mik

Mik ruilde Vlaamse zekerheid voor het starten van een Dominicaanse strandbar

TURNHOUT - Opstaan, in de file, werken, terug naar huis, voor de televisie hangen, bed in, repeat. Zo zag het leven van Mik Fannes-Labro er tien jaar geleden uit. Tot hij besloot de zekerheid aan de kant te schuiven en voor zijn droom te gaan. Vandaag baat hij een strandbar in de Dominicaanse Republiek uit. “Ik heb nog geen seconde spijt gehad van mijn zot idee.”

In 1492 vond Christoffel Columbus eindelijk een nieuwe zeeroute naar Azië. Achteraf bleek dat hij nog iets veel groters had ontdekt: een nieuw continent, Amerika. Maar tijdens die eerste reis bereikte Columbus helemaal geen vasteland. Hij verkende wel de eilanden San Salvador, Cuba en Hispaniola, dat vandaag bestaat uit Haïti en de Dominicaanse Republiek.

“Het Fortaleza San Felipe is een oud koloniaal fort dat dateert uit de tijd van Columbus”, vertelt Mik. “Het is vandaag een museum. Puerto Plata heeft ook de oudste school en het oudste ziekenhuis van het land. De meeste toeristen weten dat niet omdat het volgens de touroperators niet veilig is buiten hun resorts. Maar ze willen gewoon dat de mensen hun geld spenderen in hun complexen. Tien jaar geleden was het misschien niet overal even veilig. Maar de overheid heeft de criminaliteit zwaar aangepakt. Vandaag is Puerto Plata de veiligste stad van het land. Je kan hier met een gerust gemoed ’s nachts op straat wandelen.”

Elke dag hetzelfde

Amper tien jaar geleden was het Puerto Plata van de Kempen nog Miks thuis. “Dertien jaar heb ik in Turnhout gewoond. De Zwarte Ruiter aan het Zegeplein was mijn stamcafé. In de cocktailbar daartegenover heb ik mijn ex-vrouw Orquidea ontmoet, een Dominicaanse die al tien jaar in België woonde.”

Mik reisde graag en veel, nooit twee keer naar dezelfde bestemming. Daar bracht Orquidea verandering in. “Elk jaar gingen we een maand op familiebezoek naar Puerto Plata. Ik volgde Spaanse lessen om met iedereen te kunnen praten. Daar ben ik ondergedompeld in het echte Dominicaanse leven. Het plan was er al om na ons pensioen te verhuizen. Maar na een vakantie hebben we de knoop doorgehakt en zijn we definitief verhuisd. Ik wilde niet langer wachten.”

Evident was die keuze allerminst. “Mijn ouders werkten allebei als zelfstandigen. Zij hadden me op het hart gedrukt om goed te studeren en in vast dienstverband te werken. Ik had dus een goedbetaalde job bij een grote firma. Mijn huis was afbetaald, mijn vrienden en familie woonden in de buurt. Maar elke dag was hetzelfde: opstaan, in de file naar Antwerpen, een dag werken, thuis nog even televisie kijken en mijn bed in. Ik wilde niet nog dertig jaar lang alleen maar genieten tijdens de weekends en de vakanties.”

Coca-Cola en Lays

Op het strand van Puerto Plata openden Mik en Orquidea hun eigen strandbar, de Tropical Bar. “Ik ben opgegroeid in de horeca, mijn moeder was chef in een restaurant. Toen ik nog studeerde aan de Hogeschool Kempen deed ik vakantiewerk in de Lunch Garden in Turnhout. Blijkbaar kruipt het bloed waar het niet gaan kan. Al voor mijn vertrek had ik een passie voor Belgische bieren, ik heb er meer dan duizend geproefd. Er waren er al wel in de Dominicaanse supermarkten. Die werden trouwens geïmporteerd door een Turnhoutenaar. Maar een bar die Belgische bieren serveerde was er nog niet.”

Miks horecaervaring was meegenomen, maar toch was het aanpassen. “In België laat je je klanten rustig plaatsnemen en geef je hen tijd om de kaart te bekijken. Als je hier niet binnen de twintig seconden aan de tafel staat, mag de hele bar dat horen. Ook de leveranciers werken net iets anders. De verkoper van Coca-Cola is er alleen op dinsdag, die van Lays enkel zaterdagvoormiddag. De bar is dan normaal gezien dicht maar als ik me niet aanpas, heb ik simpelweg geen voorraad.”

Mañana

De Tropical Bar betekende wel het einde van Mik en Orquidea. “De lange werkdagen in een horecazaak wegen zwaar op een relatie. Het moet echt je passie zijn, anders hou je het niet vol. Mijn ex had het lastig om zich aan te passen aan ons nieuwe leven. Ze kon moeilijk om met de mañana-mentaliteit en de corruptie. Ik werk ook meer dan in België, hoor. Maar als je dat doet op een strand onder een stralende zon, heb je altijd het gevoel dat je op vakantie bent. De goedgezinde toeristen die genieten maken mij ook vrolijk en ontspannen.”

