Brouwerij Sint-Jozef heet voortaan Brouwerij Cornelissen. Daarmee kiest de zesde generatie resoluut voor familiale waarden, artisanaal vakmanschap en lokaal ondernemen. “De recente ontwikkelingen op de wereldwijde biermarkt hebben niets meer met brouwen te maken,” stelt Jef Cornelissen junior ferm. “Bier maak je in de brouwzaal. Met passie voor het proces en liefde voor het product. Niet in een boardroom.”
Jef Cornelissen junior vertegenwoordigt die zesde generatie. Pittig detail: dat werd pas enkele weken geleden ontdekt, want tot dan ging iedereen ervan uit dat het pas de vijfde was. In 2014 volgde hij zijn vader op aan het hoofd van het bedrijf waarvan de wortels teruggaan tot begin jaren 1800. Sinds 1859 bepaalt de brouwerij het uitzicht van het dorpsplein in Opitter (Bree), terwijl achter de gevels tradities, knowhow en vakmanschap van vader op zoon worden doorgegeven.
“Familiaal en lokaal ondernemen betekent niet dat we binnen onze kleine cocon blijven,” licht Jef Cornelissen toe. “Integendeel. Export is voor ons van levensbelang. Maar het betekent wel dat je als ondernemer een aantal waarden laat primeren – of minstens evenwaardig maakt – aan het zuiver financiële aspect van het zakendoen.”
De voorbije dagen en weken bleek eens te meer dat door fusies en overnames een belangrijk stuk van de ziel van een bedrijf verloren gaat. Wordt MegaBev de nieuwe naam van ’s werelds grootste biergigant? Of willen alle betrokken CEO’s toch nog iets in die nieuwe naam dat verwijst naar de bedrijven die aan de grondslag ervan liggen? Dan zal het een hele mond vol worden.
“Ik zal er in ieder geval niet van wakker liggen”, lacht Cornelissen. “Door onze familienaam voortaan onlosmakelijk aan de brouwerij te koppelen, maken wij immers net de omgekeerde beweging. Samen met een hele ploeg vakbekwame medewerkers zijn we trots op iedere druppel bier die de brouwerij verlaat en staan we garant voor de kwaliteit ervan. Hoe kan je dat beter uitdrukken dan door er je eigen naam aan te verbinden?”
