Het spreekt tot de verbeelding: een veearts uit Westerlo, Roland De Jonghe, die van kleins af gepassioneerd is door insecten en die in 1987 in zijn serre begint te experimenteren met hommels om tomaten te bestuiven. De hommels blijken harde werkers die leiden tot een hoger rendement en lagere kosten. Wat voorheen een manueel arbeidsintensief werk was, voeren de beestjes nu uit zodra het licht is.
De Jonghe zag het potentieel en richtte in 1988 een eigen bedrijf op: Biobest, dat startte met de kweek van hommels op commerciële schaal. Vele tienduizenden kolonies worden gekweekt in geklimatiseerde en computergestuurde zalen. In houten kisten worden ze verscheept naar andere markten, waar ze ingezet worden als ideale bestuivers. Meestal in serres voor tomaten, maar ook in openlucht voor aanplantingen van vroege bloeiers zoals abrikozen en cassisbessen.
Al snel kreeg Biobest concurrentie van bedrijfjes die vooral actief zijn in biologische gewasbescherming. Het Nederlandse Koppert werd een belangrijke rivaal. En dus was het zaak om snel geografisch te groeien, naar grote overzeese en zuiderse markten. De Jonghe besloot om zelf ook de markt van biologische controle te betreden. Bij biologische gewasbescherming worden ziektes en ongedierte bestreden met zowel biopesticiden als insecten en mijten. Biologische controle werd de nieuwe hoofdactiviteit van Biobest, al wordt het bedrijf tot vandaag vooral met de hommels geassocieerd. Die bestuivers zijn goed voor 10 tot 15% van de groepsomzet.
Van Westerlo tot Kenia
“Biobest zag al bijna tien jaar geleden dat duurzaamheid een belangrijke factor zou worden”, zegt Guy Sips, aandelenanalist van KBC Securities. De markt van pesticiden is volgens hem zo’n 60 miljard dollar waard en is vooral in handen van multinationals als Bayer, Basf en Syngenta, die ziekten en insecten met chemische pesticiden bestrijden. Biologische gewasbescherming is met 5 miljard dollar een veel kleiner marktsegment, maar kent wel een sterke jaarlijkse groei van 15%.
Die markt is nog vrij gefragmenteerd, wat niet belet dat Biobest en Koppert er strijden om het marktleiderschap. Volgens Sips is de sterkte van Biobest dat het in de grote landbouwmarkten mensen heeft die dicht bij de telers staan en hun bijstaan in een ‘geïntegreerde aanpak’. Door een beroep te doen op biologische alternatieven, willen telers en landbouwers vermijden dat ziektes en insecten resistentie opbouwen tegen bepaalde chemische bestrijdingsmiddelen. ”Bovendien willen consumenten geen chemische residuen op hun bord”, zegt Biobest-ceo Jean-Marc Vandoorne.
Behalve hommels kweekt het bedrijf talloze andere insecten en mijten (kleine spinnetjes, red.), die organismen te lijf gaan die voedingsgewassen en bloemen ziek maken. De kweekinstallaties zijn niet alleen in de thuisbasis Westerlo te vinden, maar ook in landen als Marokko, Kenia, Mexico en de Amerikaanse staat Californië. “Op een gecontroleerde manier”, aldus Vandoorne, zien miljoenen tot vele miljarden insecten en mijten er het levenslicht. Dat gebeurt in fabriekshallen die opgedeeld zijn in verschillende klimaatkamers waarvan de vochtigheid en de temperatuur van nabij aangestuurd worden. De beestjes worden er opgekweekt met kunstmatige voeding.
Eigen kweek
Ooit oogstten de biologische gewasbeschermers kritiek, omdat ze uitheemse insecten introduceerden in landen waar ze een bedreiging zouden vormen voor lokale insectenbestanden. Onder andere in Chili was die kritiek te horen. “Dat was in de beginjaren van deze – nog jonge – sector”, zegt Vandoorne. “Ondertussen zijn er strikte regels. Bovendien is verder onderzoek nodig om uit te maken of sommige problemen inderdaad met de uitheemse insecten te maken hadden.”
Sommige insecten kunnen al na drie dagen ingezet worden, een volwaardig hommelnest vraagt negen weken om opgekweekt te worden. “We hebben een 35-tal insecten en mijten die we als biologische oplossing voorstellen. Mijten zijn ons topproduct”, zegt Vandoorne. Hun doelwitten zijn onder meer de witte vlieg en bladluizen. Die ‘eigen kweek’ vult Biobest aan met biologische pesticiden. “Voor Biobest zelf zijn de insecten en mijten de belangrijkste activiteit, maar de grootste groeikansen zien we in biologische pesticiden”, zegt Vandoorne, die eveneens aandeelhouder is van Biobest.
