In de Société d’Arendonck, in de volksmond bekend als ‘t Poeier, werden tussen 1892 en 1964 vele tienduizenden kilo’s dynamiet geproduceerd, genoeg om heel België en Nederland plat te bombarderen. Toch werd 99,9% van de springstoffen van Arendonkse makelij niet verkocht als munitie voor bommen of ander oorlogstuig, maar wel voor gebruik in de Limburgse steenkoolmijnen en in steengroeves elders in Europa.
Staf Lasters en Karel Lavrijsen, de twee auteurs van De mythes ontmijnd, ontdekten dat ook de vaargeul van het befaamde Panamakanaal in het begin van de twintigste eeuw werd uitgegraven met Arendonks dynamiet. Het 81 kilometer lange kanaal tussen Noord- en Zuid-Amerika, is sinds de opening in 1914 de belangrijkste ader voor overzees transport in de wereld.
“In de gemeente- en rijksarchieven in Arendonk en Antwerpen hebben we verschillende vervoersdocumenten teruggevonden van enorme hoeveelheden dynamiet die vanuit Arendonk getransporteerd werden naar de haven van Antwerpen”, zeggen Staf en Karel. “Op al deze documenten staat telkens als bestemming: Panama. Ook de tijdsaanduidingen van al deze leveringen kloppen: exact in de periode dat het Panamakanaal gegraven werd door de Fransen. Bovendien hadden de kanaalbouwers nauwe contacten met Alfred Nobel (de uitvinder van het dynamiet, red.) en de Franse bestuurders van de Société d’Arendonck.”
Ravago Production
De productiesite van de Société d’Arendonck, met tal van werkateliers, magazijnen en burelen, werd in 1892 opgebouwd op de natuur- en heidegronden langs het kanaal Schoten-Dessel, tussen Brug 4 en Brug 5, waar nu de Rode Del is. Een deel van het vroegere fabrieksterrein van ‘t Poeier is vandaag ingericht als park voor weekendhuisjes, maar het grootste deel is eigendom van het aanpalende plastiekbedrijf Ravago Production.
Van de Arendonkse poederfabriek van weleer zijn nog heel wat restanten bewaard gebleven, onder meer van de vroegere magazijnen, aarden omwallingen en schouw.
Getipt door Belgisch koningshuis
Hoe en waarom de Fransen in 1892, intussen 150 jaar geleden, uitgerekend in Arendonk terechtkwamen om er een van de grootste dynamietfabrieken van Europa uit de grond te stampen? Staf en Karel vermoeden dat de Franse oprichters destijds getipt waren door het Belgische koningshuis dat vlakbij in Mol-Postel een aantal uitgestrekte bos- en landgoederen in eigendom had.
“Het beoogde heidegebied in Arendonk was voldoende groot (ongeveer 130 hectare, red.), was afgelegen, ver weg van de bewoonde wereld en dicht bij de grens. Nog een argument was dat Arendonk met haar toenmalige sigarennijverheid al veel ervaring had met fabriekspersoneel.”
In de topperiode van de Société d’Arendonck werkten er meer dan honderd arbeiders en bedienden, vaak met gevaar voor hun eigen leven. “In de loop der jaren zijn er heel wat ontploffingen geweest. Daarbij vielen in totaal twaalf doden. De grootste ramp vond plaats in 1927, toen de elektrische installatie van een machine defect raakte en een volledig atelier in de lucht geblazen werd. De zes aanwezige elektriciens en werknemers waren op slag dood.“
De Société d’Arendonck sloot in 1964 haar deuren. Tien jaar voor de sluiting werd op het terrein van ‘t Poeier nog een opmerkelijke investering gedaan voor het Amerikaanse leger, waarbij een heuse rakettenfabriek werd bijgebouwd. “Van 1954 tot 1956 werden in deze nieuwe fabriek 650.000 anti-tankraketten gemaakt. De obussen werden ter plaatse in elkaar gestoken, gevuld met vers geproduceerde springstoffen en uitgetest op een eigen schietstand. Daarna werden de tuigen verscheept naar Duitsland.”