Wie zich in het middelbaar wil scholen tot bouwplaatsmachinist – zoals bestuurder van een kraan, graafmachine of bulldozer – kan daarvoor in Vlaanderen alleen in Geel of Roeselare terecht. De richting in Sint Jozef Geel zit dan ook continu vol, waarbij leerlingen vaak van diep in Vlaanderen komen. “We moeten dat aantal noodgedwongen tot een limiet beperken, omdat we alle leerlingen evenveel tijd moeten kunnen geven om de praktijklessen met de machines uit te voeren”, zeggen Kris Van de Perre en Dave Hufkens van de opleiding Bouwplaatsmachinisten in Sint Jozef Geel, deel van scholengemeenschap Kogeka.
Voor die praktijklessen kan de school al verscheidene jaren dagelijks terecht op het opleidingsterrein van VDAB in Rietbroek in Herentals. De jongeren krijgen er telkens opdrachten die ze moeten uitvoeren met hun machines. De school heeft enkele toestellen en voertuigen in eigendom, één voertuig is van de sectorconfederatie en de andere zijn van VDAB. En daar is nu een imposante kiepwagen of dumper van de bekende firma Aertssen bijgekomen.
Half miljoen euro
“In de nieuwe leerplannen zijn ook de punten dumper en dozer opgenomen”, zegt technisch adviseur Bert Van Olmen van Kogeka. “Dat zijn voertuigen die we als school zelf onmogelijk kunnen aankopen. Voor een dumper betaal je snel 350.000 tot 400.000 euro, een dozer met gps-sturing kost zelfs 500.000 euro. We hebben met Aertssen een overeenkomst dat we nu een jaar lang een dumper mogen gebruiken. Na dat jaar wordt die ingeruild voor een dozer. Op die manier krijgen onze leerlingen beide voertuigen onder de knie.”
Hoewel ze nog net te jong zijn om een rijbewijs te hebben, manoeuvreren de jongeren vrij behendig met de dumper over het oefenterrein, waar een kraan de laadbak vult met zand, dat vervolgens bij een andere kraan wordt uitgestort om er een aarden plateau mee te maken. “Toch is het heel wat anders om een dozer te besturen dan een kraan”, klinkt het. “Je kunt het meer vergelijken met een vrachtwagen, al maakt een dumper in het midden ook een knik. Daardoor is je zicht op bepaalde momenten even heel beperkt.”
Finesses
Voor de firma Aertssen is het belangrijk dat de toekomstige werkkrachten zo veel mogelijk machines leren bedienen. “Al leren ze de finesses eigenlijk echt pas wanneer ze op de werkvloer komen”, zegt operationeel manager Koen De Bie van Aertssen. “Vroeger werd van een bouwplaatsmachinist verwacht dat hij met alle voertuigen en machines aan de slag kon. Maar vandaag wordt alles veel gespecialiseerder, zodat werknemers zich meestal op één type machine toeleggen. Maar nieuwe talenten zijn bij ons altijd welkom. Wij laten ze de verschillende stappen doorlopen, van handwerk naast de dumper, naar het besturen van de dumper tot het besturen van de kraan.”
De jongeren zijn erg gegeerd in de bouwsector, zodat veel bedrijven bereid zijn een stageplaats aan te bieden. “We merken dat onze leerlingen over het algemeen heel snel werk vinden. 80 procent van hen gaat echt in de bouwsector aan het werk, de overige 20 procent meestal bij een loonwerkbedrijf.”