Beneens Joeri Olen

Vliegende reporter: Beneens Bouw en Interieur bv: “Bouwen met statiegeld is de toekomst.”

Beneens Bouw en Interieur bv uit Olen werkt vandaag - in een consortium met 7 partners - mee aan het meest circulaire kantoorgebouw van Europa. Het bedrijf heeft altijd een voortrekkersrol gespeeld als het gaat om duurzaamheid en circulariteit. Twaalf jaar geleden kreeg het al een prijs van OVAM omdat het 34 verschillende afvalstromen uit elkaar haalde en een tweede leven gaf, nog lang voor  afvalscheiding een wettelijke verplichting werd. Vandaag wil het familiebedrijf de voortrekkersrol meer dan ooit spelen, en bouwt het circulaire gebouwen die volledige demonteerbaar zijn. "Gestandaardiseerde bouwmaterialen kan je probleemloos hergebruiken. Bouwen met statiegeld, da's de toekomst."

 

“We waren de eerste die snijresten van Gyproc bijhielden, en daarmee bij de producent aan de deur stonden”, zegt medebestuurder Joeri Beneens van Beneens Bouw en Interieur bv. “‘Dit is jullie overschot, maar er maar iets nieuws van’. En zo is het bedrijf cradle-to-cradle-platen gaan maken.” Door zijn functie als bestuurder bij de Bouwunie en Confederatie Bouw kon Joeri ook andere bouwbedrijven inspireren. “Soms is er hier een vergadering en kan je on-site collega-ondernemers ideeën bijbrengen. Intussen zien we dat het een wettelijke verplichting is om heel wat afvalstromen uit elkaar te halen. Daar waren wij bij Beneens 12 jaar geleden al mee klaar.”

Hoe moeilijk is het om de eerste te zijn?

Dat kost dikwijls geld. Als we nieuwe, efficiëntere machines kopen, dan heb je al eens kinderziektes in je bedrijf. Je hebt dan wel die voorsprong in tijd, en dat verdien je in de jaren er na terug. Maar soms moet je ook mee oplossingen zoeken, bijvoorbeeld met afvalverwerkende bedrijven. Toen wij oplossingen zochten voor ons afval 15 jaar geleden, lagen die niet klaar in de schuif. Dan moet je samen met hen aan de slag gaan en oplossingen zoeken. Dat vraagt tijd en is een investering. Dat pionierswerk geeft langs de andere kant ook gratis reclame die je in return krijgt.

Zit dat innoveren in het DNA van Beneens, denk je?

Ik hoor het hier vaak zeggen door onze medewerkers: ‘hier gebeurt altijd wel iets, we zijn altijd wel met iets nieuws bezig’. Mijn vader zocht dat al op, en ik heb ook die kriebel. We zoeken de projecten op waar een bepaalde complexiteit inzit, waarbij het wat moeilijker is. Die uitdaging maakt dat je ’s morgen heel graag opstaat, en ’s avonds pas laat je computer weer afzet. Maar het geeft zeker ook plezier in je dagelijks werk.

We zijn altijd wel nieuwe bouwmethodes gaan zoeken, via beurzen bijvoorbeeld. Soms gaan we ook gewoon het warm water uitvinden. Meer dan 10 jaar geleden hebben we het eerste CLT – cross-laminated timber- gebouw gezet. Je gebruikt dan kruisgelaagde platen in volmassief hout waarmee je gebouwen gaat zetten. waaronder ons eigen kantoorgebouw 6 jaar geleden. Tien jaar geleden deden we ons eerste CLT-project voor klanten. Dat was een kantelmoment, toen we op houtbouw zijn gaan inzetten. We hebben hier ook al concurrenten rondgeleid en aangemoedigd om dit te gaan doen. Wat heel goed is, want de milieu-impact van dergelijke gebouwen is veel lager. De co2-uitstoot in de bouwsector komt vandaag voor een groot deel door cement te gebruiken. Hout werkt net omgekeerd. Dat slaat de co2 op in zijn materiaal. Bovendien, als we meer met hout gaan werken, gaan ze wereldwijd meer bossen planten.

Het is telkens weer experimenteren, en het lukt niet altijd van de eerste keer. Drie weken geleden stond ik nog op een zaterdag met de mannen mee op een dak. Het nieuwe mengsel voor het dakbeschot stijfde niet op. Tegen de middag hebben we er alles met de schop terug moeten afhalen en schoonmaken. Op dat moment moet je bijstellen en bijleren.

Joeri Beneens – Beneens NV

Zou je innovatie terug op dezelfde manier in je bedrijf brengen?

Ik ben heel trots op wat de generaties voor mij gedaan hebben binnen ons bedrijf. Het is een soort opvoeding die ik meekreeg, en je pakt dat vast en doet er mee verder. Die bouwmethodes die we vandaag toepassen rond circulariteit, daar zijn we de eerste mee in de markt. Maar de ontwikkeling heeft heel wat voeten in de aarde gehad. Het is telkens weer experimenteren, en het lukt niet altijd van de eerste keer. Drie weken geleden stond ik nog op een zaterdag met de mannen mee op een dak. Het nieuwe mengsel voor het dakbeschot stijfde niet op. Tegen de middag hebben we er alles met de schop terug moeten afhalen en schoonmaken. Op dat moment moet je bijstellen en bijleren.

Op welke realisaties in onze regio Kempen ben je bijzonder trots?