Wacht, mañana-mentaliteit? “Het grootste verschil tussen België en de Dominicaanse Republiek is natuurlijk het weer. In december kan er weleens wat regen vallen, maar verder is het hier bijna het hele jaar 30 graden en warmer. Mensen leven buiten, babbelen met elkaar, zijn veel socialer en beter gezind. Maar ook op andere vlakken zijn ze relaxter. Als je iets dringend nodig hebt of er moet iets snel gerepareerd worden, moet je vaak even wachten. Zo hadden we een gat in de houten vloer van onze strandbar. De schrijnwerker zou een paar uur later komen. Uiteindelijk werd dat ‘mañana’, de volgende dag. Het gebeurt weleens dat je hier een dag geen water of elektriciteit hebt. Op den duur wen je daar aan.”

Rijbewijs gekocht

 

Mik en zijn stiefzoon serveren Belgische bieren in de Tropical Bar. — © RR

De cultuurverschillen tussen België en de Dominicaanse Republiek lijken groot. Voor Mik werd het pad wel geëffend door eerst samen te wonen met zijn Dominicaanse ex-vrouw. “Je kan het leven een beetje vergelijken met België, maar dan vijftig of zestig jaar geleden. Tijdens de coronacrisis hielden de Dominicanen zich opvallend goed aan de maatregelen maar verder… Zo is het verkeer hier soms levensgevaarlijk. De meeste Dominicanen hebben geen rijbewijs of hebben er een gekocht. Ze hebben dan ook geen idee wat ze aan het doen en lappen alle verkeersregels aan hun laars. Bovendien is er weinig controle. Word je toch eens tegengehouden door een agent, dan knijpt die een oogje toe als je hem wat geld toestopt. De politie verdient hier veel te weinig. Als blanke betaal je trouwens ook meer in winkels. Grotere aankopen doet mijn vrouw, dat is veel goedkoper.”

In tegenstelling tot haar straatarme buurland Haïti is de Dominicaanse Republiek echter bepaald geen derdewereldland. “Veel dingen zijn hier ook beter geregeld dan in België. Het wegennetwerk is beter onderhouden en de verkeerslichten hebben allemaal een secondeteller die aftelt naar rood of groen. Op je identiteitskaart staat je bloedgroep vermeld voor noodgevallen. En alle buurtwinkels leveren aan huis.”

Blue Lagoon

Als de Rode Duivels spelen, is het feest in de Tropical Bar. — © RR

Ondertussen heeft Mik opnieuw de Dominicaanse liefde gevonden. “Cristina had een strandbar naast de mijne. We zijn aan de praat geraakt, de vonken zijn overgeslagen en nu runnen we samen de Tropical Bar. In het begin bestond mijn cliënteel vooral uit Belgen en Nederlanders die hier wonen. Cristina heeft haar klanten meegenomen, toeristen uit onder meer Canada, Oostenrijk en Duitsland. Nu is het een mix van allerlei mensen.”

Puerto Plata is veilig en modern. Maar de Dominicaanse Republiek heeft nog meer te bieden dan zon, zee en strand. “Onze favoriete plek is de Blue Lagoon. Een prachtig en rustig natuurpark met lagunes, watervallen en zalig koud water op enkele uurtjes rijden van hier. Maar we genieten even goed van een dagje samen op het strand of luieren aan het zwembad.”

Vlaamse kost

Mik is duidelijk zijn hart verloren aan zijn nieuwe thuisland. “Mede door corona is het al een paar jaar geleden dat ik nog eens in België ben geweest. Mijn moeder komt normaal gezien elk half jaar een paar weken op bezoek. De meeste mensen in mijn omgeving verklaarden me gek toen ik mijn mooie leventje in België wilde opgeven. Zij moedigde mij wel om er voor te gaan. ‘Als het niet lukt, kan je nog altijd terugkeren’, zei ze. Ik denk niet dat dat nog gaat gebeuren. Nog geen seconde heb ik spijt gehad van mijn zot idee. Nu geniet ik nog veel meer van het leven dan toen.”

Ondertussen staat Mik wel te popelen om zijn nieuwe vriendin voor te stellen aan zijn vader. “Hij is hier twee keer geweest, maar omwille van gezondheidsredenen mag hij niet meer vliegen. Ik snap niet dat niet meer mensen met pensioen hier komen wonen. Het gemiddelde maandinkomen is 700 euro, je leeft hier als een koning. De link blijft natuurlijk wel. Zo serveren we regelmatig Vlaamse kost, onlangs nog frieten met stoofvlees. En voor voetbalwedstrijden komen alle Belgen uit de steden hier rondom naar de Tropical Bar. Vroeger ging ik naar alle wedstrijden van Anderlecht kijken, zelfs in het buitenland. Met enkele landgenoten pik ik weleens een match van een kleine lokale voetbalploeg mee, maar dat is toch niet hetzelfde. En ik mis ook de Belgische keuken. Als ik terugkeer, stop ik eerst aan een broodjesbar voor een lekkere smos. Maar ik zou het niet meer gewoon kunnen worden in België.”