Karolien Sas (Foto: Raymond Lemmens)

Architecte moet van mijnsite nieuwe hotspot maken

Karolien Sas (36) is zopas benoemd tot kersvers directeur van be-MINE, de industriële erfgoedsite in Beringen, die in volle transformatie is. Met een mix van ontspanning, natuur, woongelegenheid en infrastructuur voor bedrijven moet het voormalige mijnterrein een trekpleister worden voor heel Midden- en West-Limburg.

Karolien Sas is architecte van opleiding. Ze werkte 9 jaar bij Q-Bus, het bureau dat onder meer op de mijnsite van Heusden-Zolder een aantal spraakmakende reconversieprojecten uittekende. Ze heeft dus wel wat ervaring in de herbestemming van voormalige mijngebouwen tot moderne, functionele infrastructuur. Daarna stapte ze over naar het team van BE-Mine, waar ze als projectmanager ook een aantal transformatiedossiers tot een goed einde wist te brengen.

Nu is ze in opvolging van Jeroen Huysmans en Pieter Vandergraesen benoemd tot directeur van de site. “Op zich is het vooral een voortzetting van wat ik als projectmanager deed”, vertelt ze. “Ik ken de dossiers, de gebouwen en de partners. Dat maakt het makkelijker om in die functie te stappen.”

Eén van de belangrijke dossiers die op tafel liggen, is be-NATURE: de herbestemming van de veelbesproken kolenwasserijen 1 en 3. “Dat is heel lang een heel moeilijk verhaal geweest. Toen er sprake was van het slopen van de kolenwasserijen zijn er bezwaarschriften ingediend. Maar vorig jaar is het in z’n plooi gevallen. Zeker in samenwerking met be-MINE PIT (het mijnbelevingscentrum van de provincie, nvdr.) wordt dit een bijkomende aantrekkingspool voor de site.”

En ook in het residentiële project Houtpark komt er beweging. “Ik geloof echt in de kracht van het team. We werken samen met vele handen, onder andere met goede architecten en studiebureaus. Alleen ben je niks, dan kan je nog zo creatief zijn als je wil en de beste visie op tafel smijten.”

En zo moet de directeur be-MINE verder uitbouwen. “Ik wil er vooral een leuke plek van maken. Waar iedereen naartoe kan komen om een leuke dag of een leuk weekend te hebben. Om te ontspannen, lekker te eten, een namiddag de natuur in te trekken op de terril of een fiets te huren. Een pure ontspanningssite waar je bij uitbreiding ook kan wonen, werken en naar school gaan. Met een hele belangrijke geschiedenis voor ons als Limburgers. Het is hier geen pretpark, maar wel onze geschiedenis, ons DNA. We weten dus de komende jaren zeker nog wat doen. Achteroverleunen zit er voor mij dus niet in. En als dat ooit wel aan de orde is, dan zoeken we iets anders.”