Dessel heeft een nieuwe fase ingezet in het nucleaire tijdperk. Het NIRAS heeft een officiële vergunningsaanvraag ingediend voor het stockeren van laag- en middelactief kortlevend nucleair afval in de gemeente. Het gaat om het zogenaamde CAT-project. In afwachting van de toelatingen is reeds begonnen met de bouw van een loskade.
De nucleaire site van Mol-Dessel wordt naar alle waarschijnlijkheid de plaats waar het laag- en middenactief kortlevend nucleair afval van dit land zal opgeslagen worden. De Nationale Instelling voor Radioactief Afval en verrijkte Splijtstoffen, NIRAS heeft daartoe officiële papieren ingediend bij het FANC, het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle.
Toch zal het nog een hele tijd duren vooraleer de eerste afvalstoffen geborgen kunnen worden. Evelyn Hooft van NIRAS schat dat het FANC zeker twee jaar zal nodig hebben om alle documenten door te nemen. Er moet overigens ook nog een openbaar onderzoek gevoerd worden.
Ondertussen zijn op het aangekochte terrein wél al de werken begonnen voor de bouw van een aanlegsteiger langs het kanaal. Om logistieke problemen in de regio te vermijden zal geprobeerd worden om zoveel mogelijk bouwmaterialen te vervoeren langs het kanaal. Er wordt evenwel nog niet gebouwd. “We zullen hooguit enkele voorbereidende terreinwerken doen.”
Indien het FANC de nodige vergunningen uitschrijft is de kous daarmee niet af. “Het eigenlijke vergunningsprogramma duurt nog decennia”, zegt Evelyn Hooft. “Zo zijn er voor alle mijlpalen in de levensloop van de bergingsinstallatie telkens toelatingen of vergunningen nodig opdat de installatie naar een volgende fase kan overgaan. Die stapsgewijze aanpak past de overheid toe om de veiligheid ook in de volgende levensfasen van de berging te verzekeren.”