachend.