(In deze nieuwe rubriek “Vanuit de coulissen…” brengen we elke maand een eigenzinnige kijk op de actualiteit. Soms kritisch, soms satirisch, maar altijd met een korreltje zout.)
Black lives matter. In feite een bizarre uitspraak, want je moet verdorie al redelijk ‘fucked up’ zijn om het tegendeel te vinden. Het is intriest dat we massaal onze afschuw moeten laten blijken van enkele geestesgestoorde racistische gekken. De verontwaardiging is zo groot dat we zelfs met gevaar voor eigen leven, met duizenden tegelijk, op een Amsterdams plein in elkaars nek staan te hijgen. Terwijl we om onze moeder te knuffelen niet uit ons kot durven komen. Het zou toch de normaalste zaak van de wereld moeten zijn dat elke vorm van racisme per definitie wordt veroordeeld en we niet bij elk gemediatiseerd exces op de barricaden moeten springen om luidkeels (of online) onze afkeer te propageren? Al even evident voor iedereen met een greintje verstand, is de algemene afschuw van huiselijk geweld, pedofilie, zatlappen achter het stuur, genitale verminking, sluikstorten, kinderarbeid, hongersnood of massale ontbossing. Een levenslange en wereldwijde nultolerantie is de norm. Tegen overtreders moet heel streng opgetreden worden en de ernst mag nooit geminimaliseerd worden. Maar misschien moeten we de marginaliteit niet uitvergroten aangezien dat alleen de frustratie en massahysterie groter maakt. Een oplossing tegen de buitensporigheid van enkele zotten is het alvast niet.
Discussies over leven en dood zijn hoe dan ook sinds mensenheugenis controversieel. Zo ontvangen we dezer dagen heel wat getuigenissen van zelfstandigen die tijdens de coronacrisis ‘vechten voor hun zaak’. Ze gaan tot het uiterste om hun levenswerk, vaak hun ‘kindje’ genoemd, niet te moeten afgeven. Mochten ze failliet gaan, smelt alles waar ze jarenlang met bloed, zweet en tranen voor gestreden hebben, als sneeuw voor de zon. Dat voelt voor veel ondernemers aan als sterven. De emotionele mokerslag en financiële put katapulteren hen naar een totaal ander hiernamaals. Zonder rijstpap met gouden lepeltjes, maar pure armoede en schaamte.
Critici hekelen daarbij de vergelijking die wordt gemaakt met de coronapatiënten die op Intensieve Zorgen vechten voor hun leven. Het ‘sterven’ van zelfstandigen vinden zij banaal geklaag en gezaag, in verhouding tot de strijd op leven en dood die in de ziekenhuizen wordt gevoerd. En gelijk hebben ze, want figuurlijk overlijden weegt niet op tegen de letterlijke variant. Toch is medeleven in beide gevallen op zijn plaats. Zoals elke dode er één te veel is, is elk faillissement er één te veel. Persoonlijke drama’s mogen altijd en overal betreurd worden. All lives matter, even business lives.