Alro staat weer helemaal op eigen benen. Nadat in 2012 al de participatie van de LRM terug werd overgenomen, heeft het bedrijf nu ook de laatste schijf terugbetaald van een lening van de LRM. Bovendien wordt weer hard aan groei gewerkt: er werden al honderden mensen opnieuw aangeworven en die trend zal zich in de komende jaren doorzetten.
Alro, dat gespecialiseerd is in de oppervlaktebehandeling van onderdelen voor de auto- en vrachtwagenindustrie, werd in 2009 door LRM gered. Een participatie van 20 procent zorgde ervoor dat Alro niet omviel. “Zonder de LRM had de toekomst er voor Alro heel anders uitgezien,” aldus Luc Thijs, die momenteel opnieuw 90 procent van de aandelen in handen heeft. “Die toekomst hing in het derde kwartaal van 2009 aan een zijden draadje. Het was alsof de wereld instortte. Van de ene dag op de andere verloren we 70 procent van ons orderboekje. In één jaar daalde de omzet van 150 naar 50 miljoen euro. Het was alsof ik door een spookfabriek liep.”
“We hebben drastische beslissingen moeten nemen,” zegt Luc Thijs. “Moeilijke beslissingen ook. Zo moest ongeveer de helft van de ruim 1.500 werknemers afvloeien. Tegelijkertijd werden ook het middenkader en de directie afgeslankt.” Maar dat was nog niet alles. Financieel directeur Jan Ramaekers: “Tegelijkertijd moesten we op zoek naar cash. We hebben echt alles ter discussie gesteld. Als alles goed gaat sta je daar niet bij stil, maar je houdt het niet voor mogelijk waar je kan op besparen.” Met de banken en overheden werden afspraken gemaakt rond gespreide betalingen. Ook van de klanten werd een inspanning verwacht. Luc Thijs ging bij alle klanten op bezoek. “Wij hanteerden een betalingstermijn van 90 dagen en als we daar al maar een maand vanaf konden doen, dan hadden we ons geld veel eerder. Natuurlijk kan je dat alleen proberen als je een perfect palmares hebt, altijd topkwaliteit levert en ook altijd op tijd bent. Raar was het natuurlijk wel, daar in het hoofdkantoor van BMW in München of bij een andere constructeur, voor de volledige Vorstand. Het straffe is dat er nu nog altijd klanten zijn die gewoon contant betalen.”
Dankzij de besparingen kon Alro ook blijven investeren, zowel in de nieuwe fabriek in Slovakije als in de fabrieken in Dilsen en Genk. “Onder meer in automatisering, want dat is noodzakelijk om het werk in België te houden,” vindt Luc Thijs. “De fabriek in Slovakije is een troef voor de groep, en heeft al meerdere malen geleid tot nieuwe projecten in België.”
Extra banen
Inmiddels is het tij gekeerd. De omzet groeit weer, sinds 2012 is er weer nettowinst. Dit jaar wordt gemikt op een omzet van 80 miljoen euro, in 2017 hoopt Luc Thijs de kaap van 100 miljoen te ronden. Ook op vlak van werkgelegenheid gaat het terug bergop. Momenteel heeft de groep circa 900 mensen in dienst, komende van 700 in 2010. De komende jaren verwacht Alro dat de werkgelegenheid tot meer dan 1.000 zal groeien. “Ook in onze Limburgse vestigingen,” zegt Jan Ramaekers. “Zo hebben we een belangrijk project in de wacht gesleept voor Mercedes, dat in de komende jaren goed is een 50-tal jobs.”