steffen wisemen rebranding

AI in Limburgse bedrijven: wel willen maar niet kunnen…

Programma's als Chat GPT zijn voor Limburgse bedrijven geëvolueerd van een nice-to-have naar een must-have. Althans: zo wordt beweerd in een bevraging die VKW Limburg en Wisemen heeft opgezet over de nieuwe technologische evoluties in de bedrijfswereld.

Wat zijn de voornaamste bevindingen uit de enquête van Wisemen (bedrijf van Steffen Brans) en VKW Limburg?

* 62% gebruikt vandaag al AI in een of andere vorm.
* 57% schat de impact van AI op zijn bedrijf in als 'hoog' of 'zeer hoog', vooral in marketing en verkoop.
* 82% gebruikt AI voor verbeterde efficiëntie en productiviteit.
* 79% beoordeelt de impact van AI op de algehele bedrijfsstrategie als 'positief' of 'zeer positief'.
* 72% denkt dat AI de toekomst van zijn/haar sector sterk zal beïnvloeden.
* 75% heeft plannen om het komende jaar AI-toepassingen te implementeren of uit te breiden.
* 66% geeft aan dat een gebrek aan kennis en vaardigheden over AI een probleem is.

"Uit die cijfers kunnen we concluderen dat Limburgse bedrijven zeker niet achterblijven als het gaat over de implementatie van artificiële intelligentie in hun bedrijf", zegt Steffen Brans van Wisemen. "Meer nog: een grote meerderheid is er vandaag al mee bezig en verwacht er in de toekomst nog meer op in te zetten. Dit zijn cijfers die de innovatiedrang van de bedrijven in onze provincie nog maar eens in de verf zetten."

Een conclusie die VKW Limburg al eerder meende te trekken. "We merken dat AI sinds anderhalf jaar een veelgevraagd onderwerp is voor onze seminaries, opleidingen en werkgroepen", vertelt Gert Schreurs. "Het viel daarbij op dat ondernemers en bedrijfsleiders vaak wel over AI hebben gehoord, maar niet altijd concreet weten hoe ze die technologie moeten gebruiken in hun organisatie. Er is op dat vlak dus werk aan de winkel. Binnen afzienbare tijd moet AI daadwerkelijk bijdragen tot radicale innovatie van de hele bedrijfsorganisatie, die vervolgens kan leiden tot forse productiviteitsverbeteringen. We gaan er mee aan de slag!”, besluit Gert Schreurs.