bedrijf-sc

Slachthuis Sus Campinae investeert 1 miljoen in minder hinder

Het nieuwe varkensslachthuis Sus Campinae uit Oevel investeert 1 miljoen in bijkomende maatregelen naar minder hinder voor de buurt. Het gaat onder meer om extra luchtwassers, een biofilter op de waterzuivering en de aanleg van een nieuwe toegangsweg. Het Antwerpse provinciebestuur verleende het bedrijf gisteren een omgevingsvergunning nadat de vorige was vernietigd en een sluiting dreigde.

“Met de bijkomende investeringen investeren we nog verder om de impact van het bedrijf terug te dringen en ons maatschappelijk draagvlak nog verder uit te breiden”, zeggen Drik Nelen en Dany Cornelis van Sus Campinae. “Voor ons is dit maatschappelijk draagvlak erg belangrijk. Al van voor de start van de bouw van ons slachthuis communiceren we daarom op regelmatige basis met bewoners van de regio en onze buren op het bedrijventerrein. Met de investeringen zijn we ervan overtuigd dat we onze exploitatie verder kunnen zetten met een minimale impact op de omgeving.”

Dispuut
Het bedrijf is al een tijd in een dispuut verwikkeld met een plaatselijk actiecomité en ook het gemeentebestuur leverde een negatief advies af voor de nieuwe omgevingsvergunning. Andere instanties gaven dan weer hun zegen. Uiteindelijk besliste de bestendige deputatie om de vergunning toe te kennen.

“We zijn verheugd met het unaniem gunstige besluit van de deputatie en het vertrouwen dat we zo opnieuw verwerven”, aldus nog Dirk Nelen en Dany Cornelis. “We zijn er altijd van overtuigd geweest dat Sus Campiniae, dat gebruik maakt van de nieuwste technieken en strenge maatregelen neemt inzake milieu en dierenwelzijn, thuishoort op dit industrieterrein. Het industrieterrein waar wij gevestigd zijn, is een seveso-bedrijventerrein en huisvest zware chemische bedrijven. Dat betekent dat er zelfs bedrijven mogen gevestigd zijn die gevaarlijke stoffen produceren, wat wij niet doen. Dat we thuishoren op het industrieterrein in Oevel werd ook al bevestigd in de gunstige adviezen van de geconsulteerde onafhankelijke milieu-instanties en bovendien bekrachtigd in onze definitief verworven bouwvergunning.”