De grootste uitdaging voor Biobest is dat er te veel opportuniteiten zijn, klinkt het. “Het is zaak om onze beschikbare middelen zo goed mogelijk in te zetten en dus juist in te zetten. We moeten niet van alles een beetje proberen te doen.” Aan toepassingen ontbreekt het inderdaad niet: de teelt van groenten en fruit onder glas, kruiden, bloementeelt (bijvoorbeeld rozen in Kenia en Ethiopië, red.) en medicinale cannabis. “Dat laatste is nog vrij beperkt, maar een heuse groeimarkt”, vertelt Vandoorne enthousiast. “Omdat het om een medicijn gaat, is chemische gewasbescherming inzetten uit den boze.” Het Verenigd Koninkrijk, Canada, Israël en Zwitserland zijn al markten voor medicinale cannabis.
Bloed van lama’s
Behalve de eigen kweek spelen ook overnames een steeds belangrijkere rol voor Biobest. De afgelopen zeven jaar nam het meer dan vijftien bedrijfjes over. Vorig jaar kocht het onder meer Plant Products, een van de belangrijkste verdelers van geïntegreerde biologische bestrijdingsmiddelen in Canada en de Verenigde Staten. Plant Products verkocht al de producten van Biobest, maar verdeelt ook meststoffen, zaden en conventionele producten. Er was ook een overname in Portugal.
Verder heeft Biobest een beloftevolle samenwerking met het Gentse Biotalys. Dat bedrijf werd in 2013 door het Vlaams Instituut voor Biotechnologie opgericht en trok in 2021 naar de beurs. Biotalys werkt met dezelfde basistechnologie als Ablynx en ArgenX, zijn twee buren in Zwijnaarde. Het gebruikt de antilichamen in het bloed van kameelachtigen zoals lama’s. Alleen zet Biotalys die in tegenstelling tot zijn buren niet in om ziektes bij de mens te bestrijden, maar wel om planten te beschermen tegen ziektes en schimmels. Biotalys ambieert naar eigen zeggen om producten te maken met de efficiëntie van klassieke pesticiden, maar zonder de negatieve gevolgen voor het milieu. “Ze schieten op een andere manier naar hetzelfde doel als Biobest”, zegt aandelenanalist Sips.
Biobest werpt zich in de VS op als de toekomstige verdeler van Evoca, het verwachte middel van Biotalys om wijnbouwers voor meeldauw te behoeden. Eerdere overnames van Biobest in de VS, zoals de belangrijke overname van Beneficial Insectary, maakten het Belgische bedrijf klaar voor die rol. Dat was een overname van 50 miljoen dollar, een van de grootste in de geschiedenis van Biobest.
Met de eind vorige week bekendgemaakte kapitaalverhoging van net geen 100 miljoen heeft Biobest reserves voor verdere overnames. “Overnames plan je niet zelf, maar moet je grijpen wanneer een kans zich aandient, bijvoorbeeld als een bedrijfsleider zijn bedrijf wil verkopen. In het verleden moesten we telkens geld zoeken op het ogenblik dat er zich een overnamekans voordeed. Dat waren telkens twee uitdagingen in plaats van één. Nu hebben we een oorlogskas en zijn de middelen er al wanneer een kans zich aandient.”
Lees ook: https://www.made-in.be/kempen/biobest-bekomt-een-kapitaalverhoging-van-985-miljoen-euro/
Gewaardeerd op 1,1 miljard
Biobest is niet alleen bekend bij landbouwers en telers, maar ook bij beleggers. Roland De Jonghe verkocht zijn bedrijf in 2006 aan een consortium van bedrijven waarvan Floridienne de bekendste naam was. Biobest stond op de radar van de atypische investeerder Jean-Marie Delwart, een man die originele paden durfde te bewandelen met zijn kleine beursgenoteerde holding Floridienne.
Vandaag is Biobest het belangrijkste bezit van Floridienne, een verborgen parel die plots bij velen op de radar komt doordat het 98,5 miljoen euro heeft opgehaald. Dat waardeert het bedrijf op 1,1 miljard. Het grootste deel van die kapitaalverhoging zou afkomstig zijn van de beursgenoteerde holding Sofina (van de familie Boël).
Floridienne, dat gisteren op de beurs met 7,77% omhoog veerde, is vandaag ‘Biobest met nog een beetje restwaarde’, legt Guy Sips, aandelenanalist van KBC Securities, uit. ‘De brutowaarde van een aandeel Floridienne inclusief schulden is 1.220 euro. 870 euro daarvan komt op rekening van Biobest.’
Jean-Marc Vandoorne, sinds 2009 ceo van Biobest, speelde een cruciale rol in het verwerven van die miljardenstatus. Onder zijn leiding steeg de jaarlijkse omzet van het in Westerlo gevestigde bedrijf, via overnames en eigen groei, van 26 miljoen naar meer dan 300 miljoen euro.