Johan Bongaerts

Beschutte werkplaatsen groeien toe naar ‘gewone’

Op 1 januari is het zogenaamde Maatwerkdecreet in werking getreden. Het geeft de beschutte en sociale werkplaatsen zoals Bewel meer armslag om een bredere dienstverlening aan te bieden. “We kunnen andere profielen aanwerven en meer complexe taken uitvoeren”, zegt Johan Bongaerts, directeur van het grootste productiebedrijf van Limburg. Want dat is Bewel.

In totaal telt Vlaanderen 49 beschutte en 86 sociale werkplaatsen. Samen stellen ze meer dan 31.000 mensen tewerk die niet in het ‘reguliere’ arbeidscircuit terechtkunnen. Met meer dan 2.000 werknemers is Bewel (de afkorting van Beschutte Werkplaatsen Limburg) één van de grootste entiteiten. Verspreid over 9 vestigingen in de provincie is Bewel de derde grootste werkgever én het grootste productiebedrijf in Limburg.

Met het nieuwe Maatwerkdecreet wordt de werking uitgebreid. “In Limburg zijn er nog altijd zo’n 1.500 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt op zoek naar werk”, aldus de Bewel-directeur. “En in de volgende jaren komen daar nog een 1.500-tal jongeren bij. We gaan nu met de nieuwe wetgeving makkelijker mensen met een psychosociale problematiek kunnen rekruteren. Daarnaast zetten we de deur ook verder open voor vluchtelingen en langdurig werkzoekenden. Het gaat vaak om mensen met een ander profiel dan we nu al hebben. Dit betekent dat we moeilijkere opdrachten aankunnen. Door onze dienstverlening te verbreden spelen we nog beter in op de vraag van klanten, die steeds complexere taken bij ons neerleggen. En onze omkadering groeit mee.”

Enclaves
Bewel gaat nog meer inzetten op ‘enclaves’, waarbij medewerkers ‘in house’ bij reguliere bedrijven aan de slag gaan. “Door ingewikkelde processen op te delen in eenvoudige, repetitieve taken, kunnen onze mensen op basis van hun competenties worden ingeschakeld in reguliere processen”, aldus Johan Bongaerts. “Door hun talenten te versterken en hen zelfredzamer te maken, realiseren we een doorstroom naar de ‘gewone’ arbeidsmarkt. Bewel is daarin koploper in Vlaanderen en draagt zo bij tot het realiseren van één van de belangrijkste doelstellingen van het decreet.”