“Vier maten in de tomaten. We zien ullie geire”, zo zong algemeen directeur Wouter Vankeirsbilck van Den Berk Délice de vier oprichters vorige maand toe tijdens de viering van hun tienjarig bestaan. Op de voorste rij luisterden die vier maten – Luc Beirinckx, Hans van Gool, Paul Van De Mierop en Koen Lauwerysen – ontroerd toe. “Onze algemeen directeur zingt tijdens zijn vrije uren in een bandje. We waren verrast”, lacht Luc Beirinckx als we de anekdote ophalen. We drukken hem en zijn ‘maat’ Hans van Gool de hand in de moderne hal van zijn bedrijf Salmmeir in Rijkevorsel. De twee willen ons maar wat graag de geschiedenis van Den Berk Délice vertellen.
Een voor allen, allen voor een
“Zo’n 25 jaar geleden hebben we elkaar via een studieclub leren kennen tijdens rondgangen op andere tuinbouwbedrijven”, vertelt Hans van Gool. “Alle vier waren we gepokt en gemazeld in de tomatenteelt. We hadden allemaal ons eigen kleine bedrijf, waar we samen met onze partner hard in werkten. Al snel kwamen we tot de vaststelling dat we met ons vieren dezelfde interesses en passie deelden. We hadden dezelfde spirit. Vier karakters die elkaar vonden en uitdaagden.”
“Niet alleen deelden we dezelfde waarden en normen: eerlijkheid, streven naar kwaliteit en perfectie en openheid”, zo vult Luc Beirinckx aan. “Maar ook hoe we in het leven stonden. Hoe we naar de opvoeding van onze kinderen keken bijvoorbeeld. We kunnen perfect samen op reis gaan met onze partners. Het zijn altijd leuke vakanties waar we allemaal naar uitkijken. Natuurlijk wordt er dan ook nog over het werk gepraat. Ons werk is ons leven, onze passie. Onze ouders hadden dat ook. We hebben dat van hen meegekregen. En ook aan veel van onze kinderen hebben we die passie doorgegeven.”
‘Tomatendenktank’
De vier zagen elkaar wekelijks in een ‘tomatendenktank’, waarbij ze hun bedrijfsgeheimen in alle openheid met elkaar deelden. “Eerst was die informatie heel teeltgebonden”, legt Luc Beirinckx uit. “Maar later wisselden we ook informatie uit over alle andere aspecten van de bedrijfsvoering. Over de kosten die we maakten voor meststoffen, of over de verzekeringen die we afsloten. En hoe we de administratie aanpakten. We gebruikten die info om onze bedrijven op punt te zetten. We handelden in functie van het algemeen belang, niet in ons eigen voordeel. Onze betrachting was: hoe worden we er samen beter van?“
“Aan grootspraak deden we nooit”, zegt Hans van Gool. ”Altijd hielden we onze beide voeten op de grond en probeerden we elkaar vooruit te krijgen. Elkaars concurrenten zijn we nooit geweest, altijd collega’s. Als er van concurrentie al sprake was, bestond die erin om het in ons eigen bedrijf beter te willen doen en elkaar daar in te stimuleren. Zonder dat groepje van vier hadden we in onze eigen bedrijven nooit die hoge productie gehaald. Als Luc andere voedingsstoffen gebruikte of andere temperaturen in zijn serre aanhield en zo betere resultaten en meer kwaliteit haalde, konden de andere drie daar van leren. We zijn ook samen meststoffen, planten en materialen gaan aankopen. Zo konden we scherpere prijzen bedingen.”
Grote loyaliteit
Frappant was dat die nauwe samenwerking tussen het viertal aanvankelijk niet resulteerde in het oprichten van één groot tomatenbedrijf. Alle vier bleven ze hun eigen bedrijf bestieren. “Voor veel buitenstaanders was onze samenwerking onbegrijpelijk”, legt Luc uit. “Beeld je in: opgeteld teelden we met z’n vieren op negen locaties en vormden we dertien verschillende vennootschappen. Al die bedrijven hadden verschillende aandeelhouders en verschillende eigenaars. Toch bleven we het goed met elkaar vinden en hebben we nooit ruzie gehad. Het illustreert de grote loyaliteit tussen ons.”
Pas ruim tien jaar geleden, in 2014, besliste het kwartet om alle commerciële activiteiten te centraliseren onder de gezamenlijke vlag van Den Berk Délice. “Die omslag is er gekomen omdat we steeds meer speciale tomatensoorten teelden”, legt Hans van Gool uit. “Tot in 2014 produceerden we vrijwel uitsluitend vlees- en trostomaten. Met Den Berk Délice creëerden we ons eigen merk en herkenbare logo. Daarmee konden we rechtstreeks naar onze klanten, de retailers, stappen.”
Den Berk Délice is vandaag de grootste tomatenproducent van België. De locaties in Merksplas, Herentals, Rijkevorsel en Oud-Turnhout – en recent opende ook een vestiging in Agadir in Marokko – zijn samen goed voor 102 hectare aan serre-oppervlakte. Het bedrijf telt meer dan duizend werknemers.
