Een belangrijke reden waarom mensen van job veranderen, is de slechte sfeer onder de collega’s. Roddels, kliekjesvorming, ‘mouwvegen’, pesterijen… het is schering en inslag. In de zoektocht naar oorzaken en gevolgen van al dat gekonkelfoes op de werkvloer, is organisatiecoach Nele Verrezen tot opmerkelijke vaststellingen gekomen. In haar boek dat later deze maand verschijnt, zet ze haarfijn uiteen hoe bepaalde figuren op het werk een systeem opzetten om hun collega’s ten gronde te richten en er zelf voordeel uit te halen.
Het boek heeft als titel: Gekonkelfoes in organisaties. Waarom roddelen niet zo onschuldig is. (*) De inhoud is gebaseerd op jarenlang studiewerk en praktijkervaring die Nele Verrezen heeft opgedaan als criminologe en mede-zaakvoerder van Marcells Journey, een bedrijf in Hasselt dat veranderingsprocessen in organisaties begeleidt. “Vooreerst wil ik toch even benadrukken dat we met ‘roddelen’ niet bedoelen dat iemand achter de rug een onschuldig weetje verspreidt. In onze context gaat het om een doelbewuste strategie om een bepaalde collega in diskrediet te brengen en er zelf voordeel uit te halen. Dat is dus helemaal niet onschuldig”, zegt de auteur.
Door de processen die hier in meespelen in kaart te brengen, wil ze het onderwerp uit de taboesfeer halen. “Onderzoek wijst uit dat maar liefst 25 procent van de werktijd verloren gaat aan roddelen. Het heeft ook altijd een grote mentale impact op het functioneren van de medewerkers. En ondanks de grote herkenbaarheid bij nagenoeg alle organisaties, wordt er meestal helemaal niets gedaan om het probleem aan te pakken. Terwijl het nochtans perfect mogelijk is om het tij te keren. Wij gebruiken daar een set van tools voor die uitstekend zijn om de situatie te ontmijnen.”
Frustraties
Enkele vaststellingen uit het boek: “We merken dat het pestgedrag het best gedijt als er veranderingen in de organisatie op til zijn. Mensen vrezen voor hun positie en gaan zichzelf in een beter daglicht willen plaatsen door anderen naar beneden te halen. Daar betrekken ze dan anderen bij om hun doel te bereiken. Een tweede voedingsbodem is een werkomgeving waarin de groep niet goed aan elkaar hangt. Dan is de drempel lager om collega’s te gaan isoleren en te viseren.”
Er zijn volgens Nele Verrezen 5 redenen waarom mensen over hun collega’s doelbewust gaan roddelen. “Ten eerste omdat ze willen meedoen met ‘de hoop’. Ze willen overleven en niet zelf als buitenbeentje beschouwd worden. Ten tweede doen ze het om hun frustraties te uiten. We zien daarnaast ook dat ze de eigen fouten willen maskeren, en daarom de aandacht afleiden naar anderen. Een vierde reden is dat ze graag in de belangstelling willen staan en tot slot is er een groep die gewoon plezier schept in anderen te zien lijden.”
Bijenkorf
Het systeem werkt volgens de auteur via een ketenstructuur. “Ik vergelijk het met een bijenkorf, waarin de koningin de spilfiguur is die de lijnen uitzet. Hij of zij -want het komt evenveel voor bij mannen als vrouwen- heeft rondom zich een aantal collega’s die als een soort werkbij, informatie verzamelen over de geviseerde persoon. Dat kan zowel persoonlijke als werkgerelateerde info zijn, waar de koningin op een bepaald moment mee uitpakt naar de leidinggevende. Als die ook meegaat in het systeem, is het hek helemaal van de dam. De slachtoffers zullen uiteindelijk weggaan uit de organisatie, waarna het principe herbegint, maar dan jegens een andere collega. Soms ook met een andere koningin. Het start altijd redelijk onschuldig, maar wordt snel doelbewust en systematisch.”
Nele Verrezen merkt dat in organisaties waar veel vrouwen werken, het probleem langer blijft sluimeren. “De zorg en het onderwijs zijn typische voorbeelden van sectoren waar het roddelcircuit stevige proporties aanneemt en een groot negatief effect veroorzaakt.”
Oplossingen
Hoewel het in erg veel organisaties dagelijkse kost is, wordt er weing tegen gedaan. “Leidinggevenden doen soms mee en zijn dus niet geneigd om in te grijpen. In andere gevallen doen ze niets omdat dan hun eigen blindheid voor het probleem naar boven komt. Achteraf, als wij als externe partij de zaak hebben uitgeklaard, zeggen ze wel altijd dat ze het veel eerder hadden moeten zien. Ze hadden de signalen opgevangen, maar konden het probleem niet definiëren…”
Hoe zoiets kan aangepakt worden? “Het helpt al enorm door in groep uit te leggen hoe het systeem van de bijenkorf werkt”, legt Nele Verrezen uit. “Mensen die eraan meedoen gaan het herkennen en inzien dat we hen door hebben. Dat kan de stroom al stoppen. Een andere manier is -als tegengewicht-, heel veel positiviteit in de organisatie te injecteren. Je kan ook de drijfveer van de koningin, bijvoorbeeld om in de belangstelling te staan, op een andere manier gaan invullen. Of de roddelaars een andere rol toekennen, ten minste als het dan niet herbegint met andere slachtoffers…”
De conclusie van de auteur is dat ze wil dat het roddelen en mentale pestgedrag verder wetenschappelijk wordt onderzocht en er nog meer kennis kan samengevoegd worden om het verwerpelijke gedrag te stoppen.
(*) Op dinsdag 29 mei wordt, in samenwerking met Voka Limburg, het boek “Gekonkelfoes in organisaties. Waarom roddelen niet zo onschuldig is”, officieel voorgesteld. Dit gebeurt van 12 tot 14u op de Corda Campus (Hal A). Wie dat wenst, kan erbij zijn mits een e-mail naar nele@marcellsjourney.be.