In Geel hebben we schoenwinkel Pedico gedaan, en ook de afwerking van Square One, het kantoorgebouw in Geel. Er was de eerste 2-bouwlagen hoge 3D-geprinte woning, de kantoren en het bedrijfsgebouw van Umicore in Olen. En ook nog eigen projectontwikkelingen die gezien mogen worden. In Kamp C in Westerlo werkten we mee aan de eerste 3D-geprinte woning in Europa en zelfs de hele wereld. De lijst is enorm, we doen zo’n 60 werven tegelijk per jaar.  En ja, het nieuwe project op Kamp C is toch ook iets bijzonders.

 

We bouwen hier met statiegeld. De milieu-impact van dergelijke gebouwen is vandaag zo laag dat het eigenlijk een verbetering is voor het milieu.

Joeri Beneens – Beneens NV

We hebben dit project ingediend met een consortium. Dat omhelst 7 bedrijven en organisaties: Beneens, TEN, Streng-th, Muurtuin, West Architectuur, Tenerga en VITO. De bedoeling was om het meest circulaire kantoorgebouw van Europa te bouwen. Vandaag staat het wind- en waterdicht. Het is volledig demonteerbaar, en er zit nergens cement in het gebouw, niet voor de fundering en niet voor de chape.

We hebben standaardisatie in het proces gebracht door een vaste grid te gebruiken van 5 op 5 meter. Alle kolommen, gangen, muren gebruiken deze standaard-grid. Dat maakt dat alle wanden en kolommen uitwisselbaar zijn, naar andere bouwwerven en projecten. Je kan perfect bouwmaterialen van de ene naar de andere verplaatsen zonder dat er afval is. We bouwen hier met statiegeld. De milieu-impact van dergelijke gebouwen is vandaag zo laag dat het eigenlijk een verbetering is voor het milieu.

Is het gebouw dan ook duurzaam in gebruik?

Inderdaad. Ook voor het digitale aspect in dat gebouw hebben we mooie stappen gezet. In de BIM-tekening steken we alle technische fiches, materialen en de demonteerbaarheid van de onderdelen. Dat wordt geen post-interventiedossier meer zoals vroeger, dat een kruiwagen vol klasseurs was om in een kast te zetten. We geven nu een viewer af met QR-code, wat ineens ook een ‘gebouwenbeheersysteem’ zal zijn.

Het gebouw is door Calculus uitgerust met sensoren, die de luchtvochtigheid en temperatuur meten: hiermee kan je de luchtkwaliteit of aanwezigheid van mensen meten. Zo kunnen onmiddellijk we verbeteringen doen als het nodig is, bijvoorbeeld bij slechte luchtkwaliteit. Als er iemand binnen is, moet het licht pas aan. Zo kunnen we het gebruik van het gebouw ongezien efficiënt maken. Tenerga plaatste een ‘beo-veld’ (18 grondboringen van 145 cm diepte voor koude- en warmteopslag in de aarde) en voorziet warmtepompen, en onze afdeling Benetech plaatst de volledige HVAC. Het onderhoud kan je met tickets genereren uit het systeem. De technieker die er dan naartoe gaan, kan dan zien waar hij moet zijn en welk werk hij moet doen. Muurtuin zorgt voor een ’total value wall’, dat zijn groene muren die het water zullen zuiveren.

Het prachtige aan dit verhaal is dat het informatiseren wel veel werk heeft gevraagd, maar het standaardiseren gaat nu veel eenvoudiger. Als we nu kunnen ontwerpen met een soort standaard, en we hebben die bibliotheken al klaar, dan is het postintervenstiedossier klaar voor we aan het gebouw gaan beginnen. Elk materiaal kan je scannen, zodat je alle info erover krijgt. En als het ooit gedemonteerd wordt, kan je de onderdelen later op een soort dating-site zetten, waarbij andere bouwheren er een optie op kunnen nemen voor een nieuw project. Dit heet urban mining, met een futuristisch woord. Maar deze manier van werken kan vandaag.

Hoe gaat het nieuwe gebouw bij Kamp C de bouwsector kunnen inspireren?

Kamp C gaat er een expo van maken voor de bouwsector, scholen, mensen uit de sector, om te tonen wat er vandaag allemaal mogelijk is. We hopen dat door de standaardisatie, met vaste maten werken, dat iedereen gaat denken in termen van bouwen met statiegeld. En we hopen dat nieuwe generaties later hun bouwmaterialen gaan halen uit bestaande gebouwen. Dat is de bedoeling.

De voortrekkersrol is gezet. Het is nu aan de overheid om dit door te duwen in hun aanbestedingen. We voelen nu al dat er meer aandacht is voor milieu-impact en circulariteit. Als de overheid dit meer gaat meenemen in plaats van alleen de laagste prijs, dan gaat het meer standaard kunnen worden. Ik doe de oproep nu – in Made in Kempen – maar ook bij politici en stadsbesturen rechtstreeks: ga niet alleen voor de laagste prijs. Er moet niet altijd gevochten worden voor de laatste euro. Milieu-impact moet een rol krijgen bij nieuwe gebouwen. We moeten dat op de eerste plaats zetten.

Hartelijk dank, Joeri, voor dit inspirerende gesprek.

Beneens Bouw en Interieur bv is een bouwgroep uit Olen. Stichter Jozef Beneens begon in 1935 als zelfstandig schrijnwerker. Het bedrijf bestaat 85 jaar en heeft zo’n 140 mensen in dienst. Binnen de groep zijn er verschillende afdelingen – in interieurbouw, buitenschrijnwerk, CLT-bouw – waardoor totaalprojecten volledig binnen de groep aangenomen en uitgevoerd kunnen worden. Aan het hoofd van het bedrijf staan Jo en Joeri Beneens. In de groep zitten ook nog Beneens Alucon, geleid door Luc Beneens en Benetech, waar Ward Beneens en Niels Van Limbergen aan het hoofd staan.