De pilootfase van het IRIS-project is afgelopen. Het is nu de bedoeling dat zoveel mogelijk gemeentebesturen het implementeren. Dat was te horen bij CIPAL in Geel. Het IRIS-project stelt de ondernemers in staat om hun gegevens aan te vullen met lokaal relevante bedrijfsinformatie. Zij kunnen hierbij vertrekken vanuit de gegevens uit de verrijkte kruispuntbank voor ondernemingen (VKBO), de bedrijvendatabank voor officiële bedrijfsgegevens waarmee IRIS is gekoppeld. Gemeenten op hun beurt kunnen deze informatie dan valideren en aanwenden voor een betere dienstverlening en communicatie met de lokale ondernemers.
Laakdal was één van de gemeenten die als pilootproject fungeerde. Burgemeester Tine Gielis: “Het is niet enkel een databank, maar is ook een communicatieplatform tussen de gemeente, de ondernemingen en de burgers. Dit is een echte meerwaarde. Voor de ondernemers is het een makkelijk manier om met de gemeente in contact te treden, voor burgers heeft het voordelen om op een eenvoudige wijze informatie terug te vinden over de bedrijven in de gemeente.”
Op die manier krijgen ondernemers toegang tot tal van diensten die de lokale overheid hen kan aanbieden. Bedrijven en ondernemers kunnen op deze wijze bijvoorbeeld vergunningen aanvragen of subsidieverzoeken indienen. Door middel van een e-loket, beschikbaar op het IRIS platform, kan deze communicatie elektronisch gebeuren. Daarmee kan IRIS tevens gezien worden als een uniek virtueel gemeentelijk aanspreekpunt voor ondernemers. Daarenboven biedt IRIS aan de ondernemer de mogelijkheid om zijn/haar bedrijf voor te stellen in een bedrijvengids die via de gemeentelijke website door de burger kan worden geraadpleegd.
“Het IRIS‐project omvat drie belangrijke pijlers”, verduidelijkt Ludwig Caluwé, gedeputeerde voor Economie. “Ten eerste is er de uitwisseling van gegevens. Actuele bedrijfsgegevens zijn vaak niet of onvoldoende gekend bij gemeenten. Iris lost dit gegeven op door een platform te bieden waarop ondernemingen hun gegevens kunnen actualiseren. Ten tweede bieden we de steden en gemeenten een uitstalraam om hun diensten voor ondernemers voor te stellen. Op die manier krijgen de ondernemers toegang tot diensten waarvan ze misschien niet eens wisten dat ze bestaan. Tot slot, is het IRIS‐platform een unieke kans voor (lokale) bedrijven om zich via de gemeentelijke website voor te stellen aan de inwoners en nieuwe klanten.” De gedeputeerde pleit voor een bovengemeentelijke aanpak, zodat zoveel mogelijk steden en gemeenten helpen om het IRIS-project mee verder uit te bouwen.