2024 gaat bij vzw Kemp de geschiedenisboeken in als het eigen annus horribilis: de vereniging die met zowat 2.000 Kempense heideschapen begrazingsopdrachten uitvoert voor onder andere overheden en bedrijven kreeg eerst af te rekenen met schapendieven, in mei brandden de schaapsstallen op de uitvalsbasis in Geel-Ten Aard bijna volledig af en kwamen daarbij 150 dieren om, en in de zomer verloor Kemp nog eens zowat honderd schapen ten gevolge van het blauwtongvirus. Een crowdfunding bracht uiteindelijk 50.000 euro op, maar ook de provincie Antwerpen klopte aan met een concreet voorstel.
“Na onze tegenslagen vroeg de provincie ons of we geen project rond ons lamsvlees konden uitwerken waarmee we aanspraak konden maken op subsidies uit de landbouwkorf”, zegt directeur Maarten D’hondt van vzw Kemp. “Daarom stelden we ons project Coole KEMP op, om ons lamsvlees nog meer te commercialiseren. We verkopen al tien jaar vleesproducten van ons eigen lamsvlees, wat een enorme piek kende tijdens corona. Maar daarna viel dat compleet stil. We weten dat ons lamsvlees iets speciaal is en heel goed aanslaat bij chef-koks en particulieren. Maar zij moeten dan wel weer aan dat vlees kunnen geraken. De lancering van de campagne Kempens heidelam moet daarbij helpen.”
Wilde natuur op je bord
Kenners weten dat het voedsel van het dier de smaak van het vlees bepaalt. In het geval van de Kempense heideschapen van Kemp bestaat dat vooral uit de wilde natuur van de heidegebieden. De lammeren grazen er op een rijkdom aan kruiden, gras en struiken. “Dat zorgt voor een authentieke smaak met verfijnde, natuurlijke nuances. Daarnaast heeft het vlees een mooie marmering, wat zorgt voor een sappige, stevige beet en een intensere smaakervaring”, klinkt het.
Ieder lammerseizoen zien bij Kemp zowat duizend jonge dieren het levenslicht. De ooilammeren worden later mee ingezet bij de begrazingsopdrachten, de ramlammeren worden nadien geslacht voor het vlees. Het doel is dat het Kempens heidelam niet alleen in speciale diepvriezers via de betere (hoeve)slager te koop aan te bieden, maar ook via verkopers in het korteketennetwerk. Zo is het vlees nu te verkrijgen bij keurslager Van Hoof in Mol-Ginderbuiten en bij hoevewinkel Trezemieke in Retie.
Nieuw onderkomen
“Daar kunnen gerust nog andere verkooppunten van streekproducten bij komen”, zegt Maarten D’hondt. “Het komende jaar gaat het nog puur om het vlees dat van de lammeren van onze eigen kuddes afkomstig is. Maar het is wel de bedoeling om dat uit te breiden naar het vlees van dieren van onze onderaannemers of partners. Op die manier willen we een sterk merk nog meer in de kijker zetten via branding en story-telling. We mikken daarmee vooral op horecazaken en fijnproevers.”
Kemp heeft intussen een nieuw onderkomen gevonden in Mol. “Het is de bedoeling dat we er vanaf januari onze intrek nemen, maar eerst moeten er nog wat aanpassingen gebeuren aan de stallen. Die moeten zeker klaar zijn tegen het lammerseizoen. Ons uitgangspunt is wel dat we op termijn terugkeren naar de site op Platbos in Geel, maar het is nog te vroeg om daarover concrete uitspraken te doen”, stelt de directeur van Kemp.