Het aantal arbeiders in de Limburgse bouwsector is sinds midden vorig jaar flink aan het dalen. Einde vorige maand waren er in Limburg nog 14.000 arbeiders geteld. Dat zijn er zo’n 500 minder dan ‘normaal’.
Dat blijkt uit de meeste recente cijfers die de Confederatie Bouw op de kop wist te tikken. De Limburgse bouwsector telde de afgelopen jaren zo’n 14.500 arbeiders. Maar sinds midden vorig jaar laten de statistieken een flinke terugval zien. Einde maart van dit jaar was het aantal arbeiders al gezakt tot het dieptepunt van 14.031. Ter vergelijking: in maart 2007 (nog voor het uitbreken van de crisis) waren er bijna 15.000 arbeiders in de Limburgse bouw. Sindsdien zijn er dus al bijna 1.000 arbeidersjobs in de Limburgse bouw verdwenen.
De Confederatie ziet verschillende oorzaken. “Vooreerst is er de crisis waardoor de activiteit in de bouw flink is teruggelopen,” zegt directeur Rik Mondelaers van de Confederatie Bouw Limburg. “Dat heeft geleid tot heviger concurrentie.”
Duurder statuut
Maar er is meer aan de hand. “Uit contacten met aannemers blijkt dat ook het nakende eenheidsstatuut een rol speelt. Aannemers ontslaan arbeiders of vervangen ze niet als arbeiders met pensioen gaan, uit schrik dat de arbeiders door het eenheidsstatuut fors duurder zullen worden. Alvast zeker bij ontslag,” zegt Mondelaers. “Heel wat aannemers denken er daarom aan om een beroep te doen op buitenlandse onderaannemers.” Mondelaers pleit alvast voor overgangsmaatregelen. “Het eenheidsstatuut dreigt immers de tewerkstelling in de bouw een flinke slag toe te brengen.”