De lokale en provinciale takken van de 3 grote werkgeversorganisaties VKW, Unizo en Voka roepen het stadsbestuur van Beringen op om zijn nieuw belastingreglement grondig te herzien. De oppervlaktebelasting moet 1 miljoen euro extra in de kassa brengen, wat voor de bedrijven “een slag in het gezicht” is.
Beringen voert een administratieve vereenvoudiging door, waarbij een aantal belastingen geïntegreerd worden in één nieuw reglement. Met dat principe is niks mis, vinden de bedrijven, zelfs in tegendeel. Maar: als de rekening wordt gemaakt, stellen de ondernemers dat ze nu fors meer moeten betalen. Zo wordt het minimumtarief in het huidige voorstel opgetrokken naar 120 euro, waardoor er bij de kleinste ondernemers in Beringen, 300.000 euro per jaar extra opgehaald wordt. “Dat deze kleine ondernemers in tegenstelling tot in andere steden en gemeenten niet ondersteund worden door corona-maatregelen van het stadsbestuur, maakt het extra zuur”, aldus Bart Lodewyckx, gedelegeerd bestuurder van UNIZO Limburg.
Onmogelijk te rechtvaardigen
Daarnaast dreigen zogenaamde ‘hinderlijke’ bedrijven tot 3,5 keer het basistarief te moeten betalen. Dat komt overeen met een belastingverhoging van meer dan 700.000 euro oftewel 73% méér dan voorheen. “Dit valt op geen enkele objectieve manier te rechtvaardigen” stellen spitsbroeders Johann Leten en Ruben Lemmens van respectievelijk Voka en VKW Limburg. “De factorverhoging lijkt willekeurig gekozen om de totale opbrengst de hoogte in te jagen.”
Naar de rechter
De rekensom is snel gemaakt: “Een verhoging van de specifieke bedrijfsbelastingen van 1 miljoen euro op een totaal van 2,2 miljoen is een zeer sterke toename die voor ons niet door de beugel kan”, stellen de drie werkgeversorganisaties. “We roepen het stadsbestuur een laatste keer op om een grondige aanpassing van het belastingreglement door te voeren en vooral de geplande opbrengsten naar beneden te halen. “Wij vragen ook alle gemeenteraadsleden om hier in de vergadering van de gemeenteraad van november aandacht aan te besteden. We kunnen niet uitsluiten dat ondernemers via gezamenlijke juridische acties dit belastingreglement in zijn huidige vorm willen laten vernietigen. Niemand is echter gebaat bij een ellenlange procedureslag en we hopen nog steeds tot een gedragen akkoord te komen.”
