“Al in 1966 beseften sommigen dat de valleien van de Kleine en de Grote Nete uniek zijn in Vlaanderen”, zegt gouverneur Cathy Berx. “Het gebied werd niet veel later naar voren geschoven als één van de elf natuurparken die de ruggengraat van onze Vlaamse natuur moesten worden. Deze natuurparken kwamen er nooit. Nu, meer dan een halve eeuw later, proberen we die ambitie gedeeltelijk waar te maken door met beide valleien te kandideren als één Landschapspark.”
“Met deze kandidatuur tonen we aan welke talrijke troeven het gebied heeft: relatief gave valleien met prachtige natuur verweven met landbouw, talrijke cultuurhistorische parels en een toeristisch – recreatieve infrastructuur. Het voorstel voldoet ruimschoots aan alle vooropgestelde criteria. Maar vooral tonen we aan dat nagenoeg alle actoren een gemeenschappelijke visie en ambitie hebben.”
Gedeputeerde Jan De Haes: “De valleien van de Kleine en Grote Nete zijn bijzonder waardevol, maar we staan er tegelijkertijd voor grote uitdagingen. Meer dan ooit is duidelijk dat onze riviervalleien een cruciale schakel vormen in de strijd tegen een veranderend klimaat. Daarenboven is de nood aan een beleefbaar landschap nog nooit zo groot geweest als nu. Met zijn uitgesproken beekvalleien en duinenruggen kan dit gebied dan ook verder uitgroeien tot hét uithangbord van de Kempen in binnen- en buitenland.”
De realisatie van bijkomende natuur- en bosgebieden gebeurt in uitvoering van het door de Vlaamse overheid uitgewerkt omgevingsbeleid. Buiten de gebieden van het VEN en Natura 2000-netwerk is vrijwilligheid een uitgangspunt voor het versterken of uitbreiden van natuur of bos. De erkenning als Landschapspark zal geen bijkomende wettelijke verplichtingen of beperkingen opleggen aan eigenaars of gebruikers van percelen gelegen binnen park, staat in de conceptnota te lezen. De landbouwsector en de natuursector worden als partner betrokken bij de opmaak van het masterplan voor het Landschapspark.