Brandstoffenhandelaar Bouts uit Hasselt zit met de handen in het haar. “We merken dat de torenhoge prijzen voor stookolie en andere fossiele brandstoffen onze klanten pijn doet,” zegt gedelegeerd bestuurder Luc Bouts, die samen met Philip Bouts het bedrijf aanstuurt. “Ze zijn veel zuiniger en kunnen steeds vaker de factuur niet betalen. Voor ons mogen de prijzen snel terug naar beneden.” Voor Bouts zelf maakt dat niet zoveel verschil, aangezien hij de duurdere prijzen kan doorrekenen. “Voor ons betekent dat alleen een hogere omzet, maar de marges blijven gelijk.” De cijfers tonen dat ook aan. Bouts klom in 2010 naar een omzet van 112 miljoen euro, zowat 33% meer dan een jaar voordien. “Maar het nettoresultaat is zowat gelijk gebleven,” aldus nog Luc Bouts.
De hoge prijzen betekenen voor de brandstoffenhandelaars ook een grote liquiditeitsbehoefte, aangezien ze duurder moeten aankopen. “Daardoor ontbreekt het ons aan middelen om grote overnames of investeringen te doen,” zegt de zaakvoerder. “We hebben wel een magazijn voor smeeroliën gebouwd en ook diverse aanpassingen doorgevoerd omwille van milieu-voorschriften.”
Meer betalen, minder service
Luc Bouts ziet de prijzen nog niet meteen dalen. “Los van de internationale markten, heeft er zich in onze sector een sterke concentratie voorgedaan, waarbij vele kleintjes zijn opgeslorpt. Dat er slechts enkele grote groepen overblijven zal niet gunstig zijn voor de prijs die de eindklant moet betalen. Bovendien vrezen we dat daarmee ook de dienstverlening achteruit zal gaan, want het waren toch vooral de kleinere zelfstandigen die zich qua service dubbel plooiden om hun klanten optimaal te bedienen.”
Uiteraard wil Bouts zelf de flexibiliteit van de kleinere spelers handhaven. “Door de hoge prijzen bestelt iedereen pas als de voorraad op is. We moeten dan onmiddellijk leveren zodat de mensen niet in de kou zitten. Zeker in de strenge wintermaanden is dat niet eenvoudig. Maar het is onze job, dus dat hoort erbij.”