Fons Van Huffel is 86 jaar en al geruime tijd met pensioen, maar hij blijft terecht fier op zijn prestatie. “Ik ben in bijberoep begonnen als verzekeringsagent in 1963”, vertelt Fons. “Twee jaar later behaalde ik al de eerste plaats van beste verzekeringskantoren bij DVV. In 1968 werd ik hoofdagent van DVV in de Noorderkempen. Toen ik voor de dertigste keer werd uitgeroepen tot beste verzekeringskantoor, wisten ze bij DVV eerst niet welk cadeau ze me konden geven. Het is een portret geworden dat Louis Van Gorp uit Arendonk in 1998 van mij heeft geschilderd. Ik ben meerdere keren gaan poseren, maar het resultaat is heel mooi en hangt nog altijd aan de muur in mijn woning.”
“Omdat ik al zo vaak de eerste plaats had gewonnen, noemden ze me op het hoofdkantoor van DVV de keizer. De verzekeringsmaatschappij bestaat sinds 1929 en ze hadden nog nooit meegemaakt dat dezelfde agent zo vaak won. Ik denk ook niet dat het record van mij ooit gaat sneuvelen. Mijn kantoor is altijd op de Vrijheid geweest. Eerst naast het gebouw waar nu het hoofdkantoor van de politie Noorderkempen is. Later verhuisde het naar het pand dat nu het kantoor is voor Immo Van Huffel. Sinds 2000 is het kantoor op de hoek van de Vrijheid en de Tinnenpotstraat. Tot mijn 82ste ben ik er elke voormiddag nog gaan werken”, aldus Fons Van Huffel.
Persoonlijk contact
Fons’ zoon Luc nam meer dan twintig jaar geleden het kantoor over. Sinds vorig jaar staat met kleinzonen Niels en Willem de derde generatie Van Huffel aan het roer. “We verzekeren ongeveer 3.200 gezinnen”, legt Niels Van Huffel uit. “We evolueren naar een wereld met steeds minder persoonlijk contact met de klanten. Op heel wat plaatsen moet je eerst een afspraak maken. Voor ons blijft een nauw contact met onze klanten zeer belangrijk. Dat ze bij ons terecht kunnen voor hulp bij het invullen van de belastingbrieven draagt daar toe bij.”
“Door het coronavirus was het voor ons de voorbije twee jaren niet altijd gemakkelijk werken. Het heeft ons ook wat voorzichtig gemaakt met plannen om het zestigjarig bestaan te vieren, maar we laten het niet onopgemerkt voorbij gaan.”