Iedereen kent wel scharrelkippen, maar scharrelvarkens zien we nog niet zo veel in een wei rondlopen. Landbouwer Guy Van de Perre (44), tevens CD&V-schepen van Landbouw in Kasterlee, en zijn vrouw Caroline Hermans (44) baten op De Hese in het gehucht Grootrees in Kasterlee al twintig jaar hun eigen klassieke varkensbedrijf uit. Momenteel zitten er nog 1.500 varkens in hun stallen. Tegelijk staan er ook dertig krulstaarten in een nabijgelegen wei langs de straat. Het koppel besliste om naast hun traditioneel bedrijf ook een duurzaam alternatief aan te bieden. Met de boerderijslagerij Hesehesp bieden ze vanaf donderdag 6 oktober vlees aan van hun eigen scharrelvarkens.
“Nadat we twintig jaar bezig waren, stelden we bij onszelf de vraag of we ons varkensbedrijf nog eens twintig jaar op dezelfde manier zouden uitbaten. Dat was nog voor er sprake was van de stikstofproblematiek”, legt Guy Van de Perre uit. “Eerst dachten we om te starten met nieuwe teelten, maar dat is niet zo vanzelfsprekend. We willen de verandering in eigen handen nemen en zijn daarom gestart met scharrelvarkens.”
Speciale voeding
Guy en zijn vrouw zijn begin juli de eerste kwaliteitsvarkens gaan halen bij een kweker in Morkhoven (Herentals). Die dieren staan al de hele zomer in een met draad afgespannen weide. Vlak naast het veld staat hun eigen boerderijslagerij Hesehesp met een slagersatelier en een winkeltje. “De scharrelvarkens lopen altijd buiten en kunnen naar hartenlust wroeten in de grond. Varkens hebben van nature veel stress, maar dat is bij scharrelvarkens veel minder het geval”, vertelt de varkenshouder. “Dat zou een invloed moeten hebben op de kwaliteit van het vlees. We geven hen ook voeder dat speciaal is samengesteld om de gezondheid en de weerstand van de varkens zo hoog mogelijk te houden. In die voeding zitten onder meer eucalyptus, kurkuma, look, moerasspirea, kaneel en probiotica (goede bacteriën, red.). Omdat we nog maar pas gestart zijn, hebben we het vlees nog niet zelf kunnen proeven.”
Vlees bewerken
Guy en Caroline vervoeren zelf om de veertien dagen vier varkens met een aanhangwagen naar een slachthuis in Kalmthout. Het vlees van de geslachte varkens gaat meteen terug naar Kasterlee. Daar wordt het vlees verwerkt tot onder meer pensen, spek en varkenslapjes. “Het uitbenen en versnijden van karkassen en het bewerken van het vlees doen we helemaal zelf. Ik heb avondschool beenhouwerij gevolgd en krijg ook nog hulp van een ervaren slager”, zegt Guy Van de Perre. “We spelen met Hesehesp in op naar wat de maatschappij op zoek is. Heel wat mensen eten tegenwoordig minder vlees. Maar als ze toch vlees op tafel zetten, willen ze weten vanwaar het vlees komt en welke weg het heeft afgelegd. Ze verwachten ook dat de dieren een goed leven hebben gehad. Onze doelgroep is de doorsnee consument die een meerwaarde zoekt. We kunnen ons vlees niet aanbieden aan de prijzen van grote supermarkten zoals Colruyt of Delhaize, maar onze prijzen zijn vergelijkbaar met die van een slager in het dorp.”
Blikvangers
De jonge varkens komen bij Hesehesp toe als ze ongeveer 20 kilo wegen en ze gaan weer weg bij een gewicht van 130 kilo. “We willen onze boerderij ook heel visueel houden. Vandaar dat de varkens aan de straatkant staan. Er zijn de voorbije maanden al heel wat voorbijgangers gestopt om te kijken naar de varkens”, zegt Caroline Hermans. “Tussen de winkel en het slagersatelier is een raam zodat de klanten zelf kunnen zien dat we het vlees op een ambachtelijke manier verwerken. In tegenstelling tot veel andere hoeveslagerijen verkopen we geen vleespakketten. Je kan hier ook gewoon drie varkenslapjes komen kopen. Vlees kan ook via onze website besteld worden, maar het moet hier wel opgehaald worden.” Hesehesp wil via een kwaliteitsleverancier ook rundsvlees verkopen en op termijn ook kippenvlees.