Na het eerste kwartaal van 2024 telt SD Worx alvast zes procent van alle werkgevers die tijdelijke werkloosheid inroept. Hiermee zitten we al na drie maanden op hetzelfde niveau als het jaarcijfer pre-corona, in 2018 en 2019, toen het totale cijfer rond de zes à zeven procent bleef op jaarbasis. In 2020 stelde SD Worx bijna een verdubbeling vast (13%) en in 2021 een serieuze terugval tot maar 5% van de werkgevers. Dit staat nog los van de ‘tijdelijke werkloosheid -overmacht- omwille van corona of de oorlog in Oekraïne’. Maar in 2023 bleef het aandeel werkgevers verder stijgen tot een op de tien werkgevers (10%).
Hoe groter de organisatie, hoe meer kans op tijdelijke werkloosheid. De helft van de werkgevers met meer dan 500 werknemers doet er in 2023 beroep op. Bij kmo’s met minder dan 20 werknemers blijft het beperkt tot zes procent; met minder dan 50 werknemers 16%.
De sector speelt een belangrijke rol. ”Het zijn vooral sectoren met arbeiders die tijdelijke werkloosheid om economische redenen inroepen. Voor de arbeiders betekent dit dat een op vijf arbeiders tijdelijk werkloos was om economische redenen in 2023. Dit is het hoogste cijfer van de laatste vijf jaar. Het kan tijdelijk een buffer van flexibiliteit zijn om geen medewerkers te moeten ontslaan”, duidt Jan Vanthournout, senior legal manager bij SD Worx.
Ook het grootste Paritaire Comité van de bedienden (PC 200) zit in de top 10 van sectoren die er meest gebruik van maken. Bij bedienden stijgt het percentage werknemers van 0,45% naar 0,78% in 2023. Na drie maanden zitten we nu al bijna op het jaarcijfer van 2022.
Jan Vanthournout van SD Worx: “Hoewel de tijdelijke werkloosheid bij bedienden altijd eerder laag is, moet het ons verontrusten als ook daar het gebruik van deze steunmaatregel stijgt. Dit gebeurt niet zomaar; enkel indien de organisatie gedurende de laatste vier kwartalen een aantal wettelijke voorwaarden aantoont, bv. een daling kent van omzet, productie of bestellingen of een zeker percentage van tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen voor arbeiders. Het risico op een herstructurering neemt dan toe. We zien dit als een rode vlag, denk maar aan industriële sectoren die producten of goederen produceren.”