Eerder deze week gingen Voka Limburg en Vlaams minister Zuhal Demir stevig in de clinch over wat nu de mogelijke gevolgen voor de bedrijven zullen zijn als een gebied als Bosland de titel van Nationaal Park zal mogen voeren. “Nougatbollen”, aldus de minister, tegenover “we houden ons hart vast als er vergunningen worden aangevraagd”, volgens Voka Limburg.
Twee dagen nadat de soep is uitgeschept, komen Voka, VKW en de Boerenbond met een herhaling van hun bekommernissen: “Hoewel de regelgeving omtrent de Vlaamse parken nog niet definitief is goedgekeurd en het parlementair debat nog gevoerd moet worden, wordt naar alle waarschijnlijkheid een kandidatuur ingediend om Bosland te erkennen als Nationaal Park”, situeren de werkgeversorganisaties de problematiek. “Wij geloven sterk in de troeven van de Limburgse natuur en de positieve implicaties op toerisme en economie. We moeten alleen opletten dat een afbakening als Nationaal Park, en bijhorende uitbreidingsambitie, geen ongewenste implicaties met zich meebrengt op vlak van toekomstige vergunningsverlening. Vandaag al geven ondernemers aan dat het heel moeilijk is om voldoende ruimte te vinden om te ondernemen.”
Ruben Lemmens formuleert het zo: “Het is makkelijk om te stellen dat er ‘van bovenaf’ geen extra verplichtingen worden opgelegd door het decreet, zoals meermaals bevestigd door de verantwoordelijke ministers van Ruimtelijke Ordening en van Economie en Landbouw, maar het statuut zal wellicht ook informeel en indirect impact hebben van onderuit, die er voor zorgt dat op lokaal vlak de druk op ruimte voor bedrijvigheid en landbouw nog groter zal worden dan vandaag al het geval is of de weinige mogelijkheden tot ontwikkeling verder hypothekeert. Juridische experten hebben tijdens een hoorzitting in het Vlaams Parlement overigens bevestigd dat een masterplan wel degelijk impact kan hebben op de vergunningsverlening. We zien dat de ligging in een Nationaal Park of landschapspark bijvoorbeeld ook opduiken in het ontwerp van Ruimtepact 2040 (Beleidsplan Ruimte Limburg) als mogelijke reden om juridisch aanbod aan bedrijventerreinen te herbestemmen.”
De werkgeversorganisaties wijzen voorts op de snelheid van het proces, dat razendsnel gevoerd wordt zonder impactstudie, zonder openbaar onderzoek en zonder gedegen betrokkenheid van alle relevante stakeholders. “We vrezen de bijkomende impact op de impulsgebieden en van de Natuurherstelwet die de Europese Commissie beoogt. Dit zorgt voor veel ongerustheid bij onze leden”, aldus Peter Bruggen, provinciaal secretaris van Boerenbond Limburg.
“Vanuit Voka Limburg hebben we lokale besturen nooit gezegd wat ze moeten doen, alleen maar geadviseerd om in dialoog te gaan met ons én met de ondernemers om weloverwogen -en met volledige kennis over de impact van dit decreet- eenbeslissing te nemen”, verduidelijkt Johann Leten, gedelegeerd bestuurder van Voka – KvK Limburg. “Om voor welvaart te zorgen en jobs te creëren, is ruimte nodig. Ruimte om te groeien, ruimte om te investeren. Wij hopen dat dit Parkendecreet alsnog voor deze juridische duidelijkheid kan zorgen.”
“Er is géén schade”
Een ander geluid is te horen bij Unizo Limburg, dat opoept om juist wél werk te maken van de kandidatuur van Bosland. “We zijn ervan overtuigd dat de economische meerwaarde op termijn groter zal zijn dan de vermeende economische schade, want die is er volgens ons niet”, zegt gedelegeerd bestuurder Bart Lodewyckx. “De impact op bedrijven is volgens ons voldoende afgedekt. “Waar we wel kritisch over zijn, is de Natuurherstelwet, want die vormt wél een fundamentele bedreiging voor de verdere ontwikkeling van onze economie en landbouw.” Unizo Limburg pleit er daarom voor om de verdere natuurontwikkeling in de toekomst binnen de parken -en dus ook binnen de perken- te houden. “Er kunnen voor ons dan geen nieuwe zones aangeduid worden die wel een impact op het bedrijfsleven zullen hebben.”
Slotsom blijft voor Unizo dat natuur en economie hand in hand kunnen gaan. “Zeker in Limburg is natuur een meerwaarde, ook economisch, die we moeten koesteren. De erkenning van natuurparken en landschapsparken voegt een extra dimensie toe aan de aantrekkingskracht van de regio – met een economisch potentieel. Zelfs met een fractie van de beweerde meeromzet en meertewerkstelling zijn we tevreden, en kunnen we de ontwikkeling van natuur en landschapsparken steunen”, zo besluit Bart Lodewyckx.