Vanhout tekent gedragscode met leveranciers en onderaannemers

Bouwbedrijf Vanhout uit Geel draagt maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid al jaren hoog in het vaandel. Omdat twee derde van de omzet aankopen en onderaanneming betreft, besliste de holding boven Vanhout, Groep Besix, om van duurzaam en verantwoord aankopen en onderaannemen een prioriteit te maken. Vanhout schaart zich ten volle achter deze beslissing.

„De wereld staat niet stil”, zegt gedelegeerd bestuurder Jef Lembrechts. „Doorheen de jaren maakte Vanhout werk van nieuwe evoluties in ondernemen. We waren onmiddellijk mee het het veiligheidsgebeuren en de certificeringen rond milieu en kwaliteit, en stelden 4 jaar geleden al een rapport op rond maatschappelijk verantwoord ondernemen. We realiseren 140 miljoen euro omzet, waarbij we voor meer dan de helft beroep doen op onderaannemers en toeleveranciers. Als wij onszelf normen opleggen, kunnen we die alleen maar waarmaken als ook zij deze onderschrijven.”

„Woensdag 11.12.2013 hebben wij onze honderd belangrijkste leveranciers en onderaannemers uitgenodigd voor het ondertekenen van een charter dat duurzaam en verantwoord aankopen en onderaannemen onder de aandacht brengt.  Dit charter roept op tot transparantie tussen onze inkopers en onze leveranciers, tot eerlijkheid en wederzijds vertrouwen en respect voor medewerkers, materieel, milieu en wetgeving. Een 80-tal bedrijven waren aanwezig. Naast het ondertekenen van het charter hebben we op een informele manier samen van gedachten gewisseld over de uitdagingen die onze sector treffen: thema’s als sociale dumping, buitenlandse ondernemingen die onze prijzen ondermijnen,… We bespraken onder gelijkgestemden hoe we deze uitdagingen op een creatieve manier het hoofd kunnen bieden: door toegevoegde waarde te bieden en te streven naar partnerships op lange termijn. Vanhout werkt niet alleen in de Kempen, maar ook nationaal. Als ik zie welke moeite sommige leveranciers uit Midden-Nederland of vanuit de kustregio zich getroosten om op dit event aanwezig te zijn, dan denk ik dat we ervan uit mogen gaan dat dergelijke initiatieven zeker geapprecieerd worden.”