Heter water dan verwacht bij diepe geothermie in Mol

diepe geothermieOnderzoeksinstelling Vito kan uitpakken met nog beter nieuws dan verhoopt over het proefproject rond diepe geothermie op de Balmatt-site in Mol. Het water op een diepte van 3.350 meter is zo’n 138 graden warm, wat bijna 20 graden meer is dan de verwachte 119 graden. Bovendien is ook het debiet groter. Volgende week start een tweede boring, die tegen eind juni 2016 zal zijn beëindigd.

De positieve resultaten verleidt de onderzoekers tot gedurfde uitspraken. “VITO belooft de inwoners van Mol en Dessel, alles samen 20.000 gezinnen, met diepe geothermie de komende 20 jaar een even lage warmtefactuur als factuur”, aldus gedelegeerd bestuurder Dirk Fransaer. “Zowel bedrijven als particulieren kunnen dan gebruik maken van warmte en elektriciteit die continu leverbaar zijn – onafhankelijk van dag/nacht of weersomstandigheden – en aan een vaste prijs, onafhankelijk van de globale en lokale energiemarkt. En dit zonder groenestroomcertificaten.”

Om deze ambities verder te onderbouwen wil VITO samenwerken met onderzoeksorganisaties zoals EnergyVille, met de industrie zoals Atlas Copco en met netbeheerders zoals Eandis en Infrax, alsook met nieuw op te richten bedrijven zoals het Kempisch Warmtebedrijf.

Perspectieven
Deze energievorm opent heel wat perspectieven voor bestaande bedrijven, zoals bv. Janssen Pharmaceutica, maar ook voor nieuwe sectoren. Vlaanderen kan met dit gegeven aantrekkelijk worden voor de vestiging van bedrijven actief in CO2-captatie en –verwerking in duurzame chemie. Niet alleen VOKA Kempen juicht dit toe, maar ook Vlaams minister van Werk, Economie en Innovatie Philippe Muyters. “Deze proefboring is niet alleen een prachtig onderzoeksproject, maar ook een bron van werkgelegenheid. Ik ben verheugd dat de resultaten van de eerste proefboring veelbelovend zijn en kijk uit naar de resultaten van de tweede. Diepe geothermie zou op termijn kunnen zorgen voor lagere energiekosten voor Vlaamse onder­nemingen, maar verankert hen ook letterlijk op een duurzame manier in Vlaanderen.”