Bescheidenheid siert bouwgigant Democo

De Limburgse bouwgroep, die in 1977 werd opgericht door Cyriel Demot, heeft de voorbije jaren enkele van de meest iconische projecten in Limburg gerealiseerd: de Corda Campus, het gerechtsgebouw en het stadhuis ’t Scheep in Hasselt, be-MINE in Beringen, de nieuwe brandweerkazerne in Hasselt, enzovoort. Maar het grootste Limburgse bouwbedrijf is de provincie intussen al lang ontgroeid. Zo zijn het bezoekerscentrum aan Het Steen in Antwerpen, de mega-hangar van Defensie in Melsbroek, de nieuwe topsportschool in Wilrijk, en straks ook het nieuwe casino van Middelkerke, enkele grote referenties van de Democo Group.

De onderneming bestaat inmiddels uit zeven bedrijven die zich specialiseren in een breed spectrum van activiteiten in de bouw, zoals onderhoud, ontwikkeling, afwerking en technieken. Ze dragen namen als AEW, Deholi, Demtec, Vandenbriele en Ciril.

De groei in aantal en grootte van projecten vertaalt zich in de cijfers. Sinds 2013 steeg de omzet van 171 miljoen euro tot 329 miljoen euro in 2020. “Voor het lopende jaar wordt de omzet geraamd op 356 miljoen euro”, aldus Frederik Bijnens, algemeen directeur Bouw en Technieken. “Als we zo blijven evolueren stevenen we in 2026 af op een omzet van 500 miljoen euro. Dat zijn mooie cijfers in een volwassen markt.” Het personeelsbestand is inmiddels gestegen tot zo’n 840 mensen.

Democo verklaart zelf het succes door de toewijding van het personeel. Een facet waar historisch veel belang aan wordt gehecht. Meer nog, het ligt zelfs aan de basis van de oprichting van het bedrijf. Toen Cyriel Demot in 1977 werd ontslagen als directeur van een bouwbedrijf omdat hij het in een dispuut over lonen had opgenomen voor de werknemers, brak er een staking uit. Het personeel protesteerde met het spandoek: “Wij verlangen papa Demot terug”. Cyriel was zodanig onder de indruk dat hij prompt besliste om zelf een ander en beter bouwbedrijf uit de grond te stampen. De rest is geschiedenis…