Paul Breuls, de filmproducent uit Leopoldsburg die zwaar onder vuur ligt, bijt van zich af. Hij ontkent dat hij heeft gesjoemeld met het geld van investeerders in zijn filmstudio Corsan.
Corsan kon tot voor kort genieten van bescherming tegen schuldeisers. De kas is leeg. Paul Breuls wordt ervan verdacht geld van investeerders in eigen zakken gestoken te hebben. Collega Jan Verheyen, met wie Breuls al langer op gespannen voet leeft, stelt zelfs resoluut dat de Limburger “meespeelt in de Champions League van de oplichters”.
In een uitgebreid artikel in Het Belang van Limburg weerlegt Breuls alle beschuldigingen. Hij zegt zelf niet te weten waarom de fiscus weigert om fiscale attesten in het kader van de tax shelter af te leveren voor investeerders in zijn filmproject Killing Season. Breuls vergelijkt de filmindustrie met de zonnepanelen: omdat de fiscale voordelen te interessant en succesvol werden, wil de overheid er nu van afstappen.
Hij zegt ook dat de put geen 200 miljoen bedraagt, maar minder dan de helft, omdat hij de rest al terugbetaald heeft. “Ik ben niet bang voor een gerechtelijk onderzoek,” aldus Breuls in het Belang. “Wij werken correct. Al wat geschreven wordt over malversaties klopt niet. De controleurs weten te weinig waar ze het over hebben. Wij hebben ons nooit verrijkt, integendeel zelfs.”
Breuls en zijn echtgenote gaan nu in beroep tegen de afwijzing van het herstelplan (WCO).
Corsan is ook het bedrijf dat in de jaren 2000 nog grootste plannen aankondigde om op de Corda Campus een groot complex met filmstudio’s te gaan bouwen, maar toen puntje bij paaltje kwam, ging het project niet door.