De Kempense diamant is op sterven na dood. In de brede regio zijn nog slechts enkele kleine slijperijen actief. In de jaren na de tweede wereldoorlog waren honderden Kempenaars aan het werk in de sector. De Indiase concurrenten hebben de Kempense bedrijfjes onderhand nagenoeg helemal weggeveegd. Eer blijven nog slechts een handvol diamantbewerkers aan de slag.
De gemeentes Grobbendonk en Nijlen willen in samenwerking met het provinciebestuur van Antwerpen het diamanttoerisme in de streek promoten. Ze willen de herinnering aan wat ooit een van de grootste nijverheden in de Kempen was levendig houden. In dit opzicht wordt bij de vroegere slijperij Lieckens Spoorweglei 24) in Nijlen een bezoekerscentrum gebouwd waar de mensen een beeld kunnen krijgen van hoe het er vroeger in de diamantsector aan toe ging. Nijlen telde vroeger meer dan 100 actieve slijperijen. In de vroegere slijperij Fonne Spek (Nonnenstraat 54) geven ex-diamantbewerkers uitleg bij de installaties die er nog altijd staan. Het diamantmuseum van Grobbendonk wordt in dit opzicht mee ingeschakeld in de activiteiten van Nijlen. Het diamantmuseum van de provincie Antwerpen sluit zich bovendien aan bij de vzw Briljante Kempen waardoor de link tussen Antwerpen en de Kempen gelegd wordt. Op die manier wordt het industrieel erfgoed bewaard.