Kathedralen van glas
De tomatentelers hebben ons uitgenodigd op Salmmeir, hun locatie in Rijkevorsel. Wie niet vertrouwd is met de hedendaagse tuinbouwbedrijven, kijkt in de serre z’n ogen uit: de ‘broeikasten’ van weleer zijn vandaag uit hun voegen gebarsten en uitgegroeid tot ware ‘kathedralen van glas’. Per hoge uitzondering mogen we het heiligdom betreden. Maar dan wel in een witte overall, met dubbel ontsmette handen en met de uitdrukkelijke vraag om niets aan te raken. We voelen ons alsof we de hermetisch afgesloten Covid-afdeling van een rustoord bezoeken: de telers zijn er als de dood voor dat we een schadelijk virus zouden binnenbrengen.
In de enorme glazen koepel schijnt een feeëriek licht en worden we aangenaam verrast door de warmte. Rond de serre giert de wind en hangt er een grijs wolkendek, maar hierbinnen is het 22 graden. We zijn jaloers op de tomaten. “Dit is ons paradijs”, zegt Luc Beirinckx trots. “Hier werken we 7 dagen op 7, 24 uur op 24. Maar nooit tegen onze goesting. Als het goed weer is en ik loop door de serres, dan zou ik een strandstoel gaan halen en erin gaan zitten. Zo graag zijn we ermee bezig.”
Als we na het serrebezoek ons gesprek verderzetten in de ruime vergaderzaal van het bedrijf, mogen we plaatsnemen aan een lange tafel die speciaal voor ons gedecoreerd is met ‘stillevens’, bestaande uit allerlei soorten tomaten. Het zijn de soorten die Den Berk Délice de voorbije jaren op de markt heeft gebracht. Ze vormen een kleurrijk spektakel: de rode en gele kerstomaten op tros van hun bekendste merk Miss Perfect Délice, de robuuste heirloom-soorten, de bruine Kumato en de zwarte Yoom.
“Als je ons palet ziet liggen, met al die variatie in kleuren en smaken, merk je toch onze passie”, zegt Luc Beirinckx. “We hebben ondertussen ook al heel wat prijzen gewonnen op basis van onze smaken. We zijn zelfs al uitgeroepen tot de lekkerste tomaten in Noorwegen. “
Wat we hier gepresenteerd krijgen, staat mijlenver af van het vroegere eenzijdige aanbod aan tomaten. Tot ongeveer de jaren negentig kwamen er in de Belgische huishoudens en restaurants alleen vleestomaten op het bord. “De ommekeer in de Belgische tomatensector is in 1997 begonnen”, zo weet Hans van Gool ons exact te vertellen. “Tot dan teelden we in ons land uitsluitend vleestomaten. Die leverden heel veel productie op, maar waren niet top van smaak. Als tomatentelers hebben we toen besloten naar een betere kwaliteit en smaak te gaan streven.”
“Vandaag is het onze overtuiging dat je mensen alleen met een lekkere tomaat kan overhalen om meer tomaten te eten. Daarom focussen we de jongste jaren zo op smaak en veelzijdigheid. We waren in België bij de eersten om smaakvolle specialty-tomaten en snackgroenten op de markt te brengen. Den Berk Délice is daarin zonder meer een pionier.”
Gedreven ontdekker
Van de vier tomatentelers is Hans van Gool de gedreven ontdekker, die steeds weer op zoek gaat naar nieuwe soorten. Zijn bedrijf Benteltom in Oud-Turnhout is het R&D-centrum van Den Berk Délice. Er worden niet minder dan 200 verschillende rassen geteeld. Net zoals een wijnkenner wijnen gaat degusteren, bezoekt Hans vaak ‘zaadhuizen’ om er nieuwe tomaten te proeven en te ontdekken. “Ik bezoek er per dag maar twee”, zegt hij. “Anders geraken mijn smaakpapillen overwerkt. Dankzij die nauwe samenwerking en goede relatie met veel zaadhuizen zijn we sterk in innovatie. Als Den Berk Délice zitten we mee aan het stuur.”
Voor onze neus ligt zo’n primeur waarmee Den Berk Délice dit jaar uitpakt. Maak kennis met de Miss Perfect Crunchy Berry, piepkleine pareltomaten in een tros. “Ze zullen ook zoals een druiventros verkocht worden”, legt Luc Beirinckx uit. “Ze zijn uitstekend geschikt om bij het aperitief te eten. Je legt de tros op tafel, samen met wat kaas en charcuterie, en de gasten kunnen de tomaatjes van de tros plukken. Dit jaar nog zal je ze in België kunnen kopen bij Delhaize en Okay.”
In Nederlandse handen
In januari haalde Den Berk Délice het nieuws met een opvallende overname. De Nederlandse investeringsmaatschappij Egeria kocht een meerderheidsbelang, zodat het Kempens bedrijf in Nederlandse handen kwam. Een beslissing waar lang over is nagedacht. ”We zijn met z’n vieren ouder aan het worden”, legt Luc Beirinckx uit. “Ook op ons staat een houdbaarheidsdatum. De voorbije jaren hebben we hard gewerkt, over enkele jaren willen we meer genieten van het leven.”
“Veel andere tuinders stoppen met investeren eenmaal ze de 50 bereikt hebben. Maar wij willen niet uitbollen. Integendeel, we willen blijven groeien en de beste speler in Europa blijven. Ook willen we een toekomst bieden aan al onze werknemers. Het zou zonde zijn als het bedrijf zou doodbloeden. We hebben lang gezocht naar een geschikte investeerder. Met Egeria zijn we zeker die te hebben gevonden. Het bedrijf heeft dezelfde waarden en normen als wij. Hun DNA past perfect bij ons.”