De abdij van de trappisten van Westmalle, vooral bekend omwille van zijn bieren, drijft de productie van zijn kaas fors op. Nu wordt er jaarlijks 20 ton gemaakt. In de toekomst zal dat naar 75 ton per jaar gaan. De Westmalle-kaas zal voortaan ook te koop zijn bij vestigingen van De Keurslager en kaasspeciaalzaken.
Tot dusver was de kaas enkel verkrijgbaar aan de poort van de abdij en in het trappistencafé tegenover. De verhoging van de productie leidt niet tot een andere kaas, garanderen de monniken. “Kwaliteit, duurzaamheid en kleinschaligheid blijven kenmerkend voor onze kaasproductie”, beloven ze.
Melk valoriseren
De kaasmakerij wordt geleid door Broeder Francis, die de hulp krijgt van enkele andere monniken en drie lekenmedewerkers. De melk is afkomstig van de eigen boerderij. “We hebben een veestapel die jaarlijks duizenden liters melk produceert. Die melk gaan we meer valoriseren”, klinkt het. Met de geplande 75 ton blijft de productie eerder bescheiden in vergelijking met andere trappistenkazen. Orval produceert 150 ton en Chimay 800 ton.
De trappistenkaas van Westmalle is een halfharde, gerijpte kaas die traditiegetrouw wordt bereid van gethermiseerde, niet gepasteuriseerde melk. Naast een kaasmakerij en boerderij bevinden zich binnen de muren van de abdij een brouwerij en een bakkerij.